Zes vragen en antwoorden over naleving (milieu)vergunningen
Defensie is druk bezig met achterstallig onderhoud aan meerdere (milieu)vergunningen. De papierwinkel moet worden geactualiseerd om militairen goed te kunnen blijven opleiden en trainen.
Tekst: kapitein Arjen de Boer | Foto's: archief Mediacentrum Defensie
Om meteen met de deur in huis te vallen: als Defensie vliegt, vaart, rijdt, oefent en schiet, zorgt dat voor overlast. Ook voor de omgeving. Mooier - of stiller - valt dat nauwelijks te maken. Dat neemt uiteraard niet weg dat Defensie, net als andere organisaties en bedrijven, zich aan regels en vergunningen moet en wil houden. “Wat mij betreft valt dat ook onder beschermen wat ons dierbaar is”, zegt Ruud Braak, programmamanager vergunningen, verwijzend naar een slogan van de krijgsmacht. “We doen er alles aan om de omgeving en belangen van omwonenden te respecteren.”

Om ons land en NAVO-bondgenoten te beschermen, moet nou eenmaal worden geoefend. Voor alle oefengebieden en overige defensielocaties zijn vergunningen verleend om ervoor te zorgen dat we binnen vastgestelde normen blijven. In diverse media verschenen onlangs berichten dat een klein deel van die vergunningen volgens de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) niet in orde is. Vergunningen zouden niet meer dekkend zijn. Defensie kijkt hier anders tegenaan. Maar hoe zit dat dan precies? Hoog tijd voor zes vragen én antwoorden.

Vijfhonderd locaties met een vergunningsverplichting
1. Voldoet Defensie nou wel/ niet aan haar vergunningen?
In principe wordt aan alle vergunningen voldaan, stelt programmamanager Braak. Op vliegbases zoals Leeuwarden en Volkel, waar de F-35’s zijn gestationeerd, zit Defensie wel aan de grens van de capaciteit die in de vergunningen staat. Maar nog altijd erbinnen. Op plekken zoals het Infanterie Schietkamp Harskamp zit Defensie zelf ver onder de grens. Jaarlijks mogen we daar met onze wapens zo’n dertien miljoen schoten lossen. Maar dat zijn er in de praktijk nu veel minder. Er worden inderdaad harde geluiden geproduceerd, maar wel ruim binnen de vergunning, stelt Braak.
Defensie heeft zo’n vijfhonderd locaties met een vergunningsverplichting. De ILT inspecteert er ongeveer honderd en daarvan zaten er in 2020 achttien, helaas wel de meest milieubelastende locaties, in het rood; niet goed dus. Dat betekent tegelijkertijd dat bij verreweg de meeste locaties de vergunningen in orde zijn, aldus Braak. Voor die ‘rode categorie’, waar bijvoorbeeld Vliegbasis Eindhoven en de schietkampen bij ’t Harde en Harskamp onder vallen, zijn alle zeilen bijgezet om de vergunningen te herzien en toekomstbestendig te maken.

‘Bedoeld als een zetje om ons in beweging te krijgen’
2. Waarom zijn sommige vergunningen in de ‘rode categorie’ terechtgekomen?
Tijdens de grote bezuinigingen van vijftien jaar geleden is zowel bij de staven van de krijgsmachtdelen als bij de Defensiestaf flink gereorganiseerd. Bij de laatste is toen zowat de complete afdeling die op vergunningen toezag opgeheven. Dat effect is nu nog voelbaar, legt Braak uit. Hierdoor werden de defensieonderdelen niet meer ondersteund bij hun verantwoordelijkheid voor het periodiek herzien van vergunningen, zoals zou moeten. Wel werden er deelvergunningen aan de bestaande toegevoegd; een soort update. Maar dit maakte het papierwerk slecht leesbaar en voor de ILT-inspecteurs moeilijk te beoordelen. Daarom legde de inspectie Defensie soms voornemens tot lasten onder dwangsom op. “Bedoeld als een zetje om ons in beweging te krijgen”, zegt Braak. “Maar niet omdat er sprake was van echte onrechtmatigheden of onveilige situaties.” Niet alle ‘rode’ vergunningen zijn forse overtredingen."
Hij geeft een voorbeeld van hoe zo’n verouderde vergunning voor misverstanden kan zorgen. In de oude versie staat dat op een schietterrein wordt geschoten met wapen Y en munitie X. Maar inmiddels, decennia later, is er een ander wapen in gebruik. “Dat staat echter niet in de vergunning: dus een overtreding”, zegt de programmamanager. “Terwijl er niet vaker wordt geschoten en ook niet meer geluid wordt gemaakt. Dat soort details moeten we dus aanpassen.”

