LANDMACHT 03-06-2025

Dit artikel hoort bij: Specials 01

Complete ondersteuning vanuit de lucht

Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto Paul Sijm, Wendy Bons, Patrick A. Albright, US Army

Unmanned Aerial System getest tijdens oefening in Amerika

Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale sectie voor: de afdeling Innovatie. In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze groep initieert of ondersteunt. Ditmaal optimaal optreden met een gelaagd systeem van Unmanned Aerial Vehicles (UAV) tijdens het Army Expeditionary Warrior Experiment (AEWE) in de Verenigde Staten.

Stel je voor. De vechtende eenheid op de grond krijgt complete ondersteuning vanuit de lucht. Een zwerm drones verkent de omgeving en speurt naar de vijand. Accu leeg? Geen probleem: de zwerm stijgt autonoom op, surveilleert en wisselt met een opgeladen drone op een speciaal landings- en herstelstation. Vijand gevonden? Kleine drones vallen op aanwijzing van een militair het doel aan.

Foto links: een militair kijkt door een raam van een gebouw naar buiten, met zijn lange wapen voor het gezicht. Rechts: een drone vliegend in de lucht.
In veldexperimenten en tijdens gevechten werd tijdens het Army Expeditionary Warrior Experiment onderzocht welke systemen wel of juist niet werken in conflicten van vandaag en morgen.
Foto links: een militair kijkt door een raam van een gebouw naar buiten, met zijn lange wapen voor het gezicht. Rechts: een drone vliegend in de lucht.
Tijdens de oefening in de Verenigde Staten was er veel aandacht voor de inzet van drones.

Zeker geen toekomstmuziek, als je het aan kapitein Rémon de Bruin en korporaal-1 Jelle Apeldoorn vraagt. Precies dit gelaagde Unmanned Aerial System (UAS) testten de heren van Defensie Expertisecentrum 3e Dimensie (DEC3D) tijdens oefening AEWE. Van eind maart tot begin mei was Fort Benning in de Amerikaanse staat Georgia het centrum van militaire innovatie. In veldexperimenten en live gevechten werd onderzocht welke systemen wel of juist niet werken in conflicten van vandaag en morgen.

Tijdens de oefening beproefden de mannen 3 systemen tegelijk. Hieronder uitleg over Swarming UAV’s, SPEAR en Kleine Autonome Aanvalsdrones.

Swarming drones

Dit systeem voorziet de autonome inzet van meerdere drones tegelijk, die gelijktijdig één of meerdere taken uitvoeren. Denk aan verkennen, het zoeken naar landingsplaatsen, gebieden in kaart brengen of fungeren als relaisstation voor militaire radio’s. De UAV’s kunnen daarbij elkaars taken overnemen.

SPEAR

De technologie van Swarm-based Persistent Autonomous Reconnaissance (SPEAR) bestaat ook uit een zwerm drones. Alleen in dit geval stijgen de UAV’s zelfstandig op, voeren ze hun taak uit en keren ze terug naar het landingsstation als de accu leeg is. Een andere drone neemt de taak zelfstandig over. Bovendien verdelen de UAV’s autonoom de zoektaken.

Kleine Autonome Aanvalsdrones

Relatief goedkope First Person View-drones die een tank van een paar miljoen beschadigen: “Iets dat in Oekraïne met regelmaat gebeurt’, aldus kapitein De Bruin. Al zijn er wel een paar problemen met deze ‘racedrones’. Door jamming zijn militairen snel hun zicht kwijt. En doordat de dronepiloot een bril draagt, is hij of zij niet inzetbaar in het gevecht op de grond. Daarbij kost FPV-vliegen veel training. “Wij ontwikkelden een betaalbaar systeem waarbij de radio van frequentie kan wisselen.” Geen probleem bij jamming meer, dus. De bril? Die is vervangen door een ‘gewone’ controller in de hand. Dat maakt het raken van het doel wel lastiger. Kunstmatige intelligentie biedt hier uitkomst, vertelt De Bruin. “AI zorgt voor objectdetectie en identificatie. Het systeem is getraind om bijvoorbeeld een tank te herkennen en te volgen. De vlieger bevestigt deze vondst. Daarna kan de militair bepalen uit welke hoek het doel aangevallen moet worden en met welk middel.” De drone voert uit, maar: “De missie kan elk moment afgebroken worden door de piloot die de aanvalsdrone bestuurt.”

