Esten leren van ervaren Nederlanders

De eerste helft van Operatie Baltic Lightning in Estland zit erop. Vandaag keerde het F-35-personeel van Vliegbasis Leeuwarden terug op Hollandse bodem. Afgelopen week droeg het detachement de Air Policing-taak aan de NAVO-oostgrens over aan hun collega’s van Vliegbasis Volkel. Terugblik op een tot dusver geslaagde missie.

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra

‘Onze werkwijze is defensief’

Vliegtuigonderscheppingen

Sinds de start van de operatie op 1 december wordt de Quick Reaction Alert (QRA) negen keer ingeschakeld om vliegtuigen te onderscheppen, die langs de oostgrens van het NAVO-grondgebied vliegen. De soorten toestellen en formaties die de F-35-vliegers aantreffen verschillen, vertelt detachementscommandant luitenant-kolonel vlieger ‘Banzai’. “Onze werkwijze is defensief en professioneel. Van verdere escalatie is steeds geen sprake.”

Noren en Denen

Naast de QRA-taak bewaken de Nederlandse luchtmachtmilitairen de grens ook proactief en zichtbaar. Dat gebeurt in de lucht met patrouillevluchten en trainingsmissies. De NAVO houdt het luchtruim boven de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) en de internationale wateren van de Oostzee en Finse Golf namelijk nauwlettend in de gaten. Op 30 januari vliegen vier extra Nederlandse F-35’s in voor een trainingsmissie met twee Noorse F-35’s en twee Deense F-16’s. Bij terugkomst op Ämari Air Base maakte de defensiefotograaf bovenstaande foto van de acht Nederlandse toestellen.

Estse monteurs opleiden

Tijdens hun uitzending leiden de F-35-techneuten hun Estse collega’s op in het binnenhalen van de gevechtsvliegtuigen en hoe die weer klaar te maken voor vertrek. Daarbij gaat het om het opvangen, veilig wegzetten en het bijtanken van toestellen, vertelt avionica-specialist sergeant 1 Kroon. “Stel dat onze F-35’s hier ooit onverwachts moeten landen, dan zijn onze Estse collega’s - die zelf geen gevechtsvliegtuigen binnen hun luchtmacht hebben - in staat om deze handelingen te verrichten.” De meeste Estse monteurs zijn leergiering en noemen het werken op de vijfde generatie jachtvliegtuigen impressive en very interesting."

Bevroren snor

Waar er begin december nog een bescheiden laagje sneeuw op Ämari Air Base lag (zie bovenstaande foto), veranderde de luchtmachtbasis begin januari in een heus winterwonderland met zo’n halve meter sneeuw. Door een straffe wind daalde de gevoelstemperatuur tot min 12 graden. De snor van hoofd Logistiek kapitein Mark bevroor toen hij een wandelingetje van tien minuten van de onderhoudshangaar naar het QRA-gebouw maakte.

‘De reservisten horen volledig bij het team’

Bewaken en beveiligen

Militairen met honden van de Object Grond Verdediging (OGRV) bewaken en beveiligen de Nederlandse objecten op Ämari Air Base. Van de uitgezonden militairen is een kwart reservist. Ze behoren tot de Groep Luchtmacht Reserve (GLR). “We zijn blij met ze”, vertelt hondengeleider sergeant Randy (niet op de foto). “Momenteel wordt er meer van de OGRV gevraagd dan we aankunnen. De reservisten horen volledig bij het team. Ze kunnen en doen exact hetzelfde werk als beroepsmilitairen en zijn bovendien gedreven.”
Reservisten vormen volgens de jongste Defensienota een volwaardig onderdeel van de 'schaalbare' krijgsmacht en zijn essentieel voor de slagkracht en het uithoudingsvermogen. Overigens draait het OGRV-team in Estland een volledige missie, plus op- en afbouw. Dit in tegenstelling tot de F-35-detachementen van Leeuwarden en Volkel, die elkaar aflossen.

Dataklus overdragen

Militairen van de Nationale Datalink Management Cell (NDMC) zorgen er via een beveiligd netwerk voor dat alle NAVO-partners die actief zijn boven, in en rondom de Baltische staten informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Zo blijven ze op de hoogte van de actuele situatie. Nederland vervulde deze taak al eerder vanuit Litouwen. Ook Duitsland nam die meermaals en voor langere tijd voor zijn rekening. Na maart is het de bedoeling dat de Baltische staten de klus zelf gaan klaren. “Momenteel dragen we onze kennis en ervaring over aan datalinkmanagers van de Oostzeelanden”, vertelt commandant NDMC majoor Jaco Booij (niet op de foto). “Ze zijn allemaal opgeleid, maar hun operationele praktijkervaring is nog laag. Wij ondersteunen en adviseren op dat vlak.”

‘De meeste Esten beseffen dat wat Oekraïne overkomt, ook hier kan gebeuren’

Waardering

“De meeste Esten beseffen dat wat Oekraïne overkomt, ook hier kan gebeuren”, vertelt detachementscommandant ‘Banzai’. “Velen herinneren zich nog de periode voor de val van de Sovjet-Unie. We horen dan ook bijna dagelijks van Esten op de vliegbasis dat ze onze aanwezigheid waarderen. Ze doen waar nodig hun best ons te helpen bij ons werk.”