Er hangt ons heel wat boven het hoofd
Ze zijn niet meer weg te denken bij grote conflicten in de wereld: uncrewed aerial combat vehicles (UACV’s). Eerst werden ze omschreven als Remotely Piloted Vehicles (RPV's), tegenwoordig zijn ze bekend onder de verzamelnaam drones. Ze hebben de recente tankoorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan grotendeels beslecht en dagelijks horen we van Russische en Oekraïense drone-aanvallen op elkaars grondgebied.
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: Diversen
De UA(C)V’s voor de huidige oorlogsvoering hebben in korte tijd de dynamiek van militaire operaties veranderd. De geavanceerde en van afstand bestuurbare vliegtuigen bieden daar een scala aan mogelijkheden voor, variërend van het verzamelen van inlichtingen tot gerichte aanvallen. Bijkomend voordeel is dat vliegers nauwelijks of geen gevaar lopen.
Behalve de grootmachten Verenigde Staten, China en Rusland ontwikkelen ook landen als Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Israël UACV’s. Deze kunnen steeds langer en verder vliegen. Zonder compleet te willen zijn hieronder een overzicht van wat ons nu en in de komende jaren boven het hoofd hangt.
MQ-9 Reaper (Verenigde Staten)
De bekendste en meest gevreesde drone, niet voor niets bijgenaamd Reaper (Magere Hein), is ook bij de luchtmacht in dienst (foto boven). Het is nog maar tien jaar geleden dat toenmalig commandant Luchtstrijdkrachten wijlen luitenant-generaal Sander Schnitger op Holloman Air Force Base in de VS de capaciteiten van de MQ-9 Reaper bekeek. De luchtmacht kocht ze waarbij de luchtmachtbaas toen al, buiten het interview om, zei dat bewapenen van de Reaper uiteindelijk noodzakelijk zou zijn. Die vooruitziende blik was op dat moment zoiets als vloeken in de kerk. Dat kwam doordat de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II, Frans Timmermans, ‘de kwestie bewapende drones internationaal wilde bespreken.’
De MQ-9 Reaper, ontwikkeld door General Atomics, heeft een bereik van ruim 1.800 kilometer en kan tot veertien Hellfire-raketten of lasergeleide bommen dragen. Het is een veelzijdige drone die in staat is om langdurige verkenningsmissies uit te voeren, doelen aan te vallen én strategische operaties uit te voeren. (Foto: sergeant-majoor Cristian Schrik)
Bayraktar TB2 (Turkije)
De Bayraktar TB2 heeft in korte tijd een flinke reputatie opgebouwd vanwege zijn inzet in zowel het conflict rond de enclave Nagorno Karabach als in Oekraïne. De TB2 is ontwikkeld door het Turkse Baykar Makina, het bedrijf van Selçuk Bayraktar, schoonzoon van president Recep Tayyip Erdoğan. Uitgerust met hoogwaardige optische en infraroodsensoren, biedt de TB2 real-time informatie voor doelaanwijzing en inlichtingenverzameling. Met een maximale vluchttijd van meer dan 24 uur en de mogelijkheid om lasergeleide raketten te dragen, is de Bayraktar TB2 een veelzijdige en effectieve drone voor militaire operaties. Een nadeel: hij is traag en er moet binnen maximaal 150 kilometer verbinding zijn. (Foto: Bayraktar)
Heron TP (Israël)
De Heron TP, geproduceerd door Israël Aerospace Industries (AIA), is een strategische drone met geavanceerde verkennings- én aanvalscapaciteiten. De Heron kan tegelijk verschillende missies aan. Met een maximumvliegbereik van meer dan 7.400 kilometer en een vliegduur van zo’n 36 uur kan hij lang en ver van Israël worden ingezet. Dat is inmiddels wel bewezen; aartsvijand Iran kreeg er al veelvuldig mee te maken. (Foto AIA).
Wing Loong II (China)
China's Wing Loong II, ook wel Chengdu GJ-2 genoemd, is vanwege zijn veelzijdigheid en kosten interessant voor minder draagkrachtige landen. Het betreft een middelgrote aanvals-, verkennings- en bewakingsdrone. Met een vliegbereik van ongeveer vierduizend kilometer kan de Wing Loong II operaties uitvoeren met diverse ladingen, waaronder lucht-grondraketten en bommen. Hoewel pas in 2017 geïntroduceerd, heeft de exportversie van deze Chinese drone zich bewezen. De Verenigde Arabische Emiraten, Pakistan en Egypte kochten er tientallen. Inmiddels is er een opvolger, de Hongdu GJ-11. Daarover is echter nog niet veel bekend. (Foto: Wikipedia)
MQ25 Stingray (Verenigde Staten)
De MQ25 Stingray van Boeing is misschien een vreemde eend in de bijt, maar niet minder belangrijk. Het UAV-systeem is in feite een tankvliegtuig. In 2021 bewees de Stingray z’n kunnen door in de lucht een E-2D Advanced Hawkeye bij te tanken (check de clip!), een F/A-18 Super Hornet, een EA-18G Growler en een F-35C. Opererend vanaf het vliegkampschip USS George W. Bush, zorgde het toestel daarmee voor een wereldprimeur. Uiteindelijk krijgen alle vliegkampschepen van de Nimitz- en Ford-klasse de MQ25. De varende ‘vliegvelden’ zijn dan minder afhankelijk van de komst van grote en kwetsbare tankvliegtuigen.
