Koninklijke Marechaussee krijgt weer eskadrons Militaire Politie

De Militaire Politie (MP) is terug van weggeweest. Alles wordt uit de kast getrokken om twee nieuwe eskadrons te vullen en op te leiden.
 

Tekst Hanna Gillissen en kapitein Arjen de Boer | Foto’s Paul Tolenaar en archief Mediacentrum Defensie (MCD)

Hanno is terug op het oude nest. En hij is blij toe, Hanno heeft het werk, het groene vlekkenpak gemist. In 2008 moest hij met enkele collega’s letterlijk en figuurlijk het licht uitdoen van het laatste eskadron Militaire Politie (MP). Tijdens een nieuwe bezuinigingsronde viel het besluit om de militaire politietaken van de Koninklijke Marechaussee te schrappen. Hanno moest als plaatsvervangend commandant binnen korte tijd de boel opheffen.

Maar anno 2025 is de situatie compleet omgedraaid. Hoe cru het ook mag zijn, door de Russische oorlog in Oekraïne heeft de NAVO nieuw elan gekregen. Ook Nederland steekt fors meer geld in Defensie om aan de NAVO-eisen te voldoen. De Military Police hoort daar bij; twee multifunctioneel inzetbare eskadrons van ieder zo’n honderddertig mannen en vrouwen.

Linkerfoto marechaussees in beschermende ME-kleding bij een gepantserd voertuig. Rechterfoto een collega van de Militaire Politie staat bij een krijgsgevangene die op zijn knieën in het gras zit met de handen achterop zijn hoofd.
De Militaire Politie kan onder andere worden ingezet voor het beteugelen van onrusten en de afhandeling van krijgsgevangenen.

Zij zullen dus weer een vlekkenpak aantrekken en ‘groene dingen’ doen. De eskadrons kunnen net achter het front worden ingezet. Maar ook in het binnenland voor het beteugelen van onrust of bewaken en beveiligen. De MP begeleidt militaire colonnes richting het front, ondersteunt de afhandeling van krijgsgevangenen en bewaking van vitale infrastructuur zoals een hoofdkwartier. “De MP-collega beschikt over de can do-mentaliteit, is creatief en flexibel, heeft een militaire mindset”, zegt Hanno. “Het wordt een grote ontdekkingsreis, maar straks zijn we een hechte club met een sterke korpsgeest.”

Portretfoto van kapitein Eva met blauwe baret op en armpatches van de Militaire Politie en een Nederlandse vlag.
Kapitein Eva

‘Ik heb het groene gedeelte gemist’

Kapitein Eva, waarnemend hoofd S3 Operaties/S5 Plannen,
101 Marechausseebataljon.

“’Er komt weer een groene eenheid binnen de Marechaussee. Toen ik dat hoorde, was ik meteen geïnteresseerd. Op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) bouwde ik een band op met collega’s van andere krijgsmachtdelen. Mijn eerste twee functies bij de marechaussee als operationeel teamleider en junior adviseur Landelijk Tactisch Commando vond ik superleuk. Maar ik miste het groene gedeelte, de kameraadschap van de KMA.

De marechaussee is de laatste jaren de blauwe kant opgegaan. Vooral de landmacht heeft MP-taken moeten uitvoeren waarvan ze geen specifieke kennis hebben. Ik vind het mooi dat wij die taken, waar we van oudsher goed in zijn, weer oppakken. In de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn verplaatsingen over wegen heel belangrijk. Zonde als je daar gevechtscapaciteit voor moet inzetten. Die collega’s heb je hartstikke hard nodig aan het front. Binnen de bataljonsstaf ben ik verantwoordelijk voor de operaties en planning. Als marechaussee zijn we het niet gewend om zo ver vooruit te plannen. Maar dat moet nu wel. Januari 2027 moeten we volledig inzetbaar zijn met één MP-eskadron. We hebben minder dan twee jaar om iedereen op te leiden en te certificeren.

Daarnaast zoek ik met mijn team naar de invulling van onze taakstelling. We beginnen met niks, bouwen het samen op. Ik kan van mijn eigen ideeën werkelijkheid maken. Dat vind ik het mooie eraan. We worden door de landmacht met open armen ontvangen. Ik kijk uit naar de oefeningen die we samen gaan doen, denk dat we veel van onze landmachtcollega’s kunnen leren.”

