DEFENSIEKRANT 17-01-2025

Dit artikel hoort bij: Specials 01

Het verschil tussen winnen en verliezen

een militair die uitleg geeft over gevechtsrantsoenen.

Civiele sector onmisbaar bij in stand houden voedselketen

De voedselvoorziening garanderen bij een grootschalige, langdurige inzet is een zorg van zowel Defensie als de civiele sector. Tijdens een onlangs gehouden congres over dit onderwerp maakte commandant Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) luitenant-generaal Jan-Willem Maas met deze woorden duidelijk welke kant hij op wil. “We zoeken aansluiting bij de burger society. Samenwerking kan het verschil maken tussen winnen en verliezen.”
 

Tekst: André Twigt | Foto’s: sergeant Aaron Zwaal (KM), archief Mediacentrum Defensie.

de congreszaal in Stroe.
Foodservice Network Nederland is een grote speler in de voedselvoorziening. Twee derde van alle cateraars in ons land is bij deze organisatie aangesloten.

Om successen aan het front te behalen, is een goed georganiseerde voedselvoorziening een levensvoorwaarde. Het kan voor veel militairen ook net dat steuntje in de rug zijn om de dag beter door te komen. Tijdens het congres van DOSCO en Foodservice Network Nederland (FNN) in Stroe verkondigde generaal Maas dat samenwerking met de civiele sector in crisistijd op dit gebied daarom een absolute must is. “Als morgen op de knop wordt gedrukt, moeten we klaarstaan. En dat geldt ook voor de voedingsketen. Daarom wil ik graag werken aan een partnerschap.”

de generaal die zijn publiek toespreekt.
Luitenant-generaal Jan Willem Maas: “Samenwerking kan hier het verschil maken tussen winnen en verliezen.”

Hamvraag

Afgaande op de huidige belangstelling om met Defensie een business venture aan te gaan, verwacht Maas dat die partnerschappen er zeker gaan komen. Het belang om bij te dragen aan de Nederlandse defensie is namelijk heel groot. Momenteel is DOSCO niet in staat de voedselketen voor langere tijd in stand te houden. Er zijn tekorten aan personeel en productie. Zo ook in het gekoeld vervoer met mogelijk pieken bij groothandels tot gevolg. Foodservice Network Nederland kan een grote rol spelen bij het oplossen van deze logistieke uitdagingen.

Deze netwerkorganisatie telt ongeveer 130 bedrijven uit de Nederlandse levensmiddelensector. Daaronder klinkende namen als Unilever, Bidfood, Sligro, Makro, Lekkerland en HEMA. “Bij een crisis in Nederland hebben we u hard nodig om de tent draaiende te houden”, begon directeur Frank Veldhof van defensiecateraar Paresto. Hij deed tijdens het congres op de Generaal-majoor Kootkazerne een oproep aan alle aanwezige directieleden en managers. Zij moeten nadenken over hun rol mocht ons land betrokken raken bij een groot conflict of crisis. “Hamvraag is dan hoe uw organisatie kan bijdragen als er iets gebeurt.”

een Parestomedewerker die een broodje overhandigt aan een klant.
Met 950 medewerkers mag onze cateraar Paresto zich de negende cateraar van Nederland noemen.

Grote logistieke motor

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zorgt ervoor dat militairen en burgermedewerkers kunnen rekenen op alles wat ze nodig hebben om hun werk te doen; van medische zorg tot transport en voeding. En van onderwijs tot vastgoed en personeelszaken. Of DOSCO die diensten in Nederland of ver daarbuiten moet leveren, maakt niet uit. Het ondersteuningscommando is er overal ter wereld van, zodat marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee zich kunnen richten op hun primaire taak. Met deze bijdrage geeft DOSCO de krijgsmachtdelen een voorsprong in het gevecht. Uiteraard behoort de voedselvoorziening van de gehele krijgsmacht ook tot de verantwoordelijkheid van het DOSCO.

een militair die staande in de keuken tekst en uitleg geeft.
Personeel van 240 Dienstencompagnie geeft in Stroe uitleg bij een satellietkeuken.

Voetlicht

Veldhof verzocht zijn gehoor om ook goed na te denken over het noodplan voor de Nederlandse voedingssector. Zoals de kaarten er nu bij liggen, is dat niet goed georganiseerd. Hij haalde het maatschappelijk belang aan om voor Defensie te werken. “Het is de bescherming voor onze kinderen in de toekomst.” Tevens maakte de directeur van de gelegenheid gebruik om zijn eigen organisatie voor het voetlicht te halen. Met 950 personeelsleden en 76 bedrijfsrestaurants mag Paresto zich de negende grootste cateraar van Nederland noemen. Desondanks heeft Paresto op dit moment niet de capaciteit om bij een grootschalig, omvangrijk conflict de krijgsmacht continu van voedsel te voorzien.

een man en een vrouw die geïnteresseerd naar een product uit de defensiekeuken kijken.
Partnerschappen met de civiele sector moeten ervoor zorgen dat de voedseldistributie in goede banen wordt geleid.

Horde

Tijdens het congres - waarbij Paresto onder meer een uitstekende rijstmaaltijd serveerde – gaf generaal Maas aan dat hij graag met bedrijven tot een business case wil komen. Daarmee kan hij voedselzekerheid garanderen en eten en drinken op de gewenste plaats en tijd laten afleveren. Wellicht moeten de betrokken partijen nog een drempel van onzekerheid over en moeten ze elkaar beter leren kennen, schat Maas in. “Zodra we die horde hebben genomen, hoef ik geen boekje meer open te slaan, maar kan ik jullie meteen bellen. Dat is de kant die ik met deze samenwerking graag op wil.”

Gerard Rietjens die de zaal toespreekt.
Inspanningsfysioloog dr. Gerard Rietjens

Inspanningsfysioloog dr. Gerard Rietjens gaf tijdens zijn spreekbeurt tekst en uitleg over het belang van toegepaste voeding voor de leden van het Korps Commandotroepen. De specialist daagde het publiek uit om mee te denken hoe calorierijke voeding voor de speciale eenheden zo compact mogelijk, maar nog steeds smakelijk kan worden gemaakt.

De voedselbranche is niet geheel onbekend met crises, besloot FNN-bestuurslid Gerard Sterkenburg: “Als voedingssector komen wij al uit een ‘oorlog’; de coronacrisis. Toen zagen we hoe snel wij ons aanpassen als het écht moet. We hebben geleerd waar we toe in staat zijn. Dat geeft hoop voor de toekomst.”

een close up van een veldkeuken met op de achtergrond pratend publiek.
een militair die uitleg geeft over gevechtsrantsoenen.