Technische ondersteuning tijdens missies Rode Zee
Hoe houd je een schip varende onder dreiging? Zr.Ms. Karel Doorman en Zr.Ms. Tromp werden afgelopen zomer ingezet in de Rode Zee. Daar staat de vrije doorvaart van de internationale scheepvaart onder druk door de dreiging van Houthi’s. Inzetten die niet mogelijk waren geweest zonder de Technische Dienst (TD) van de vaartuigen en de ondersteuning van medewerkers van de Directie Materiële Instandhouding (DMI).
Tekst: kapitein Saminna van den Bulk | Foto's: sergeant-majoor Cristian Schrik, sergeant Gregory Fréni, sergeant-majoor Barend Westerveld, sergeant-majoor Mike de Graaf
Optoppen
Een goed begin is het halve werk. Met de missie en de opdracht in de hand, is voor de TD meteen de vraag: welke systemen hebben we nodig voor de taak die voor ons ligt? Van storingen oplossen tot smeerolie bestellen: “We maken een inventarisatie van de volledige staat van het schip en schatten de mogelijke uitdagingen tijdens de missie in. Zo treffen we de juiste voorbereidingen”, vertelt kapitein-luitenant-ter-zee (TD) Frans Geertsma, hoofd van de Technische Dienst op de Karel Doorman.
Hij geeft aan dat een schip vol zit met ‘redundante’ systemen. Gaat één pomp kapot, dan is er een ander aan boord. Toch moet er voor een schip ‘materieelgereed’ is een hoop gebeuren. Al het onderhoud wordt beoordeeld. Wat moet er nu plaatsvinden? Wat kan in het gebied gebeuren? En welke werkzaamheden kunnen uitgesteld worden tot na de missie?
Missie Rode Zee
De Rode Zee is een cruciale route voor de internationale scheepvaart tussen het Suezkanaal en de Indische Oceaan. Deze vrijheid van varen wordt bedreigd. Houthi’s vallen sinds eind vorig jaar schepen aan in de Rode Zee en de Golf van Aden. De rebellen vermoeden dat deze schepen een connectie met Israël of de Verenigde Staten hebben. Met de aanvallen tonen ze hun solidariteit met de Palestijnen. Defensie zette zich afgelopen jaar in voor de bescherming van de internationale scheepvaart. Dit gebeurde in twee missies: EU-Operatie Aspides en het door de Amerikanen geleide Operation Prosperity Guardian. Beide missies betekenden opereren in het hoogste geweldsspectrum.
Een nieuwe missie als die in de Rode Zee betekent een nieuw dreigingsbeeld. Aanvullende zelfverdedigingssystemen, sensoren en wapens moeten worden geïnstalleerd. Want, vertelt luitenant-der-zee der 1e klasse (TD) Stefan Pipper: “Je wilt een zo goed mogelijk beeld opbouwen van het gebied. Daarbij wil je met al je middelen aan boord voorbereid zijn op de dreiging. Naast de sensoren en wapensystemen worden ook de voortstuwingsmachines geoptimaliseerd. Hier wil je het maximale vermogen uithalen, om snel af te kunnen wenden van dreigingen. Je zoekt de grenzen van het systeem op voor het dreigingsgebied. Alleen dan kan je je opdracht goed uitvoeren”, aldus het hoofd TD op de Tromp.
De voorraden worden aangevuld, lopende storingen afgehandeld, extra inspecties uitgevoerd, onderhoud naar voren gehaald en de noodzakelijk beoogde reservedelen komen aan boord. Het schip wordt ‘opgetopt’ met munitie. Waar nodig volgt de bemanning nog een opleiding, om bijvoorbeeld specifieke wapensystemen te kunnen repareren. Honderd procent materieelgereed zijn: dát is bijna onmogelijk. Maar, benadrukt Geertsma: “Straks zit je midden op ‘de plas’. En dan moet je alle problemen zelf oplossen.”
Strijd tegen de vijand én de elementen
Kapingen in de koopvaardij, een regen van missiles en aanvallende drones, met gezonken schepen als gevolg. De Houthi’s teisteren de Rode Zee en de Golf van Aden. Hierdoor vaart een groot deel van de civiele scheepsvaart niet meer door de Rode Zee, maar om Afrika heen. Het moge duidelijk zijn: de dreiging is hoog in het gebied.
Voor de bemanning van de Karel Doorman de taak andere marineschepen te bevoorraden, medische ondersteuning te bieden en de staf van Aspides aan boord te faciliteren. Voor de Tromp ligt de taak bij de luchtverdediging. Door die ‘externe oorlog’ is er volle focus. Elke aanval moet vroegtijdig gedetecteerd worden. Door de inzet van de Tromp kwam tweemaal een koopvaarder met de schrik vrij. De Karel Doorman voorzag tijdens de missie meerdere marineschepen van brandstof, munitie en goederen. De medische collega’s aan boord behandelden een gewonde. En door de inzet van de radarsystemen, weet de bemanning een Grieks schip te waarschuwen voor naderende drones.
