Tekst kapitein Joris van Duin
Foto Louis Meulstee
Nieuwe commandant moet enorme groei in goede banen leiden
Kleren maken de man, luidt het aloude gezegde. In het geval van militairen is dat niet anders. De loopbaan van elke militair begint met een ronde door het complex van het KPU-bedrijf. De onderneming is daarmee een centrale schakel in het functioneren van de groeiende krijgsmacht. Het KPU-bedrijf staat aan de vooravond van grote veranderingen, die kolonel Dave van Noort als scheidend commandant niet meer gaat meemaken. Hij droeg het stokje op 26 september over aan kolonel Jan Vonk.
Wie denkt dat de nieuwe baas van het KPU-bedrijf een streepje voor heeft bij de eigen schoenmakerij, heeft het mis. “Het interview kan doorgaan, maar ik moet even naar de schoenmaker. