Tekst KAP Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Tewaterlating USV90 nieuwe fase in Operationeel Test- en Evaluatietraject
Met de komst van 6 nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen gaat ook de manier van werken bij de KM op de schop. In de toekomst wordt het aantal en types onbemande vaartuigen uitgebreid en zullen mijnen op nog grotere afstand onschadelijk worden gemaakt. Voor de mijnendreiging op zee in zijn hele breedte wordt daarvoor een toolbox aan onbemande systemen geïntroduceerd die zowel onder als boven water en in de lucht hun werk gaan doen. Het is een totaal nieuw concept dat veel vraagt van zowel COMMIT als de Mijnenbestrijding Module Groep van de marine.
In juli kreeg de Mijnenbestrijding Module Groep (MMG) zijn eigen Unmanned Surface Vehicle 90 (USV90). Deze op afstand bestuurbare boot maakt onderdeel uit van het nieuwe standoff-concept voor de mijnenbestrijding. De 9 meter lange boot moet in de toekomst dienen als een soort watertaxi om kleinere onderwaterdrones vanaf een moederschip te transporteren naar een gebied waar mijnen en explosieven liggen. De bemanning blijft daarmee op veilige afstand. Terwijl de nieuwe mijnenbestrijdingsschepen in Frankrijk op stapel staan, worden in het kader van een Operationeel Test- en Evaluatietraject (OT&E) in binnen- en buitenland uitgebreide testen uitgevoerd met de verschillende drones en sensoren om het concept te beproeven.
Geïntegreerd product
De levering van de USV90 heeft op zich laten wachten, maar met de tewaterlating ervan kan nu beter aan het toekomstige concept worden gewerkt, vertelt luitenant ter zee 1 en commandant van de MMG Derk-Jan: “Ten opzichte van de boot die wij hiervoor huurden van de leverancier is dit veel meer een geïntegreerd product, dat echt is ontworpen als USV. We kunnen een aantal nieuwe functionaliteiten gaan testen waarvan de belangrijkste later dit jaar komt: de mogelijkheid om autonoom te varen. Dat betekent dat we een route kunnen plannen en dat het vaartuig dat zelf gaat varen en informatie ophaalt. Het is allemaal nieuw en dat is ook juist wat het leuk maakt. We gaan ervaren hoe dat zal zijn.”
Standoff-mijnenbestrijding in beeld
Zware discussies
Het OT&E-traject is volgens projectleider vanuit COMMIT kapitein-luitenant ter zee Harry geen overbodige luxe. “Tot nu toe liep het project nogal stroef door leveringsproblemen. Daar hebben we echt zware discussies over gehad met de Franse leverancier Exail. Je probeert uiteraard het maximale uit zo’n product te halen. En hoewel het niet leuk is om zoveel tegenslag te hebben is het beter dat we dit nu meemaken dan straks bij de levering van de nieuwe schepen. De vele honderden commentaren worden teruggekoppeld en besproken met de leverancier die deze vervolgens verwerkt in de uiteindelijke toolbox van het zogenaamde project vervanging Mine Counter Measures (vMCM).”
Werken met het nieuwe ‘gereedschap’ werkt ook motiverend voor het marinepersoneel van Derk-Jan: “De jongens werken met spullen die ze in de toekomst gaan krijgen en niemand anders bij de marine heeft die. Op kleine schaal kunnen we al ervaring op doen met het nieuwe concept. Tijdens de oefening BALTOPS in de Baltische Zee zijn we als enige Nederlandse eenheid met onze systemen in staat geweest om daar op grote afstand oefenmijnen te vinden. Zoiets is echt een ontwikkeling ten opzichte van de huidige werkwijze.”
Zachte landing
Inmiddels zitten er vele duizenden uren in het project en in het contact met de leverancier. “Het is innovatief en nieuw”, beaamt projectleider Harry. “Het heeft veel effect op de eindgebruikers bij de marine. Ook daarom is het zo belangrijk dat zij vanaf het begin betrokken zijn. Het belangrijkste doel van het Operationeel Test- en Evaluatietraject is het realiseren van ‘een zachte landing’ van het project vMCM. Veel kinderziektes hebben we op tijd kunnen melden. Wat op een rustige Middellandse Zee in de zon wel werkt, doet dat niet per definitie op een koude Noordzee, met slecht zicht en ruwe zeegang.”
De MMG onder leiding van Derk-Jan speelde hier ook op in. Er is een 3D-printer aangeschaft die kleine onderdelen razendsnel en tegen lage kosten ter plekke op zee kan produceren, wat kostbare tijd scheelt. Het zijn bruikbare bijvangsten van een dergelijk OT&E-traject.
Van Mijnenvegen naar standoff
Dreiging tegengaan van mijnen of andere explosieven in het water is van oudsher een taak van de marine. Dat ging eerst met mijnenvegers, schepen die tuien op enkele honderden meters achter zich in het water hadden hangen en met elektrische pulsen mijnen activeerden of kabels van mijnen doorsneden, zodat deze naar het wateroppervlak dreven. Het was dan maar hopen dat de mijnenveger zelf niet op een mijn liep. Later kwamen er mijnenjagers die zoals de naam al zegt actief op mijnen jaagden, door middel van sonar. Deze polyester schepen (waar magnetische mijnen dus niet op reageren) sturen duikers of onderwaterrobots richting de explosieven. Nog steeds bevindt het schip zich echter in mijnenbedreigd gebied, waar objecten begraven in de zeebodem onontdekt blijven en daarmee gevaarlijk zijn. Met het standoff-principe blijft het mijnenbestrijdingsvaartuig uit risicogebieden en maakt dit het gevaar op afstand onschadelijk om zo een veilige route te creëren.
Mine en Seabed warfare
De dreiging van zeemijnen is nog altijd actueel. Het zijn relatief goedkoop en makkelijk te produceren explosieven om bijvoorbeeld zeehavens te blokkeren. Verder ligt de zeebodem nog vol met projectielen uit met name de Tweede Wereldoorlog. Alleen al in de Noordzee liggen naar schatting nog tienduizenden mijnen en bommen. Naast mine warfare hoor je nu de term seabed warfare veel langskomen, verwijzend naar de hernieuwde spanning rond internetkabels, pijpleidingen en andere infrastructuur die zich op de bodem van de zee bevindt én de verdediging daarvan. Beide soorten oorlogsvoering hebben veel overlap, waarin de mijnenbestrijdings-toolbox tot zijn recht komt.