'Er ligt geen eenvoudige opgave voor ons'
Iets meer dan een jaar staat luitenant-generaal Annelore Roelofs aan het hoofd van de Koninklijke Marechaussee. In ‘5 vragen aan…’ blikt de commandant onder meer terug op haar eerste jaar, kijkt ze vooruit en praat ze over investeringen, keuzes en het belang van medewerkers voor de organisatie. “Het is minder zichtbaar dan wervingscampagnes, maar we werken ook hard aan het behoud van ons personeel. Dat is het allerbelangrijkste.”
U bent nu iets meer dan een jaar commandant. Hoe kijkt u terug op die eerste periode?
“Met een heel goed gevoel. Ik had me voorgenomen alle brigades te bezoeken en dat heb ik ook gedaan. De kennismakingen met deze collega’s is iets waar ik met veel plezier op terugkijk. De houding van onze mensen heeft diepe indruk op me gemaakt. Bijvoorbeeld zo’n casus waarbij een bekende artiest op Schiphol werd aangehouden. Hoe die collega zijn hoofd koel hield terwijl hij voor het oog van de wereld gelivestreamd werd…
Daarnaast kijk ik ook tevreden terug naar de formele momenten. De herdenkingen, de bevorderingen, de waarderingen en de taken als gouverneur van de residentie; heel bijzonder om mee te maken. Zeker Prinsjesdag is fantastisch als alles helemaal goed verloopt, en dat deed het. Ten derde wil ik nog wel de kerstreis noemen die de commandant van de Marechaussee traditiegetrouw maakt: collega’s bezoeken die tijdens de feestdagen in het buitenland werkzaam zijn. Ik ging naar het Midden-Oosten en dat was in één woord ‘indrukwekkend.’”
Bent u tevreden over de investeringen die richting de Koninklijke Marechaussee vloeien?
“Zeker! Deze investeringen zie ik als een unieke kans die veel mogelijkheden biedt. Tegelijkertijd brengt het ook een behoorlijke verantwoordelijkheid met zich mee, het gaat om een flinke som geld. En waar we die investeringen voor willen gebruiken; kijkend naar de grensbewaking is er een inhaalslag te maken die onze aandacht vraagt, zowel hier in Nederland als in het Caribisch gebied. Maar dat niet alleen. We willen ook innoveren en tools voor collega’s verbeteren. Dat laatste staat wat mij betreft met stip bovenaan.
Als ik wel eens met collega’s meega dan wordt voor mij altijd meteen duidelijk dat de staat van de hulpmiddelen echt verbeterd moet worden. Het opzoeken en natrekken van bepaalde dingen is af en toe zó complex. Ik wil het werk op dat vlak makkelijker maken. Maar ook informatiegestuurder. We hebben echt meer technologie nodig die het werk ondersteunt. Het zal nooit ten koste gaan van mensen, maar ik denk dat ons werk over 5 jaar veel meer ondersteund wordt door innovaties en technologie.”
Ongeacht de grootte van de investeringen; keuzes moeten altijd gemaakt worden...
“Klopt, en vanuit dat oogpunt staat hoofdtaak 1 (het beschermen van ons grondgebied en dat van onze bondgenoten, red.) uiteraard voorop. Maar het ‘militariseren’ vraagt heel veel van ons. De gereedstelling organiseren is enorme uitdaging. We denken er nu over na hoe dit te doen en daarvoor maken we een operationeel plan.
Ten tweede is de grensversterking een belangrijk onderdeel. Hier bewandelen we 2 sporen; we willen uitbreiden qua capaciteit én inzetten op innovatie. Bewaken en beveiligen is onze derde prioriteit. Hier zijn we goed op weg; nieuwe wetgeving is in de maak, de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, red) is hierin een gezagspartner en we werken samen met de politie. Een mooi proces waarin grote stappen gezet worden.”
Het hart de organisatie wordt gevormd door het personeel. Hebben we genoeg collega’s om alle voorgenomen plannen uit te voeren?
“Als we morgen alle plannen willen uitvoeren, is het antwoord simpelweg ‘nee’. Het is echt belangrijk dat er collega’s bijkomen. Helaas waren aan het begin van het jaar niet alle klassen vol, maar dat is nu al een stuk beter. Onze mensen werken daar ook met man en macht aan, dat is mooi om te zien. Daarnaast hebben we goede ervaringen opgedaan met het Dienjaar, daar gaan we zeker mee door. Wat mij betreft levert dat 180 collega’s op in 2025.
Ook kijken we naar de mogelijkheden van deeltijd werken, zetten we in op reservisten en kijken we waar burgermedewerkers ingezet kunnen worden en waar militairen. Want het is ook van belang dat in de staven militairen werken. Daar zullen we in 2025 nog nauwkeuriger naar moeten kijken.”
Naast het werven van nieuwe collega’s, wat is uw visie op het behouden van personeel?
“Dat is het allerbelangrijkste. Daar werken we hard aan, maar dat is natuurlijk minder zichtbaar dan bijvoorbeeld wervingscampagnes. Mensen stromen uit om diverse redenen en ik zou graag zien dat dat minder gebeurt. We kunnen dat te lijf gaan door onze mensen goed te begeleiden, op te leiden, te zorgen dat teams elkaar steunen en door het creëren van een veilige werkomgeving. Van belang is dat hier goed gekeken wordt naar de persoon. Voor de één is een goed gesprek noodzakelijk, voor de ander de werkomstandigheden; personeel behouden is maatwerk.
In breder perspectief wil ik zeker ook nog stap 4 binnen de reorganisatie bij het Landelijk Tactisch Commando benoemen. Ik hoop echt dat we iedereen op een zo kort mogelijke termijn duidelijkheid kunnen geven over nieuwe plekken. Ik snap dat dat heel belangrijk is om je werk goed uit te voeren. Ik kan wat dat betreft niet genoeg benadrukken dat er voor iedereen plaats is binnen de organisatie. Ik hoop hier snel helderheid over te kunnen geven. Er ligt geen eenvoudige opgave voor ons, maar ik heb er alle vertrouwen in dat we deze tot een goed einde kunnen brengen.”