Portretfoto van luitenant Gijs met blauwe baret op en armpatches van de Militaire Politie en een Nederlandse vlag.
Eerste luitenant Gijs

‘Zelf de koers bepalen’

Eerste luitenant Gijs, pelotonscommandant 103 Marechaussee eskadron, 101 Marechausseebataljon.

“Ik ben benieuwd voor welke taak we het meest worden ingezet. Vanuit de NAVO ligt er druk op de MP combat support. Als het nodig is, ondersteunen wij 13 Lichte Brigade in een conflictgebied, bijvoorbeeld bij het proces rond krijgsgevangenen en het begeleiden van konvooien. Maar er is vanuit de politie ook behoefte aan ondersteuning bij ordehandhaving, onze andere taak. Er zijn veel demonstraties in ons land de laatste tijd die tot onrust leidden. We weten niet hoe het zal lopen en dat maakt deze functie zo leuk. Begin februari zijn we als peloton gestart met de gereedstelling. We zijn eerst de basisopleiding van de Mobiele Eenheid/Bijstandseenheid in gegaan. Daarna volgt de ‘groene’ opleiding, de militaire skills en drills. Als pelotonscommandant ben ik dan ook gewoon cursist.

We beginnen met een nieuw team aan een nieuwe taak, want veel MP-kennis is weg. Dat is best uniek binnen Defensie. Ik ben niet de tiende teamleider die instapt, ik kan juist zelf de koers bepalen. Dat spreekt mij enorm aan. Aan mij de taak om mensen binnen mijn peloton op de juiste posities te krijgen. Ook moet ik het goede voorbeeld geven. We zullen veel weg zijn van huis voor trainingen en oefeningen. Dan moet ik niet gaan lopen zeuren. Ik realiseer mij: als de oorlog in Oost-Europa escaleert, gaan wij die kant op. Daar heb ik goed over nagedacht en daar ben ik toe bereid. Maar ik hoop heel nadrukkelijk dat het niet gaat gebeuren.”

Portretfoto van marechaussee-1 Leense met blauwe baret op en armpatches van de Militaire Politie en een Nederlandse vlag.
Marechaussee-1 Leense

‘Leuk om meer buiten te zijn’

Marechaussee-1 Leense, marechaussee-beveiliger/chauffeur 103 Marechaussee eskadron, 101 Marechausseebataljon.

“In de wandelgangen werd al een tijdje gesproken over de nieuwe eenheid waar de Bijstandseenheid (BE) onder zou vallen. Ik was medewerker grensbewaking op Schiphol met BE als neventaak. Daar wilde ik wel een fulltime taak van maken. Ik heb me ingelezen. Ook over de andere taak, MP combat support. Het begeleiden van konvooien, afhandelen van krijgsgevangenen, veel in het buitenland… Dat sprak me aan. Ik heb mijn zinnen erop gezet en zodra het kon gesolliciteerd. Veel van mijn oude collega’s deden dat niet omdat ze moeite hebben met de onzekerheid. Wat gaat het werk precies inhouden? Hoe vaak ga je naar het buitenland? Ik voel een lichte spanning, maar heb er vertrouwen in.

Bij de marechaussee schieten we alleen met het Glock-pistool en het HK416-geweer, nu gaan we met alle lichte wapensystemen werken die de landmacht ook gebruikt. Naast BE-bussen, Amarok-terreinvoertuigen en crossmotoren, krijgen we de zwarte variant van de Manticore, het nieuwe gepantserde voertuig van Defensie. Ik word hier als chauffeur nog voor opgeleid. Eerst hebben we met z’n allen de ME-opleiding gevolgd. Ik heb deze dus opnieuw gedaan, zodat ik collega’s kon ondersteunen en kennis delen. Daarna is het groene gedeelte gestart. Onze taken gaan meer op die van de landmacht lijken. Hoe de infanterie opereert in het veld is heel anders dan onze werkwijze in het publieke domein. Met een land als vijand, in plaats van één verdachte. Dat zal wel even wennen zijn, maar ik zie het positief tegemoet. Ik hoop dat we, als we gereedstaan, een missie gaan draaien.”