Tekst Michael Simon
Foto SM Aaron Zwaal
Luchtmobiele infanterie bouwsteen in vliegend detachement
Het is een beeld dat bekend is uit films, met name over de Vietnamoorlog: laagvliegende helikopters met open deuren waaruit militairen grote machinegeweren steken. Deze doorgunners vliegen momenteel met de Chinooks mee die voor de NAVO-missie in Irak (NMI) zijn. “Wij hebben veel geoefend, maar dit is natuurlijk niet het veiligste land ter wereld.”
Ja, het is goed warm, aldus de 3 doorgunners die e-zine Landmacht via internet op afstand te woord staan. Achter korporaal-1 Mark, korporaal Patrick en soldaat-1 Jaap schijnt een felle zon. “Het valt nu nog wel mee in vergelijking met augustus”, zegt Mark. “Toen liep de temperatuur in de kist op tot wel 60 graden.” Met ‘de kist’ doelt de korporaal op de Chinooks waarin de mannen vliegen, nu ze in Irak zijn als onderdeel van een luchtmachtdetachement om NMI te ondersteunen.
“Wij hebben meerdere taken”, vertelt Jaap. “Beveiligen is uiteraard onze hoofdtaak. Daarvoor hebben we machinegeweren aan boord. Mochten we aangegrepen worden, vuren wij terug. Maar we ondersteunen ook de loadmasters met het in- en uitladen.” De crew bestaat naast 2 doorgunners uit 2 piloten en 2 loadmasters. Patrick: “Wij zijn hier met 4 doorgunners en kunnen elkaar dus goed aflossen.”
Elkaar scherp houden
“Wij vliegen meestal om de dag”, zegt Mark. En die dag begint vroeg. “Rond 03.30 uur staan we op, pakken we onze spullen en eten wat. 2 uur voordat we vliegen wordt de cargo aangeleverd, zodat we die tijdig kunnen inladen.” Hoe lang de vluchten zijn, is afhankelijk of er gevlogen wordt voor een NMI-missie (NATO Mission Iraq), waarbij adviseurs verplaatst worden, of een OIR-missie (Operation Inherent Resolve), waarbij het vooral om cargo gaat.
De grootste uitdaging voor de mannen is de hitte. Mark: “Vooral in combinatie met lange vluchten, bijvoorbeeld naar Erbil. Dan ben je echt even onderweg en moet je goed op elkaar letten. Iedereen heeft z’n taken aan boord en we houden elkaar scherp. Goed eten, genoeg slapen en veel drinken zijn standaard voorbereidingen. Maar hier in Irak letten we er nog eens extra op.” Mark: “We geven het ook eerlijk aan als we niet lekker zijn of slecht geslapen hebben. Op zulke dagen is het wellicht beter dat iemand anders jouw plek inneemt.”
Gevaarlijk gebied
Het inzetten van doorgunners bij de luchtmacht is een neventaak voor Rode Baretten van 11 Luchtmobiele Brigade. Patrick: “We hebben geoefend in Portugal, Spanje en de Verenigde Staten. Dit is de eerste keer in Irak, maar het voelt niet echt anders. Natuurlijk speelt in m’n achterhoofd mee dat dit niet het veiligste land ter wereld is, maar veel verschil merk ik niet als ik aan het werk ben.”
Patrick: “Wellicht dat we – al dan niet bewust – alerter en scherper zijn. We krijgen dagelijks een update over het gebied. Zo weten we wat er speelt en mocht een bepaald gebied te gevaarlijk zijn, plannen we daaromheen. Want in principe vervoeren wij vracht en het is – afhankelijk van het type vracht – niet altijd even erg als dat een dag later aankomt.”
‘Gevaarlijk’ is een subjectieve term, erkent Mark. “We bekijken dat per geval; hoe nodig zijn de materialen die we vervoeren? We nemen afgewogen risico’s, maar je kan je voorstellen dat bijvoorbeeld tenten minder urgentie hebben dan munitie. Dat neem je allemaal mee in de overweging. Het is natuurlijk niet aan ons om dat te beslissen, maar het is wel fijn te weten dat ook hogerop gekeken wordt hoe de risico’s zo veel mogelijk kunnen worden beperkt.” Patrick: “Maar dit blijft natuurlijk gewoon een missie. Als het nodig is, vliegen we.”
Getraind voor het gevecht
Het feit dat de doorgunners nog niet hoefden terug te schieten, is natuurlijk alleen maar goed nieuws, vinden ze zelf ook. “Volgens mij heeft er 1 doorgunner ooit 1 keer ergens geschoten, lang geleden”, vertelt Mark. “Een goede planning zorgt dat het risico hierop zo minimaal mogelijk is.” Jaap vult aan: “Maar mocht het zover komen, dan zullen we onze taak uitvoeren. Ook als we om wat voor reden dan ook onverwacht aan de grond komen te staan. Dan wordt van ons als luchtmobiele infanteristen wel wat meer verwacht qua beveiliging. Vechten zit natuurlijk standaard in onze opleiding, dus nemen wij daarin binnen de crew het voortouw.”