Fight together in DNA Air Combat Command
Iedere maand richten een andere commandant en stafadjudant zich in het voorwoord van de Vliegende Hollander tot jullie. Deze keer het woord aan de Commandant Air Combat Command (ACC) commodore Marcel van Egmond en zijn Stafadjudant adjudant Harold van Kortenhof. Volgende maand zijn dat de Commandant Centrum voor Mens en Luchtvaart en zijn chef-staf.
Van Egmond: “Als jongste commando van de luchtmacht door het samenvoegen van drie onderdelen – AOCS Nieuw Milligen en de Vliegbases Leeuwarden en Volkel – zijn we sterker geworden. Maar tegelijk zijn we nog volop in transitie. We staan aan de vooravond van het afscheid van de F-16 en de volledige overstap op de F-35 en hebben de MQ-9 operationeel gemaakt. Dat is de materiele kant, maar aan de personeelskant is ook nog heel veel te doen.
Fight Tonight betekent voor ons altijd inzetbaar zijn en dus was de winkel altijd open tijdens de transitie. Als er ergens in de wereld iets speelt en Nederland wil wat doen, dan kijkt Den Haag al snel naar het ACC. Wij zijn snel en continu inzetbaar, kijk maar naar 306 Squadron dat met de MQ-9 al ruim twee jaar onophoudelijk is ingezet in het buitenland: eerst op Curaçao en nu in Roemenië voor de uitvoering van Hoofdtaak 1. Maar denk ook aan de luchtgevechtsleiding die 24/7 paraat staat, de Target Support Cell en de Nationale Datalink Management Cell die elke dag producten leveren voor eigen Defensie en de NAVO en onze eenheden in het buitenland.
Fight Together zit ook in ons DNA. Die noem ik bewust als tweede en niet als derde. Squadrons trainen en oefenen internationaal; we focussen echt op hoe we het met onze partners samen beter kunnen doen. Als voorbeeld: Onze eigen internationale oefening Frisian Flag is zo uit zijn jasje gegroeid dat het komend jaar Ramstein Flag wordt. Die wordt dus niet alleen op Leeuwarden houden, maar op nog vier of vijf andere vliegbases.
Fight Tomorrow, als derde, is de zorg: heb ik voldoende mensen en middelen om het voortzettingsvermogen te kunnen borgen. En daar schort het nog wel aan. We werken er ontzettend hard aan, maar het aannemen en opleiden van nieuw personeel gaat nog niet snel genoeg. Vooral omdat we het eigenlijk morgen al zouden moeten kunnen…”
Van Kortenhof: “Dat betekent dus dat druk op het personeel hoog is; we staan altijd aan. Zijn we niet aan het gereedstellen voor de opdrachten die we in Nederland moeten uitvoeren, neem de Quick Reaction Alert of onze nucleaire taak, dan zijn we wel druk met de oefeningen en opdrachten waarvoor we naar het buitenland moeten zoals de geplande uitzending naar Letland. We weten uiteraard alleen niet wat er níet is gepland, maar ook daarvoor moeten we geoefend en gereed zijn.
We zijn er bewust van dat we veel van onze mensen vragen. Maar wat er in 25, 30 jaar is afgebroken en afgebouwd, hebben we nu niet snel genoeg erbij om te kunnen doen wat we zouden willen én moeten doen.”
Van Egmond: “Kijk, de opdracht van de Commandant der Strijdkrachten is om aan het einde van dit decennium alle operationele commando’s volledig gevuld te hebben. We weten dat de demografie en de conjunctuur niet in ons voordeel werken, maar we zien gelukkig een kentering; jongeren die bewust wél kiezen voor Defensie.”
Van Kortenhof: “En dus investeren we nu in de opleidingsketen. Zelfs met het schaarse personeel dat we hebben, prioriteren we aan de operationele kant en maken gereedstellingspersoneel vrij om anderen op te leiden. Dat doen we om te zorgen dat we in de toekomst weer gezond worden. Maar dat doet nu soms extra pijn bij de inzetbaarheid of in de beschikbaarheid van personeel.”
Van Egmond: “We voelen de urgentie, maar we zoeken altijd naar de balans tussen hoeveel mensen hebben we, wat móeten we doen en wat kúnnen we doen. Wat is de belastbaarheid van het personeel en hebben ze de juiste instelling, de warrior mindset: Weet ik wat ik moet doen en ben ik er als militair klaar voor als ik op pad moet, maar is het thuis dan ook goed geregeld? De mensen moeten er goed over nadenken hoe ze er klaar voor zijn als we morgen aan de bak moeten.”
Van Kortenhof: “Gelukkig zien we dat personeel hier over het werk nooit klaagt. Het zijn juist de randvoorwaarden waar het om gaat. Die proberen we dus met arbeidsvoorwaarden beter te maken, aantrekkelijker. En wáár je werkt is daarbij ook belangrijk. Volkel was in 2019 pionier met de proeftuin: lokaal werven, lokaal opleiden en lokaal te werk stellen. Het tekort van het bewakingspersoneel van 640 Squadron was de aanleiding en uit de landelijke werving kwam onvoldoende personeel dat hier wilde werken, omdat ze ergens anders woonden. Nu kan het bewakingspersoneel gewoon wonen en werken in de regio. Dat heeft echt zijn vruchten afgeworpen. En we hebben het onder de naam transitie-eenheid zelfs uitgebreid naar andere vakgebieden en onderdelen.”
Van Egmond: “Personeel is dus een van de bottlenecks. De andere is de voorraad reservedelen, munitie en zelfbeschermingsmiddelen. Het is allemaal schaars door bezuinigingen van de laatste decennia. De bestellingen lopen ondertussen gelukkig, maar het duurt gewoon een flinke tijd. Niet alleen door de productie, maar vooral ook door de besluitvorming; dat zijn vaak zulke langdradige en bureaucratische processen, daar is nog veel te winnen.”
Van Kortenhof: "We hebben in alle lagen meer snelheid nodig, meer verantwoordelijkheid en meer mandaat. En toch, met alle ondersteunende squadrons binnen het ACC, maar ook luchtmacht en defensiebreed, fixen we wat we moeten doen. Er zijn dan echt mensen die marathons lopen. Het piept en het kraakt, maar als het nodig is, dan doen we het. Ook met heel veel jongelui. En daar hebben we echt heel veel waardering voor.”
Foto's: Arno Marchand