Direct verbeteren

In deze proeftuin voor technologie testten de experts swarming drones, SPEAR en aanvalsdrones tegelijk. 2 compagnieën, waarvan 1 met een samengevoegd peloton van 11 Luchtmobiele Brigade, kregen in de eerste weken alle uitleg over de systemen. In het veld bouwde het gevecht zich op. Van kleine acties op groeps- en pelotonsniveau naar een gevecht op compagniesniveau. “Aan de militairen de taak om de tech te testen. Werkt het? Wat missen ze? Wat moet anders? Hun feedback is van grote waarde. De leveranciers kijken continu mee”, zegt Apeldoorn.

Juist dat maakt het verschil. “Direct na het gevecht gaan we aan de slag. Zo maak je een grote verbeteringsslag met de systemen in het veld, met de militairen, de industrie, maar ook Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre keek mee.”

Foto links: een viertal militairen kijkt in de camera. Voor hen staan witte, grote drones. Foto rechts: een drone vliegt door de lucht, op het dak van een gebouw kijken mensen naar het vliegende vaartuig.
De kopstukken van de Nederlandse inzet op AEWE. Op links: kapitein Rémon de Bruin en korporaal-1 Jelle Apeldoorn.
Foto links: een viertal militairen kijkt in de camera. Voor hen staan witte, grote drones. Foto rechts: een drone vliegt door de lucht, op het dak van een gebouw kijken mensen naar het vliegende vaartuig.
Een drone vliegt door de lucht, op het dak van een gebouw kijken mensen geboeid toe.

Snelheid in het gevecht

SPEAR en Swarming UAV’s samen inzetten was een logische keuze. Achter beide systemen zit Amsterdamse softwarebouwer Avalor AI. Het toevoegen van de aanvalsdrones in een trainingsscenario op zo’n grote schaal: dát was voor het eerst, vertelt De Bruin. “Vuursteun aanvragen en krijgen kan flink wat tijd in beslag nemen. Door kleine autonome aanvalsdrones toe te voegen aan het geheel, kan je direct doelen aangrijpen met de drone, wanneer je ze waarneemt. Zowel vanaf de grond als vanuit de gevechtsleiding. De manoeuvre-eenheid behoudt daardoor de snelheid in het gevecht. Met het gehele systeem zou je, natuurlijk met een paar man extra erbij, een volledige brigade kunnen bedienen.”

Innovatie op topsnelheid

Mark Korsten van Staf CLAS Innovatie (Directie Kennis en Ontwikkeling) had als projectleider een coördinerende rol voor en tijdens de oefening. “AEWE is dé plek om technologie te beproeven in een operationele context. Tijdens het scenario wordt hard geknokt, maar de oefening is niet geënt op de manoeuvre. De ontwikkeling van de technologie staat centraal. De industrie, de kenniseigenaren van het product, trekken samen op met de gebruikers. De militairen treden op met de technologie en ondervinden waar het beter kan.”

Oefenen, sleutelen en opnieuw beproeven. En dat een aantal weken, in het volledig eigen luchtruim dat de Verenigde Staten aanbood. “Zo ontstaat een zoektocht naar het beste product. Ondertussen kijkt het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre mee: hoe kunnen we bepaalde technologie in bredere zin inzetten en hoe richten we onze organisatie daarop in?”, legt Korsten uit. “Bovendien geeft de opgedane kennis input voor verwervingstrajecten die nu binnen Defensie lopen.”