De moeilijkheid van het maritieme optreden is dat er tegelijkertijd een ‘interne oorlog’ woedt. Daar heerst een strijd tegen de vijand én tegen de elementen. Het kwik in de regio tikt met gemak veertig graden aan. Het zeewater is met dertig graden warm en de luchtvochtigheid hoog. Dit beïnvloedt de werking van alle systemen, waaronder de sonar en de voortstuwing van het schip. Ook het personeel buiten en in de machinekamers werkt in deze hoge temperaturen…een extra uitdaging.
Koeling is een van de cruciale wensen tijdens zo’n missie. Oververhitting is slopend voor ieder kritiek systeem. “Alles waar je vermogen in pompt, wordt warm”, legt Pipper uit. Creatief denken: een must voor iedere TD’er. Waar het schip opwarmt, houden zij het hoofd koel. IJs laten aanrukken, is een van de provisorische oplossingen. Of mobiele airconditioning units plaatsen bij machinerie die warm wordt. “Je doet het met wat je hebt. En dat is goed gelukt”, vindt Geertsma. Bovendien, zegt Pipper: “Sommige systemen die we aan boord hadden waren nieuw. Tijdens zo’n missie leer je wat de grenzen van het systeem zijn.”
Het is één van de voorbeelden van de ‘interne’ strijd. Wat belangrijk is, vult Geertsma aan: “Duidelijk maken hoeveel tijd een reparatie in beslag gaat nemen, wat het schip nog wél en tijdelijk niet kan. Informatie die van groot belang is tijdens de operatie.” De TD loopt rondes over het schip, houdt systemen in de gaten, voert onderhoud uit en lost oppoppende storingen op.
Battle damage repair? De TD staat klaar om eventuele gevechtsschade te repareren. Bovendien geven ze advies. De TD werkt logischerwijs nauw samen met de collega’s in de commandocentrale. Want soms kan het veranderen van de configuratie van bijvoorbeeld de radar (SMART ELR) al risico’s verkleinen. “Voor adequate luchtverdediging en een goed dreigingsbeeld bouwen we een ‘luchtbeeld’ op met onze radars. Dit heeft direct invloed op de operatie”, aldus Pipper. Het laatste dat je wil, is zonder goed luchtbeeld door een hoogrisicogebied varen.
Niets zonder DMI
Een schip varende houden gebeurt met vereende krachten. De medewerkers van de Directie Materiële Instandhouding (DMI) ondersteunden zowel de Tromp als de Karel Doorman veelvuldig in de ‘wegenwachtfunctie’. Als er nood aan de man is, komen de specialisten van DMI in actie. Zij worden ingevlogen naar de plek waar zij nodig zijn. Zo hielpen zij bij de wisseling van een compleet systeem aan boord van de Tromp. Dit geldt in Nederland al als een complexe onderneming, laat staan tijdens inzet. De specialisten van DMI wisten ook externe leveranciers te charteren om onderdelen in te vliegen. DMI stond zo het hele jaar klaar met raad en daad, burgermedewerkers en militairen samen.
Varende bunker
Het is leven in een bubbel. In geval van directe dreiging is het gevechtswacht. Hierdoor zitten de militairen lange tijd op post. “Iedereen staat ‘aan’”, zegt Geertsma. Op zo’n moment zijn de open dekken verboden terrein, voegt Pipper toe. “Alle systemen draaien op volle toeren. Dan zit je met z’n allen in een varende bunker, met het gevaar van ballistische missiles.”
Het is altijd zoeken naar balans. Aan de ene kant is er de operatie, aan de andere kant de bedrijfsvoering. Reparaties die even kunnen wachten, gebeuren met enige regelmaat laat op de avond, als het schip zich letterlijk in rustiger vaarwater bevindt. “Je vraagt veel van je mensen”, beziet Geertsma. Dat zag hij al tijdens de voorbereiding. Want: “Dit moest in dit geval in zeer korte tijd. Een paar weken voor vertrek moest alles gereed worden gemaakt. Extra lastig omdat iedereen die tijd ook nog samen wil zijn met het thuisfront. Want die zien we ook een lange tijd niet.”
De inzet en bevlogenheid van iedereen tijdens de missie was ontzettend mooi om te zien, vertelt hij. “Natuurlijk zijn dit de missies waarvoor je dit werk doet. Als je voetbalt, wil je ook de wedstrijd spelen. Toch vind ik knap hoe mensen daar mee omgingen. Helemaal als je bedenkt dat de marine met een personeelstekort kampt. We voeren daardoor met ingeleend personeel van verschillende schepen. Ondanks dat velen pas kort voor vertrek waren opgestapt, was het wél één team. Daarom kijk ik met trots terug op wat we samen hebben gepresteerd.”
Zonder einde
Pipper noemt het een ‘onmisbare ervaring’. “We hebben uitdagingen gehad, maar die hebben we met z’n allen opgevangen. We hebben altijd onze taak kunnen uitvoeren. Bijzonder om te zien hoe iedereen zich tijdens zo’n ernstmissie inzet en eigenaarschap pakt. Ik ben trots.”
Terug in Nederland gaan de handen wederom uit de mouwen. De Karel Doorman maakt zich op voor groot onderhoud. Ook de Tromp wordt klaargemaakt voor de inzet van de toekomst. Geertsma besluit: “Dat is het mooie van ons werk. De techniek stopt nooit. Er is altijd wel iets dat aandacht nodig heeft.”