Aarok (Frankrijk)
De Aarok vormt de volgende generatie gevechts-UAV’s van Frankrijk. Dit onbemande vliegtuig was voor het eerst te zien tijdens de Paris Air Show 2023. Het toestel van het Franse defensiebedrijf Turgis & Gaillard heeft een indrukwekkende spanwijdte van 22 meter. Hij kan meer dan twintig uur in de lucht blijven en vliegt met een snelheid van 450 kilometer per uur. De Aarok is multi-inzetbaar, zowel als verkenner met zeer krachtige optronische en elektromagnetische sensoren, maar ook bewapend met zowel lucht-landraketten als anti-luchtdoelwapens.
Taranis /nEUROn (Europees)
De Brexit heeft ook gevolgen gehad voor de ontwikkeling van een gezamenlijke Frans-Britse drone. Een Brits conglomeraat onder leiding van BAE Systems en een partnerschap van Europese fabrikanten onder leiding van het Franse Dassault Aviation, besloot in 2014 de inspanningen te bundelen. Beide vliegtuigen waren al met succes getest en maakten hun eerste vluchten in respectievelijk 2013 en 2012. In 2014 tekenden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk een contract om de ontwikkelingen te combineren tot een Europese gevechtsdrone, het Future Combat Air System. De Brexit zette daar echter weer een streep door. Sinds 2020 lijkt het Taranis-project te zijn geïntegreerd in het Britse project Tempest, terwijl nEUROn nog steeds in de testfase verkeert. De twee behoren tot de meest geavanceerde zogenoemde stealth-UAV's.
S-70 Okhotnik-B (Rusland)
Rusland kan niet achterblijven met z’n eerste stealth-gevechtsdrone. De S-70 is een voortzetting van een eerder MiG-project, genaamd ‘Skat’. De Sukhoi S-70 Okhotnik wordt aangedreven door een AL-31 turbostraalmotor. Hij vliegt naar verwachting met een topsnelheid van duizend kilometer per uur en kent een bereik van zesduizend kilometer.
Wat deze UAV onderscheidt van soortgelijke vliegtuigen is zijn formaat: hij kan bijna drie ton bewapening vervoeren. De Okhotnik is ontworpen om samen te werken met de Su-57 en komt naar verwachting in 2025 in dienst bij de Russische luchtmacht. Tot voor kort waren er twee operationele prototypes van de Okhotnik B. Volgens Britse bronnen zou één daarvan afgelopen maand aan de grens met Oekraïne door eigen troepen zijn neergehaald.
XQ-58 Valkyrie (Verenigde Staten)
De XQ-58A Valkyrie is de volgende logische stap in de evolutie van UAV’s. Hij is ontworpen als ondersteuning voor gevechtsvliegtuigen. De besturing gebeurt door piloten, maar er is ook al ruimte voor kunstmatige intelligentie. De XQ-58A is daarmee, net als de Australische MQ-28 Ghost Bat, een zogenoemde loyal wingman. De Valkyrie kan verkenningen uitvoeren, de vijand aanvallen en zo nodig een kamikaze-aanval plegen om bemande vliegtuigen te beschermen. Voor een aanschafprijs van rond de twee miljoen euro lijkt dit toestel op termijn een goedkoop en veiliger alternatief voor bemande vliegtuigen. Hoewel de Valkyrie zich nog in de testfase van het prototype bevindt, voerde de drone de eerste vlucht uit in 2023.
Global Hawk (Verenigde Staten)
Tot slot de grootste, die niet mag ontbreken. De MQ-4 Global Hawk. Dit toestel kan meer dan 32 uur vliegen op een hoogte van achttien kilometer. Met een maximale snelheid van 580 kilometer per uur kan de MQ-4 een afstand van bijna 23.000 kilometer overbruggen. Er hangt wel een behoorlijk prijskaartje aan: één enkele Global Hawk-drone kost ruim 130 miljoen dollar, exclusief de ondersteunende grondinfrastructuur.
Niet nieuw
De drone is ouder dan menigeen denkt. Hij bestaat al ruim honderd jaar. De eerste aanval met ‘onbemande toestellen’ was rond 1849, toen Oostenrijk bommen onder ballonnen hing die in het belegerde Venetië moesten neerkomen. De eerste van afstand bestuurde vliegtuigen zijn gebouwd in de Eerste Wereldoorlog. De Britten gebruikten vroege radiotechnologie om zo’n toestel te ontwikkelen. Dat gebeurde bij het geheime Experimental Works van het Royal Flying Corps in Feltham. Ook in de Tweede Wereldoorlog zijn drones ontwikkeld, zoals de OQ-2. Maar dat waren kleine toestellen die voornamelijk als doel voor de luchtdoelartillerie dienden.