Tekst KAP Nico Schinkelshoek
Foto SM Aaron Zwaal
SNGM1 met vlaggenschip Tromp ontvangen in Rotterdam
De bemanning van Zr.Ms. Tromp zette eind maart weer even voet op eigen bodem. Het vlaggenschip van de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) bracht namelijk een havenbezoek aan Rotterdam. Dat deed zij samen met eenheden uit België en Duitsland. “Als NAVO-taakgroep is het ook belangrijk om te laten zien dat je er bent”, zegt commandeur Arjen Warnaar. Hij leidt het vlootverband van in totaal 5 schepen.
De stemming aan boord van de Tromp is opperbest. Het Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) beweegt zich rustig voort door de kalme Noordzee. De bemanning is slechts een dag varen van familie en vrienden verwijderd. Zo ontspannen als de sfeer op deze zonnige lentedag is, was het al even niet meer aan boord.


Van Baltic Sentry naar Joint Viking
In de afgelopen periode zat de agenda voor de bemanning immers bomvol. Zo was het schip onder meer betrokken bij de totstandkoming van NAVO-operatie Baltic Sentry, waarbij de beveiliging van kritieke onderzeese infrastructuur in de Oostzee een van de speerpunten is. Denk daarbij aan energie- en datakabels. “Dat dáár een probleem is, betekent dat wij in de Noordzee natuurlijk ook een probleem hebben. Daar is de infrastructuur net zo kritisch. En zeker ‘factor 10’ aanwezig. Het is essentieel dat we ons daar bewust van zijn”, stelt de commandeur. Ook op de Noordzee zou het vlootverband een soortgelijke taak kunnen vervullen.
Na Baltic Sentry nam de bemanning bij Noorwegen deel aan Joint Viking, volgens Warnaar een oefening waarbij land, lucht en zee goed samenkwamen. “Dat was binnen een realistisch scenario en waarschijnlijk ook datgene wat van ons verwacht wordt als het misgaat in deze wereld. Een belangrijk deel van de focus is dan ook het oefenen van die samenhang. Niet alleen maritiem, maar juist multidomein.”

Kan behoorlijk spoken
Later voer een deel van het eskader naar de Straat van Denemarken, een zeestraat tussen IJsland en Groenland. Daar verbleven de Tromp en consorten zo’n 2 weken. De straat is onderdeel van de opening waardoor Russische marineschepen en onderzeeboten de Atlantische Oceaan kunnen bereiken. “We hebben samen met de IJslandse kustwacht, de Deense luchtmacht en de AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO gekeken naar wat we daar kunnen betekenen. Dan praat je bijvoorbeeld over het bieden van radardekking. Het spannende in de omgeving is niet zozeer de taak, maar het feit dat je heel dicht bij de ijsgrens zit.”
De commandeur pakt ondertussen een foto van zijn bureau. Daarop is te zien dat de Tromp en die ijsgrens elkaar bijna raken. “Als je wilt oefenen voor het ‘echie’, moet je dat ook zo benaderen. Dat betekent in dat soort wateren opereren. En het kan daar behoorlijk spoken.”


Dienjaarmilitairen aan boord
Aan boord van de Tromp zijn ook 9 Dienjaarmilitairen, onder wie matroos der tweede klasse TD Guido. Hij draait momenteel mee met de vliegploeg. Daar helpt hij onder meer met het onderhoud aan de helikopters. “Dit is een mooie reis om te maken”, zegt hij over zijn ervaringen tot nu toe. Eerder draaide hij mee bij de Logistieke Dienst Verzorging (LDV). Bovendien vond hij een extra manier om van meerwaarde te zijn. “In mijn vrije tijd knip ik de kapsels van collega’s. Dat vind ik leuk om ernaast te doen.”
WhatsApp-groep
De uiteenlopende taken en vele internationale oefeningen dragen stuk voor stuk bij aan het hoofddoel van SNMG1: er gezamenlijk klaar voor zijn als dat nodig is. Een belang waar korporaal ODOPS Sayenna zich zeer bewust van is. “Als je de onderlinge banden niet onderhoudt, sta je er straks alleen voor. En dat is niet iets wenselijks.”
Middenin het schip houdt zij het lucht- en zeebeeld nauwlettend in de gaten. Dat doet ze op enkele van de vele schermen in de Commandocentrale. De data net controller geeft aan de collega’s verderop in het eskader door wat ze daarop ziet. “Vergelijk het met een WhatsApp-groep waar meerdere schepen aan deelnemen. Daarin kunnen we het tactische plaatje met elkaar delen. Bijvoorbeeld rond andere schepen of mogelijke tegenstanders die we zien.”
Sayenna heeft geregeld contact met de meevarende partners uit België, Frankrijk, Duitsland en Denemarken. “In de havens hebben we vaak ook een ‘tactische datalink-vergadering’. Dan zitten we met elkaar en bespreken we hoe de vaarperiode is verlopen. De punten die daaruit naar voren komen, nemen we weer mee.”


