Tekst kapitein Henny de Boer
Foto diversen

CWIX: hoe goed sluiten systemen op elkaar aan?

In totaal 582 systemen te testen

Hoe interoperabel zijn NAVO-landen, partnerlanden en -organisaties? Hoe goed sluiten hun IT-systemen op elkaar aan? Dat wordt getest tijdens de jaarlijkse Coalition Warrior Interoperability eXploration, eXperimentation, eXamination, eXercise (CWIX) in de Noord-Poolse stad Bydgoszcz. Het is het grootste interoperabiliteitsevent van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie in zijn soort. Dit jaar alweer de 26ste editie.

IT-systemen worden constant vernieuwd en geüpdatet. Ook worden ze steeds complexer. Daarom moet er voortdurend gekeken worden of systemen van partners goed op elkaar aansluiten, zodat zij op de juiste manier informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Maar interoperabiliteit draait niet alleen om techniek. Ook om mensen en processen. Begrijpen partners elkaar, gebruiken ze de juiste processen en sluiten die goed op elkaar aan? In cultureel diverse operaties is het extra belangrijk om dat te checken.

aanzicht vanuit de lucht van het Joint Force Training Centre (JFTC) van de NAVO in de Noord-Poolse stad Bydgoszcz.
Het Joint Force Training Centre (JFTC) van de NAVO in de Noord-Poolse stad Bydgoszcz.

‘Mogelijk draaien de applicaties anders op GrIT’

40 landen en 3000 deelnemers

CWIX is hiervoor de ideale setting. Overal staan computers en liggen kabels in de toegewezen werkruimtes van het Joint Force Training Centre (JFTC) van de NAVO. “Het voordeel van samen systemen testen in dezelfde ruimte is dat je meteen kunt controleren of de informatie die je verstuurd hebt, op de juiste wijze verschijnt op het scherm van die ander”, zegt majoor Eric van COMMIT, de National Lead van Nederland. De deelnemers testen zowel conceptuele als in gebruik zijnde systemen, “en alles wat daartussen zit”. De informatie-uitwisseling moet naadloos verlopen, en “dat is met de grote verschillen in nationale systemen niet altijd even logisch”.

Deze editie telt 40 landen en ruim 3000 deelnemers. Vanuit Nederland zijn er 120 deelnemers, van wie de meesten van JIVC (de IT-leverancier van Defensie) en een deel van de landmacht: één van de gebruikende operationele commando’s van de systemen. Dit internationale event groeide flink in de afgelopen jaren. Daarom is er een tweede locatie bijgekomen, op een nabijgelegen vliegveld. “Daar is zoveel ruimte, daar kunnen we nog wel een keer zo groot worden”, constateert majoor Eric tevreden. Het event begon 2 juni en duurt 3 weken. De Nederlanders hebben in deze periode 32 van de in totaal 582 systemen te testen.

Bovenaanzicht van de Airfield Extended Test Site waar landmachters met TITAAN koppelen aan internationale partners.
De Airfield Extended Test Site waar landmachters met TITAAN koppelen aan internationale partners.

‘Applicaties steeds complexer’

Operationele gebruiker in alle fasen betrekken

IT’ers testen hun eigen systemen, maar het gaat er uiteindelijk om dat die systemen de operatie van het krijgsmachtdeel ondersteunen. Vandaar dat een aantal collega’s van de landmacht deelneemt aan CWIX om dat samen aan te lopen. “Die operationele gebruiker wil je liefst in alle fasen van een systeemontwikkeling betrekken”, licht majoor Eric toe. “De nadruk ligt daar ook steeds meer op: het ondersteunen van de operationele gemeenschap door het koppelen van systemen, in plaats van louter het koppelen van systemen.”

JIVC Platform Services Defensie test componenten van de opvolger van het TITAAN-netwerk.
JIVC Platform Services Defensie test componenten van de opvolger van het TITAAN-netwerk.

'Informatie-uitwisseling moet naadloos verlopen'

Enkele voorbeelden van de te testen systemen

Medische applicaties. Ondersteund door JIVC heeft het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) een aantal medische applicaties meegenomen voor de medische afvoerketen. In een internationale operatie kan het voorkomen dat gewonden worden afgevoerd of behandeld door buitenlandse collega’s. En dat moet wel vastgelegd worden. Daarom moeten Nederlandse medische systemen en die van partners aan elkaar gekoppeld zijn, in een internationaal patiëntenvolgsysteem. Dan hoeft de overdracht niet mondeling of op papier te gebeuren.

Joint Dismounted Soldier System. JIVC is ook bezig met het Joint Dismounted Soldier System (JDSS), voor de uitgestegen militair. Daarbij worden nationaal gebruikte command- en controlsystemen voor uitgestegen personeel, dus militairen die zich in het voorterrein bevinden, gekoppeld met die van andere nationaliteiten in dat gebied. Zodat je bijna tot op de enkele man kunt zien welke internationale mensen naast elkaar bewegen binnen een bepaalde straal. “Het is natuurlijk ontzettend belangrijk om te weten waar je partners lopen, zodat je niet op elkaar gaat schieten (blue on blue’)”, verduidelijkt Eric. JDSS is een soort uitgeklede versie van het command- en controlprogramma ELIAS, met minder functionaliteiten; teruggebracht tot een draagbare vorm.

