Airborne-operaties blijven actueel
Misschien zonder te weten wat er exact speelde, heeft een groot deel van Nederland midden september de oefening Falcon Leap meegekregen. Twee weken lang was ongeveer een derde van ons land een tijdelijk laagvlieggebied, speciaal voor de oefening. Daarvan maakten diverse transportvliegtuigen diverse keren per dag gebruik. Want naast dat het er spectaculair uitziet, is het vooral noodzakelijk om airborne operations te trainen.
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Sectie Communicate 11 Luchtmobiele Brigade
Opvallend genoeg hangen in de gangen van het gebouw van 336 Squadron op Vliegbasis Eindhoven levensgrote Top Secret-documenten aan de wand. Tot in detail wordt beschreven hoe transportvliegtuigen Arnhem moeten naderen en waar ze parachutisten moeten droppen. Het gaat echter om documenten uit 1944. Ze beschrijven hoe de geallieerden tachtig jaar geleden het deel Market – de luchtlandingsoperatie – van Operation Market Garden moeten uitvoeren. Dat gaat voor een deel volgens plan tussen grofweg Eindhoven en de Rijn. Dat het bij Arnhem uiteindelijk stokt, weten we nu. Het in handen krijgen van de Rijnbrug blijkt een brug te ver.
Ongelijk
De documenten onderstrepen de historische achtergrond van Falcon Leap, de oefening die is voortgekomen uit de jaarlijkse herdenking van Market Garden. Dat laatste gebeurt nog steeds, meestal op de derde zaterdag in september. Het vormt tevens het einde van de twee weken durende oefening. Tot die tijd trainen internationale eenheden waaronder vliegtuigbemanningen de fijne kneepjes van airland- en airdrop-operaties. Bij airland-operaties landen de transportvliegtuigen zodat troepen en voertuigen meteen op de grond staan. Dat gebeurt dan meestal met een engine running offload, zodat het toestel meteen weer weg kan. Bij air drop springen de parachutisten uit de vliegtuigen of wordt vracht gedropt. Lang werd gedacht dat deze operaties niet meer zouden voorkomen, maar de situatie in Gaza bewees het ongelijk. Afgelopen voorjaar dropte daar onder meer een C-130 van 336 Squadron, als deel van een internationale coalitie, hulpgoederen voor de noodlijdende bevolking.
Niet slecht
Falcon Leap is een geïntegreerde oefening van 11 Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen en het Air Mobility Command (AMC) en 336 Squadron op Vliegbasis Eindhoven. De eerste anderhalve week oefenen de luchtmobiele infanteristen tactische scenario’s. Naast de Nederlandse C-130’s vliegt dan ook al een handvol buitenlandse toestellen vanaf Eindhoven. In de tweede week zijn er buitenlandse grondeenheden toegevoegd aan de luchtmobiele taskforce en wordt er op grotere schaal geoefend. En opereren er nóg meer vliegtuigen vanaf Eindhoven. “Op zaterdag zijn het er zelfs dertien”, geeft exercise director luitenant-kolonel Linda Lauret aan. “Dat zijn er best veel. Als je bedenkt dat ze bij de D-Day-herdenking in Normandië – afgelopen juni – twintig toestellen hadden, doen we het niet slecht”, vult Majoor Koen aan met gevoel voor understatement.
Knop om
In het dagelijks leven is Lauret Chef Staf AMC. “Ongeveer honderd mannen en vrouwen van ons command nemen deel aan de oefening. Maar ondertussen gaan de day-to-day operaties op het veld ook gewoon door. In mijn rol moet ik vooral scherp houden wat wel en niet bij de oefening hoort. Ik kan bijvoorbeeld niet zomaar zeggen: ‘Deze C-130 doet het niet, dan pak ik die andere wel’. Dat kan immers ook niet als je op een ander vliegveld staat. Falcon Leap vindt elk jaar plaats vanaf Vliegbasis Eindhoven, maar de warrior mindset dat we écht op oefening zijn, probeer ik dit jaar wat scherper weg te zetten. Ook al opereren we vanaf ons eigen veld en eet je en slaap je thuis. Je neemt niet even een uurtje verlof op. Die knop moet om. Ik heb nu bijvoorbeeld ook geen crew over om een kist die uit onderhoud komt op te halen in Engeland. En dat terwijl een extra tail op het platform ons natuurlijk wel meer speling zou bieden.”
