Luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan over Nationaal Programma Ruimte voor Defensie

Defensie heeft de zoektocht naar locaties voor uitbreiding verder teruggebracht. Er zijn nog vijf locaties in onderzoek voor extra jachtvliegtuigcapaciteit. En vier voor een korte onverharde landingsbaan voor tactisch luchttransport. Luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan, plaatsvervangend directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Beleid, vertelt over de zoektocht van Defensie naar ruimte. Zij heeft het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) in haar portefeuille.

Tekst: Stijn Jaspers | Foto's: Valerie Kuypers, sergeant-majoor Maartje Roos, Paul Tolenaar, sergeant Jasper Verolme, Evert-Jan Daniels

Hoe is Defensie tot deze locaties gekomen?

“Potentiële locaties zijn onderworpen aan een Plan-milieueffectrapportage (PlanMER). Tijdens dit onafhankelijk onderzoek is per locatie gekeken naar de invloed van bouwen, oefenen en vliegen op de omgeving, natuur, het milieu en geluid. Rollen hieruit locaties die nul overlast opleveren? Nee, was het maar waar. Het eerlijke verhaal is dat je op sommige indicatoren, zoals geluidsoverlast, voor de minst slechte optie kiest.”

Vier F-35s vliegen in paartjes van 2. De foto is van de onderzijde gemaakt. Achter de jachtvliegtuigen prijkt een blauwe lucht met enkele wolkjes.
Defensie is onder meer op zoek naar ruimte voor de uitbreiding van jachtvliegcapaciteit.
Luitenant-generaal Elanor Boelholt-O’Sullivan kijkt in de camera. Ze draagt haar dagelijks tenue-jurk.
Luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan.

Locaties voor jachtvliegen en tactisch luchttransport

Defensie is op diverse plekken op zoek naar ruimte, onder andere voor de luchtmacht. Defensie heeft nog vijf locaties in onderzoek voor de uitbreiding van jachtvliegcapaciteit. Dat zijn Vliegbasis Woensdrecht, voormalig vliegbasis De Peel – en voor militair medegebruik van civiele luchthavens - Groningen Airport Eelde, Lelystad Airport en Twente Airport. Voor het trainen van tactisch luchttransport op een korte onverharde landingsbaan (dirtstrip) blijven in beeld: Vliegbasis Gilze-Rijen, militair luchtvaartterrein Deelen, voormalige vliegbasis De Peel en oefenterrein Leusderheide. Dat meldde staatssecretaris Gijs Tuinman gisteren aan de Tweede Kamer.

‘We kunnen onze militairen niet doorlopend naar het buitenland sturen’

Waarom heeft Defensie extra locaties nodig?

“De veiligheidssituatie in de wereld is veranderd. Defensie richt zich meer op het beschermen van Nederland en het grondgebied van NAVO-bondgenoten. Dat vraagt om meer militairen en materieel, maar ook om meer ruimte. Ruimte voor kazernes, opslagplaatsen, maar ook laagvlieggebieden voor helikopters en ruimte voor jachtvliegtuigen. Waar we kunnen, traint de luchtmacht in het buitenland en in vliegsimulatoren, maar daar zit een grens aan. We kunnen onze militairen niet doorlopend naar het buitenland sturen. En niet alles is virtueel te trainen. We ontkomen er dus niet aan om ook op ons eigen grondgebied te trainen om datzelfde grondgebied te kunnen beschermen.”

Een vlieger zit in een duistere vliegsimulator van een helikopter. De militair reikt met de rechterhand naar een knopje boven hem. In de hoek is een verlichte kaart van de omgeving te zien
“Waar we kunnen, traint de luchtmacht in het buitenland en in vliegsimulatoren, maar daar zit een grens aan.”

Lukt het om hiervoor draagvlak te krijgen?

