Tekst LTZ 2OC (SD) Djenna Perreijn
Foto SM Jan Dijkstra, Phil Nijhuis, NAVAL en Damen
Defensienota belangrijke stap in de juiste richting
Meer slagkracht, innovatie én investeringen in personeel. Vorige maand werd onder het motto ‘Sterk, slim en samen’ de nieuwe Defensienota gepresenteerd. Brigadegeneraal der mariniers Rob de Wit schreef 4 jaar geleden nog mee aan de toenmalige nota, dit keer neemt de Directeur Integrale Bedrijfsvoering en Bestuur van het CZSK de huidige Defensienota zorgvuldig onder de loep.
Wat zegt de inhoud van de Defensienota over de tijd waarin we leven?
“De nota laat duidelijk laat zien dat de wereld onveiliger wordt. Er zijn geopolitieke spanningen, waarbij het steeds vaker tot confrontaties komt. We willen voorkomen dat die ontaarden in een volledige oorlog. Met onze bondgenoten moeten we blijvend investeren in onze slagkracht, om potentiële tegenstanders af te schrikken en – als afschrikking faalt – het gevecht te kunnen voeren en winnen. Dit geldt zowel voor investeringen in onze eigen Defensie, als in de samenwerking met onze partnerlanden binnen de NAVO.”
“De situatie in de wereld kwam ook naar voren in de laatste 2 Defensienota’s, maar die gingen meer over het herstel van de krijgsmacht, na jarenlange bezuinigingen. Nu breiden we ook echt uit omdat we de komende jaren toenemende dreiging zien, vooral in de vorm van hybride oorlogsvoering. We zullen ons moeten verweren tegen cyberaanvallen, desinformatiecampagnes en allerlei vormen van economische sabotage uit onder meer Rusland en China. In deze nota is goed uitgewerkt wat nu belangrijk is voor Defensie; welke rol wij moeten spelen.”
Wat vindt u inhoudelijk van de Defensienota?
“Het is een nette nota die ongetwijfeld tot stand is gekomen na goede onderlinge discussies. Elk krijgsmachtdeel heeft altijd een verlanglijstje en vindt dat het belangrijkste, maar ik denk dat iedereen tevreden kan zijn. Voor het CZSK zijn de plannen een belangrijke stap in de juiste richting. In de reacties van collega´s merk ik dat de nota draagvlak heeft. Defensiemedewerkers zien dagelijks de gevolgen van alle investeringen en zijn daarom blij dat de noodzaak hiervan wordt erkend. In een tijd met grote uitdagingen is het een sterk signaal dat er toch extra geld naar Defensie gaat.”
“De voornemens geven ons de mogelijkheid om de vloot sneller te vernieuwen en te versterken. Er is nóg meer nodig, maar we kunnen niet alles tegelijk en sommige zaken worden nog verder uitgezocht. Bijvoorbeeld rond het Nationale Defensieplan. Persoonlijk mis ik in de Defensienota wel verdere uitbreiding van de verdediging tegen onbemande systemen en luchtverdedigingscapaciteit in het Caribisch gebied. Ook zou een tijdlijn van alle nieuwe projecten prettig zijn. Daarmee weet je specifieker wanneer bijvoorbeeld welk nieuwe fregat voor het eerst Den Helder binnenvaart. Die tijdspanne volgt ongetwijfeld binnenkort in de Maatregelennota.”
Welke militaire doctrine ‘ademt’ deze Defensienota?
“De verschuiving naar de focus op hoofdtaak 1 komt heel duidelijk naar voren: beschermen van de belangen van Nederland en het NAVO-verdragsgebied. Daardoor krijgt Defensie, ook letterlijk, ruimte in de samenleving. Bijvoorbeeld om beter te oefenen. Dat is noodzakelijk als je alleen al kijkt naar de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten. Die ontwikkelen zich zo snel; we moeten kunnen meebewegen.”
Wat is daarbij de rol voor het CZSK?
“Onze marine moet in staat zijn Nederlandse belangen wereldwijd te beschermen, zoals recent in de Rode Zee en de Indo-Pacific. Onze bijdrage aan de NAVO-plannen is vooral gericht op de Atlantische Oceaan en de Noordflank. Maar ook bij de nationale taken op de Noordzee speelt de marine een significante rol, gelet op het economische belang. We zien een toenemende dreiging bij onderzeese infra. Daarbij komt ook het innovatieve karakter van deze nota kijken. Bij Seabed Warfare – oorlog onder water, op de zeebodem – denk je al snel aan inzet van onbemande systemen. Bij vooruitgang in de ontwikkeling van dat soort capaciteiten heeft het CZSK ook een heel belangrijke rol.”
Welke investeringen kunnen wij verder verwachten?
“Het Korps Mariniers krijgt meer en beter materieel, zoals nachtzichtcapaciteit. Ook worden de faciliteiten beter; denk bijvoorbeeld aan oefenruimtes. De vloot krijgt op kortere termijn licht-bemande, maar zwaarbewapende multifunctionele ondersteuningsschepen en op langere termijn 2 extra Anti Submarine Warfare Frigates (ASWF’s). Ook komen er 3 extra NH90-maritieme gevechtshelikopters, die ook van belang zijn voor onderzeebootbestrijding. Dat laatste is niet voor niets door de NAVO aangemerkt als belangrijk aandachtsgebied. Onder meer China en Rusland hebben hun onderzeebootvloten al gemoderniseerd of uitgebreid. Ze vormen een grote dreiging, omdat onderzeeboten moeilijk te detecteren zijn en een groot arsenaal aan torpedo’s en langeafstandsraketten kunnen afvuren. Zo kunnen ze cruciale aanvoerroutes bedreigen en onze operaties in bepaalde zeegebieden verhinderen.”
“Daarnaast komt er meer productiezekerheid en betere ondersteuning, op het gebied van transport, medische capaciteit en munitie. Het ophogen van de inzetvoorraden is vaak nogal onzichtbaar, maar wel ontzettend belangrijk. Los van dat het onze slagkracht ten goede komt, is het belangrijk voor collega’s. Een monteur die in het schap steeds misgrijpt naar reserveonderdelen en soms maanden moet wachten, raakt gefrustreerd. Het gaat dus ook om personeelsbehoud.”
Wat gebeurt er nog meer op het vlak van personeel?
“De uitbreiding van het Dienjaar is een hele goede ontwikkeling. Na afloop wil zo’n 75 procent in dienst blijven. Het levert dus ontzettend waardevolle, gemotiveerde collega’s op. Bij het Dienjaar denken we nu nog aan jongeren, maar ook in de leeftijd tussen de 30 en 40 jaar kunnen we hele relevante expertise binnenhalen, zoals juridische of financiële kennis en ervaring. Hetzelfde geldt voor het ophogen van het aantal reservisten. Zij zijn essentieel voor het versterken van onze organisatie en operationele gereedheid.”
Famous last words?
“Ten slotte zullen we ook andere bronnen moeten aanboren om gaten te dichten, zoals samenwerking met de civiele sector. De zogenoemde ‘whole of society approach’ is belangrijk; we hebben iedereen nodig om onze veiligheid maximaal te garanderen. Ook daar is de Defensienota duidelijk over.”