Voorproefje voor NAVO-top
Niet de volledige SNMG1 meerde eind maart aan in Rotterdam. Naast de Nederlandse Zr.Ms. Tromp ging het om de Duitse FGS Rhön en de Belgische BNS Louise-Marie. De overige 2 schepen uit Frankrijk en Duitsland waren nog op de Oostzee voor deelname aan Baltic Sentry.
De stop in de Maasstad was gelijk een voorproefje voor de NAVO-top in Den Haag van aanstaande juni. De schepen willen de rol van de NAVO voor het publiek wat meer gezicht geven. SNMG1 is 1 van de 4 NAVO-vlootverbanden die 24/7 beschikbaar zijn en bestaat sinds 1968. Eind mei neemt LCF Zr.Ms. De Ruyter de taak als vlaggenschip over. Commandeur Warnaar en zijn chief of staff blijven de rest van het jaar nog wel op zee.
Waardering Baltische Staten
De internationale taakgroep is actief op de plekken waar de NAVO dat nodig vindt en draagt bovendien bij aan de belangrijke afschrikking. Het eskader is onderdeel van de first responders van het bondgenootschap. Bijzonder is het feit dat Warnaar als eerste SNMG1-commandant ooit ook Zweedse en Finse eenheden onder zijn commando had. “Ben ik best een beetje trots op”, zegt hij met een grote lach. Tijdens Baltic Sentry ging het om een Zweeds korvet en support ship en een Finse patrouilleboot.
Het valt Warnaar bovendien op dat er in de Baltische Staten, Finland en Zweden enorm veel waardering is voor het vlootverband. “Daar is een groot bewustzijn van wat zich momenteel afspeelt in de wereld. Daar voelen ze de dreiging. Het is voor hen erg fijn dat zij het gevoel krijgen er niet alleen voor te staan. In Nederland merk je dat misschien nog iets minder, alhoewel het bewustzijn ook bij ons groeit. Dat is absoluut noodzakelijk, want daar begint het bij. Vervolgens moeten we onszelf de vraag stellen of we ons ook op de juiste wijze voorbereiden.”


Terug naar zee
Het internationale karakter van het vlootverband komt her en der terug op de Tromp. Zo wappert op het schip de vlag van de NAVO. In de stafruimte van het LCF komt het bondgenootschap misschien nog wel het best naar voren. Daarin werken collega’s uit allerlei landen samen, onder leiding van chief of staff commander Craig Raeburn. Hij zet de lijnen uit voor het schip. Eerder werkte de ervaren Brit al voor de Nederlandse marine en nam hij deel aan tal van internationale missies, maar deze noemt hij extra belangrijk. “Er zijn niet veel manieren om mij terug naar zee te krijgen, maar dit is er wel één van.”
De overste was al 5 keer geplaatst op een eenheid binnen SNMG2, dat in de regel op de Middellandse Zee opereert. “Als groep schepen uit hetzelfde land is het erg makkelijk om samen te werken”, zegt hij druk gebarend met zijn handen. “Zij hebben dezelfde training gehad en werken met dezelfde apparatuur.”
Met schepen uit verschillende landen is dat een ander verhaal, meent hij. Juist daarom is het volgens Raeburn belangrijk dat de eenheden samen trainen en met elkaar integreren. “Ik zit sinds 1978 bij de marine en heb na de Koude Oorlog zelfs nog op Russische oorlogsschepen meegevaren. De situatie heb ik vervolgens terug zien gaan naar oude tijden. Als afschrikking móéten wij dus als NAVO-landen weer intensief samenwerken.”


Vol programma
Na een dag varen doemt de skyline van Rotterdam op en even later worden de Euromast en de Erasmusbrug steeds zichtbaarder. Aan de kade staan de bomen in bloesem. Een groot contrast met het uitzicht op de besneeuwde landschappen eerder deze reis. Een watertaxi scheurt langs. “Gereed voor afmeren”, klinkt het door de scheepsomroepinstallatie. De stipjes op de kade veranderen in enthousiast zwaaiende personen die hun geliefden na bijna 3 maanden weer in de armen kunnen sluiten.
Tijd om even bij te komen voordat NAVO-oefening Ramstein Flag van start gaat. Daarbij zal de Tromp vanaf zee vliegtuigen aansturen die luchtverdedigingsoperaties uitvoeren. Vervolgens neemt het schip nog deel aan de onderzeebootbestrijdingsoefening Dynamic Mongoose en later aan de luchtverdedigingsoefening Formidable Shield 2025. “Onze taak verlangt dat wij naar zee gaan. Binnen de mogelijkheden die we als NAVO op dit moment hebben, persen we de laatste druppel eruit. En dat heeft effect. Ik zie eenheden naar elkaar toegroeien en de kennis en ervaring toenemen”, zegt een tevreden commandeur Warnaar. “Of we er nu klaar voor zijn als het nodig is? Natuurlijk.”

‘We begrijpen en kennen elkaar’
Luitenant Ward is navigatieofficier op het Multi Purpose-fregat BNS Louise-Marie. De Belg neemt voor de tweede keer deel aan SNMG1. “Hier is veel marge om te oefenen. In de huidige geopolitieke context is dat belangrijk. De meeste landen zijn te klein om zelfstandig te werken. Daarom steunen we elkaar en kunnen we onze expertises delen”, zegt hij daarover. Inmiddels is Ward anderhalve maand op zee met de ‘LOMA’. De samenwerking binnen het vlootverband, en met Nederland specifiek, noemt hij ‘heel fijn’. “We begrijpen en kennen elkaar.”