Militaire Google Maps. Er zijn veel verschillende systemen voor de militaire variant van Google Maps. Zo werken de Nederlandse landstrijdkrachten met het command- en controlprogramma ELIAS, maar veel internationale partners gebruiken andere, zelf ontwikkelde systemen van bijvoorbeeld Systematic. “We moeten zekerstellen dat de informatie die wij vanuit ELIAS naar partners sturen, op exact de juiste manier op het scherm van die internationale collega tevoorschijn komt.”

GrIT. Verder komt er een nieuw platform onder de gebruikersapplicaties. “Vroeger hadden we TITAAN en dat wordt straks GrIT. Mogelijk draaien de applicaties anders op GrIT en wellicht werken bepaalde elementjes net anders dan bedoeld. Dat weten we niet, maar daar willen we natuurlijk 100 procent zeker van zijn. Dus dat wordt ook getest. Het gaat erom dat je fouten identificeert en dat je die herstelt. Maar zelfs als het niet mogelijk is om zaken te herstellen, dan weet je wat je niet kunt. Ook dat is belangrijke informatie voor een commandant, want daarmee kan hij dat procedureel afdichten. We proberen zaken zoveel mogelijk ter plekke te herstellen. Blijkt het een groter probleem, dan nemen we het mee terug naar Nederland en gaan er daar mee aan de slag.”

Vuurleiding en targeting. Systemen voor bijvoorbeeld vuurleiding en targeting worden steeds complexer en moeten ‘landen’ op de bestaande IT-platformen. Die systemen worden ontwikkeld op basis van behoeftes van de operationele gemeenschap. Eric: “Het lastige zit hem in specifieke gebruikersapplicaties ontwikkelen die exact doen wat de gebruiker wil. Dus dan heb je die gebruiker nodig om dat aan te geven. Daarbij wordt alles steeds digitaler en complexer. En we willen steeds sneller. Technisch gezien hebben we meer mogelijkheden, door snellere computers, meer rekenkracht, bredere verbindingen, waardoor meer informatie uitgewisseld kan worden.”

In een internationale operatie kan het voorkomen dat gewonden worden afgevoerd of behandeld door buitenlandse collega’s.
In een internationale operatie kan het voorkomen dat gewonden worden afgevoerd of behandeld door buitenlandse collega’s.

Commander’s Priority Exercise

CWIX is door de Commandant der Strijdkrachten (CDS) aangewezen als Commander’s Priority Exercise (CPE), omdat het gebruik van CWIX als platform essentieel is voor de voorbereiding op missies. CWIX is namelijk een van de schaarse mogelijkheden voor risicobeperking op het gebied van IT-ondersteuning. Eenheidscommandanten kunnen in Polen, in de fase vóór het oefenen van een daadwerkelijk gevecht, zeker stellen dat processen en procedures, ondersteund door de operationele IT-middelen van hun eenheid naadloos aansluiten op die van internationale partners. Vooral met partners waar Nederland volgens de NAVO-plannen direct mee gaat samenwerken. Onze landstrijdkrachten worden bijvoorbeeld in Litouwen omringd door een groot aantal internationale partners. Qua interoperabiliteit kunnen zowel de operationele als IT-specialisten zich in Polen focussen op die partners. Daarmee speelt JIVC een belangrijke rol bij de voorbereiding van eenheden op missies in het kader van hoofdtaak 1.

Er zijn veel verschillende systemen voor de militaire variant van Google Maps.
Er zijn veel verschillende systemen voor de militaire variant van Google Maps.

‘Try, Fail, Fix, Try again’

CWIX biedt ruimte om te verkennen, te experimenteren en te testen. Dat is terug te zien in de vier X’en, afgeleid van de X uit eXercise:

  • In eXploration worden conceptuele ideeën verkend door wetenschappelijke instituten zoals TNO, in samenwerking met bijvoorbeeld KIXS, industrie en de Chief Information Officer (CIO) van de Bestuursstaf.
  • In eXperimentation worden levensvatbare concepten verder beproefd en vervolmaakt door de defensie-innovatieplatformen.
  • In eXamination worden toepassingen getest door ontwikkelaars van JIVC en beproeven operators van de operationele commando’s systemen die in de nabije toekomst worden ingevoerd. Ook vindt hier de formele internationale validatie van nieuwe en gewijzigde standaarden plaats.
  • In de eXercise kunnen de operationele commando’s de in gebruik zijnde organieke operationele processen en ondersteunende C4ISR-systemen (Command, Control, Communication, Computers, Intelligence, Surveillance & Reconnaissance) in internationaal verband testen op de mate van interoperabiliteit.

Uniek voor CWIX is dat het verbeteren van het proces en ondersteunende systemen centraal staat. Er is geen hoger gelegen oefendoelstelling die niet wordt gehaald als blijkt dat iets niet naar behoren werkt. Dit biedt ruimte voor foutanalyse, aanpassen en opnieuw proberen. Het motto van CWIX is dan ook: ‘Try, Fail, Fix, Try again’.