“Dat is hard werken. Meer oefenen raakt direct aan de leefbaarheid van een gebied. Omwonenden krijgen te maken met geluidsoverlast. Boeren zijn bezorgd of hun vee nog wel in de wei kan blijven staan. En natuurorganisaties maken zich zorgen over het verstoren van de biodiversiteit. Al die zorgen snap ik. Aan Defensie de taak om zorgvuldig en transparant te zijn tijdens dit proces en duidelijk te communiceren. Dat hebben we ook per stap gedaan. Ook voor de stappen waarbij dat niet per se hoefde. Maar dit was nodig om omwonenden, mkb’ers, burgemeesters, gedeputeerden en andere belanghebbenden mee te nemen.”

Defensie zoekt ook naar een plek voor een korte onverharde landingsbaan, voor het trainen van tactisch luchttransport.
Defensie zoekt ook naar een plek voor een korte, onverharde landingsbaan, voor het trainen van tactisch luchttransport.

‘Boeren zijn bezorgd of hun vee nog wel in de wei kan blijven staan’

De zoektocht naar ruimte

In juli 2023 werd het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) gelanceerd. December datzelfde jaar volgde een overzicht van de verschillende behoeftes. Denk hierbij aan het uitbreiden van oefengebieden tot een plek voor munitieopslag. Burgers, (belangen)organisaties en overheden kregen de ruimte om zienswijzen in te dienen op de plannen. Dit leverde in februari 2024 ruim tweeduizend reacties op. Daaruit kwamen drie dingen duidelijk naar voren. Nederlanders zien het nut en de noodzaak van meer ruimte voor de krijgsmacht. Bovendien was er waardering over de transparantie van het proces. Wel waren er zorgen over de toename van overlast. In juni waren de eerste informatiebijeenkomsten, waar omwonenden vragen konden stellen en hun mening konden geven. Met de landelijke input ging Defensie aan de slag. In november volgde een verkleining van het aantal zoeklocaties.

Op welke manieren informeert Defensie betrokkenen?

“Alle informatie met betrekking tot het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie is te vinden op Defensie.nl. Op deze pagina staat onder andere hoe ons proces verloopt, wanneer er informatiebijeenkomsten zijn en waar Defensie meer ruimte zoekt.”

‘Emoties lopen soms hoog op. Ik snap dat’

Hoe verlopen de informatiebijeenkomsten?

“De emoties lopen soms hoog op. Ik snap dat ook. Dat maakt het soms pittig voor de collega’s die aanwezig zijn. Terugkijkend op de bijeenkomsten tot nu toe, ben ik wel positief. Ik merk dat het overgrote deel van de mensen begrip heeft voor de noodzaak van extra locaties. Wat voor hen het belangrijkste is, is dat zorgen serieus worden genomen en een besluit wordt genomen. Kan ik als omwonende starten met de verbouwing van mijn huis? Kan ik als boer dat weiland over een paar jaar nog wel gebruiken? Kortom, mensen willen duidelijkheid en perspectief.”

Chinooks op de heide op een rij. In de voorgrond wappert lang, geel gras. Op de achtergrond is de bosrand te zien.
“We ontkomen er dus niet aan om op ons eigen grondgebied te trainen om datzelfde grondgebied te kunnen beschermen.”

Kan Defensie dit bieden?

“Niet als het gaat om de uiteindelijke keuze voor de locaties. Dat is aan het kabinet. Defensie is verantwoordelijk voor het proces. Dat doen we actief en transparant met oog voor de menselijke maat. Die komt soms heel dichtbij. Ik ontving een ansichtkaart met een foto van een prachtige boerderij. Achterop schreven de bewoners dat deze boerderij, hun huis, verdwijnt met de komst van een oefenlocatie. Dat raakte me. Het toont dat ‘Ruimte voor Defensie’ iedereen raakt.”

Voor de volgende generatie

Staatssecretaris Gijs Tuinman reageert: “Bij Defensie willen we beschermen wat ons dierbaar is. Een van die dierbare zaken is onze leefomgeving. Daarom begrijp ik de zorg van omwonenden heel goed. Tegelijkertijd: als wij onze vrijheid, veiligheid en welvaart willen doorgeven aan de volgende generatie, dan zal onze acceptatie en tolerantie voor hinder omhoog moeten.”