Vlekkeloos
Al die toestellen staan op Eindhoven op Platform West, dat vanuit de landmacht wordt aangeduid als het departure airfield, kortweg DAF. Naast het platform staan grote tenten in het veld die als onderkomen dienen voor de parachutisten. En dat zijn er veel, tegen het weekend van de Market Garden-herdenking tegen de duizend. “De laatste twee dagen van de oefening zijn namelijk de cross para dagen”, geeft majoor Koen aan. “Para’s uit land X, springen met valschermen van land Y, uit een vliegtuig van land Z. Daarvoor krijgen ze de waardering in de vorm van een parawing.”
Koen vormt met nog één collega van 11 Luchtmobiele Brigade de Ground Liaison Officer-sectie die geplaatst is binnen 336 Squadron. “Tijdens deze oefening is onze taak het coördineren tussen het Joint Operations Center [JOC, red.] van 11 Luchtmobiel in Schaarsbergen, het JOC van het AMC in Eindhoven en het DAF. Wij proberen de voorbereiding zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen dat de uitvoering voor de aircrew geen problemen oplevert.”
Historische connectie
Volgens Lauret maakt het voor het AMC niet zoveel uit of je nu voor Hoofdtaak 1, 2 of 3 wordt ingezet “Voor airland en airdrop operations moeten we dezelfde handelingen kunnen uitvoeren. Dus voor het perspectief van het AMC is Falcon Leap altijd waardevolle en relevante training. Het maakt ook niet uit met wie je dit traint. Dat kan net zo goed met mariniers, want daarmee opereerde 336 Squadron afgelopen najaar vanaf Cyprus. Wij vliegen als AMC vrijwel altijd in dienst of ter ondersteuning van een andere eenheid, voor het behalen van een effect. En dat is precies waarom deze oefening draait. Falcon Leap is een luchtmobiele oefening ondersteund door het AMC. Dat je dat doet in een scenario en onder meer in een gebied waar Market Garden plaatsvond, geeft wel een mooie historische connectie. Het deelnemen aan de gezamenlijke herdenking is voor sommige deelnemende internationale partners wellicht ook de kers op de taart. Maar het geïntegreerd oefenen draagt tegelijkertijd bij aan het voorbereid en getraind raken voor taken waarvoor er in het afgelopen anderhalf jaar meer dan eens een beroep op ons is gedaan.”
Verantwoordelijk werk
Copiloot eerste luitenant Lars draait dit jaar voor het eerst volledig mee in de oefening. “Vorig jaar heb ik in de planning en achter de schermen meegewerkt. Wat mij opvalt, is dat je bij ons squadron als copiloot gewoon heel snel, heel veel verantwoordelijkheid krijgt. Het 336 squadron levert meestal het lead aircraft tijdens de Falcon Leap-missies. De gezagvoerder is dan een zeer ervaren mission commander, vaak ook nog wapeninstructeur. Maar daarnaast zit een minder ervaren en soms jonge copiloot, die dan dus ook verantwoordelijke taken krijgt. Bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid over het radioverkeer, met in de eerste week een handvol, maar in de tweede week zelfs tien of meer vliegtuigen. Dat is heel uitdagend, heel vet om te doen en natuurlijk ook heel goed voor je ervaring.
Ik vind het dan ook erg leuk dat ik nog op de C-130 vlieg, voordat die over een paar jaar wordt vervangen door de C-390. Gewoon omdat de Hercules nog echt een mechanisch toestel is: alles wordt nog met kabels vanuit de cockpit bestuurd. Dat voel je ook als je vliegt. Het is echt nog het handen- en voetenwerk, geen automatische piloot. Dat is voor mij het pure vliegen en dat spreekt mij heel erg aan.”