Bewezen

Wekenlang sleutelen en trainen wierp zijn vruchten af. “Het systeem werkt”, legt De Bruin uit. “Natuurlijk hebben we op aanwijzing van de militairen aanpassingen gedaan. Maar het gelaagde systeem was zeer bruikbaar in een operationeel scenario.” Door het toevoegen van de aanvalsdrones is de sensor-to-shooter-tijd flink verkort. Waar nodig, kunnen de militairen op alle niveaus veel sneller doelen aangrijpen. Doordat de zwerm drones een oog op het doel houdt, is het maken van een battle damage assessment makkelijker. Bovendien zorgen de drones van een scherper ‘plaatje’ van wat er op de grond gebeurt. Dat versnelt het gevecht en zorgt voor betere communicatie. “Iedereen krijgt enkel de intell die voor hem relevant is.”

‘Sensor-to-shooter-tijd flink verkort’

Belangrijkste misschien nog wel, vult Apeldoorn aan: “De collega’s willen het systeem ook graag hebben. Het is redelijk laagdrempelig: met een kwartiertje oefenen heb je het onder de knie. We hebben al meerdere aanvragen binnengekregen van eenheden die dit willen gebruiken tijdens een oefening.” Iets dat ze aanmoedigen, zegt De Bruin: “Juist door het systeem meer te gebruiken in een tactisch scenario leren we wat er beter moet. We moeten snelheid maken.”

Foto links: korporaal Apeldoorn sleutelt aan een grote witte drones. Foto rechts: een groep mensen en militairen onder witte partytenten, met daaromheen zwarte kisten met grijze randen.
Korporaal Apeldoorn sleutelt aan een grote, witte drone.
Foto links: korporaal Apeldoorn sleutelt aan een grote witte drones. Foto rechts: een groep mensen en militairen onder witte partytenten, met daaromheen zwarte kisten met grijze randen.
“AEWE is de plek om kortcyclisch te innoveren. Je bereikt vooruitgang in een aantal weken, waar je anders misschien jaren over had gedaan.”

Aanpassen en overleven

Want de oorlog in Oekraïne leert één belangrijke les: wat vandaag werkt op het slagveld, werkt morgen misschien al niet meer. Wie zich het snelst aanpast, verrast de vijand en overleeft de strijd. Het gelaagde systeem voorziet daarin. De drones zijn een ‘basisplatform’ en daardoor makkelijk aan te passen. Bovendien zijn het geen kostbare systemen. Uit de lucht geschoten? Zo vervangen. De Bruin: “De nieuwe technologie verbetert de gevechtskracht, maar dat kan enkel door het maken van de juiste combinatie tussen mens, manier en middel. In dit geval de operationele gebruikers van 11LMB, DEC3D, KCGM, de industrie en de NAVO-partners.”

Combinatie tussen mens, manier en middel

Als het aan de heren ligt, wordt het systeem nog dit jaar geïmplementeerd. Niet alleen de Nederlandse militairen zijn enthousiast: “De Amerikanen noemden het systeem mind blowing”, vertelt De Bruin. Het concept is dan ook welkom tijdens de eveneens Amerikaanse oefening Project Convergence volgend jaar. De opvolger van AEWE, waarbij veelbelovende technologie op brigade- en divisieniveau beproefd wordt. “Toch de Champions League van de militaire technologie”, besluit Apeldoorn.

Links: een witte drone op de grond, met daaronder een rood 3D-geprint explosief.
De Bruin: “Tijdens AEWE kwamen producenten van allerlei tech samen. Van makers van 3D-geprinte explosieven, innovatief gewondenvervoer tot hartslagmeters. Door met elkaar te praten, kom je op nieuwe ideeën. Kruisbestuiving, dus.”
Links: een witte drone op de grond, met daaronder een rood 3D-geprint explosief.

Peloton van de toekomst

In de Amerikaanse proeftuin werd bovendien het ‘peloton van de toekomst’ beproefd, vertelt projectleider Korsten. Luchtmobiel was daarom tijdens AEWE niet met 3, maar met 4 groepen actief, inclusief moderne technologie. “Een tactisch experiment, want dit is een volledig andere manier van optreden. De herstructurering is veelbelovend: de Amerikanen waren duidelijk onder de indruk.”

Links: een witte drone op de grond, met daaronder een rood 3D-geprint explosief.