Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto John van Helvert en illustraties: Rijksvastgoedbedrijf
Extra kaderuimte voor vernieuwde vloot
De vloot is volledig in transitie. Tussen nu en 10 à 15 jaar krijgt de Koninklijke Marine de beschikking over 42 nieuwe vaartuigen, van klein tot groot. Die moeten allemaal ergens kunnen aanmeren bij Marinebasis Den Helder. Vandaar dat er plannen worden ontvouwd om in de periode 2027 – 2031 in de Berghaven 4 nieuwe aanlegkades te bouwen, met variërende lengtes, net als het inrichten van 60.000 vierkante meter voor opstelplaatsen, laden en lossen, parkeerterreinen en toegangswegen. Dat is nogal wat. Maar is het ook genoeg?
Mieke Limmen is sinds een jaar omgevingsmanager binnen het team Waterbouw Zout Den Helder van het Rijksvastgoedbedrijf. En zodoende betrokken bij het project Uitbreiding Afmeercapaciteit Nieuwe Haven Den Helder. “Het gaat daarbij om de Berghaven, naast Dok 6 op het terrein van de Directie Materiële Instandhouding (DMI). Het is mijn rol om het project zo soepel mogelijk te laten verlopen en te zorgen dat wat we gaan bouwen voldoet aan de verwachtingen van de opdrachtgever Defensie Vastgoedmanagement en de gebruikers. Ook heel belangrijk: dat DMI – het ‘Marinebedrijf’ – en de rest van de haven tijdens de bouwwerkzaamheden operationeel kan blijven.”

Complexe puzzel
Dat laatste is cruciaal, weet ook sergeant-majoor ODVB Margreet Wormmeester, sinds 2017 senior-planner bij het Haven Coördinatie Centrum (HCC). “Mijn hoofdtaak is ervoor te zorgen dat de operationele eenheden kunnen blijven in- en uitvaren. Dat wordt nog een hele uitdaging de komende tijd...” Daarmee doelt de sergeant-majoor op het spanningsveld tussen, aan de ene kant, de vernieuwing en uitbreiding van de vloot en, aan de andere kant, het klaarstomen van voldoende kaderuimte. “Het Combat Support Ship ‘Den Helder’ ligt nu al binnen, maar drukt zonder de extra benodigde kade op de toch al beperkte beschikbare ruimte. We moeten trouwens niet alleen kijken naar de nieuwkomers, maar ook naar schepen die door verschillende omstandigheden nu langer binnen liggen. We plannen nu – los van de roll-on, roll off-steiger – op de aanleg van 3 keer 150 meter erbij. Hoe dan ook: de puzzel blijft complex.”

Goed begin
De grootte van bepaalde nieuwe scheepstypes heeft ook nogal wat invloed op de schaars beschikbare ruimte, zo blijkt. Wormmeester geeft een voorbeeld: “De huidige mijnenjagers zijn 52 meter lang. Daarvan kun je er ‘dubbel-geparkeerd’ aan 1 kant van een kade 4 kwijt. Met het langere en bredere nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuig is dat er straks maar 1.”
Gelukkig wordt de krapte erkent. De herinrichting van de Berghaven biedt een goed begin, met 4 extra afmeerposities, maar er wordt ook gekeken naar andere mogelijkheden. De onderofficier is stellig: “Het is dan ook slechts een deelproject van alle plannen rond afmeercapaciteit.” Voor de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen worden bijvoorbeeld de steigers 12 tot en met 14 aangepast. Limmen vult daarbij graag aan: “Verder wordt er ook nog gekeken of de verplaatsing van de Moormanbrug naar het zuidoosten voor meer afmeercapaciteit kan zorgen.”

Veel belanghebbenden
Binnen het project Uitbreiding Afmeercapaciteit Nieuwe Haven Den Helder zijn binnen CZSK al 13 verschillende onderdelen en afdelingen betrokken. Die lopen uiteen van – om er een paar te noemen – DMI, HCC en de commandant van Groot Grijs tot hoofd Logistiek, het Duikbedrijf en de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie. Waar komen de eenheden te liggen, hoe kun je schepen vanuit onderhoud naar een operationele plek verplaatsen en andersom, hoe verloopt het laden en lossen, hoe zien de verkeersbewegingen op de kades eruit, hoe beveilig je het geheel en welke faciliteiten als ICT, water, riolering, brandstofleidingen en elektriciteit moet je aanleggen?
De activiteiten rond de gelijktijdige transitie van het vastgoed op de marinebasis hebben ook impact op de uitvoering van de geschetste plannen. Naast overleg met interne partijen, heeft de projectleiding ook nauw contact met andere belanghebbenden, zoals de gemeente Den Helder, Port of Den Helder, het Hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat en de Waddenvereniging. Het zijn bij elkaar veel partijen met (deels) uiteenlopende interesses en deze aanpak moet ervoor zorgen dat er ten slotte een optimaal eindproduct staat.

Werken op een postzegel
Staan de neuzen van alle betrokken partijen nu enigszins dezelfde kant op? Limmen, diplomatiek: “Er blijven altijd wel discussiepunten over. We hebben tijdens de gesprekken gefocust op wat we nou precies moeten bouwen. We stelden aan iedereen de vraag: wat zou dit project voor jou tot een succes maken; waar moet het dan aan voldoen? Tegelijkertijd houden we waar mogelijk ook al rekening met toekomstige ontwikkelingen, maar niet alle ontwikkelingen zijn al concreet genoeg. Het is soms echt puzzelen. We werken hier op de Nieuwe Haven al best wel ‘op een postzegel’ en je kunt de ruimte maar één keer gebruiken. We zijn nu bezig om een ingenieursbureau in huis te halen dat nog voor de zomer aan de slag gaat met het uitwerken van de voorlopige ideeën in een definitief ontwerp en een bestek voor de uitvoerende partij. Daarna kunnen we aan de slag met de aanbesteding voor de selectie van een partij die de kades gaat realiseren.”