Achterstanden eind dit jaar weggewerkt
3. Wat wordt er gedaan om de vergunningen te actualiseren?
Vanaf 2021 is Defensie bezig om met een speciale taskforce de vergunningen van de eerdergenoemde achttien locaties op orde te krijgen. Parallel is er binnen de Defensiestaf een afdeling opgericht die de defensieonderdelen ondersteunt om te voorkomen dat er in de toekomst nieuwe achterstanden ontstaan. Eind dit jaar moeten die zijn weggewerkt. Inmiddels heeft bijna alles een ‘groene kaart’, meldt Braak. De laatste aanvragen voor nieuwe vergunningen gaan nog dit jaar de deur uit. In de toekomst blijft zijn nieuwe afdeling opletten of de vergunningen nog dekkend zijn. Als het nodig is worden ze herzien. Dit gebeurt in overleg met de zogeheten Objectvergunninghouders zoals een kazernecommandant, het Rijksvastgoedbedrijf, de ILT en andere vergunningverleners, zoals provincies en gemeenten.

Bijzondere organisatie met bijzondere behoeften
4. De verantwoordelijkheden en maatschappelijke opgaven van Defensie zijn niet vergelijkbaar met andere sectoren. Hoe slaat dit terug op de vergunningen?
De ILT erkent dat Defensie gezien de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld een bijzondere organisatie is met bijzondere behoeften. Want welk bedrijf gooit er nou bommen en vuurt kanonnen af, om maar wat te noemen? Daar horen dan ook bijzondere vergunningen bij, die niet één op één kunnen worden overgenomen van civiele bedrijven die volcontinue produceren op de grens van wat ze mogen. Daar moet de politiek een duidelijke keuze in maken, adviseren ILT en Defensie samen.
Braak vergelijkt ‘defensievergunningen’ met een brede rivierbedding waar een lange brug over is gebouwd. Meestal bevat de brede bedding maar een smalle stroom water, maar af en toe na zware regenval is de hele bedding nodig. Daarom overspant de brug in rustige tijden ook relatief veel land. Dat is met vergunningen ook zo. Defensie heeft soms de hele vergunde ruimte nodig en kan soms met minder af. Dat betekent niet dat we de vergunde ruimte kunnen inleveren. Maar dat maakt het lastig om goed in te schatten of een vergunning de lading dekt. Het is vrijwel niet te meten wat er gebeurt als er daadwerkelijk dertien miljoen schoten worden gelost. Daarom gebruikt Defensie rekenmodellen van onderzoeksinstituut TNO om een goed beeld te krijgen. Over de uitkomsten van die modellen bestaat soms verschil van inzicht. Dat maakt het lastig om goede afspraken te maken, aldus Braak.

‘Dat wringt dus enigszins’
5. Welke invloed kan de Wet op de Defensiegereedheid hebben op de vergunningen?
Er is inderdaad een Wet op de Defensiegereedheid in de maak. Deze moet Defensie in uitzonderlijke gevallen de ruimte bieden om bijvoorbeeld meer te vliegen en te schieten dan in de vergunning staat. Maar alleen als de gereedheid van de krijgsmacht in het geding komt. Dan gaat het voorbereiden op het daadwerkelijk uitvoeren van de grondwettelijke taak van Defensie om Nederland en NAVO-bondgenootschap te verdedigen voor op bestaande (milieu)vergunningen, legt Braak uit. “Dat wringt dus enigszins. Maar onze veiligheid gaat boven alles. Ook zelfs dan houden we nog zoveel mogelijk rekening met de omgeving en omwonenden.” Wanneer deze wet klaar is, is nog onduidelijk. Na indiening moeten eerst de Tweede en Eerste Kamer akkoord gaan.

‘Bij Defensie staat voorop dat we beschermen wat ons lief is’
Betekent een overtreding van een verouderde/onduidelijke vergunning ook meteen een risico voor de omgeving?
Wie de ILT-rapportage leest, krijgt misschien het beeld dat Defensie willens en wetens de regels negeert. Maar dat is geenszins het geval, benadrukt Braak. Dat vergunningen slecht leesbaar en verouderd waren, klopt. Maar omwonenden zijn nooit in gevaar geweest, stelt hij. Verwijzend naar het riviertje: het is veelal een papieren discussie waarbij de toezichthouder geen overschrijding van gestelde normen heeft gemeten. “Bij Defensie staat voorop dat we beschermen wat ons lief is. Dat gaat over Nederland, onze manier van leven, daar horen dus ook de omwonenden bij. Laat daar geen misverstand over bestaan.” Dit jaar zijn alle verzoeken tot herzieningen van de achttien eerdergenoemde vergunningen de deur uit. Dan is het wachten op een beoordeling door de ILT. Braak: “Uiteindelijk willen we weer totaal ‘in control’ zijn én blijven natuurlijk.”
Meer weten?
Wie vragen heeft na het lezen van dit artikel kan contact opnemen met Mirjam Velthoven (communicatieadviseur vergunningen) via maa.v.velthoven@mindef.nl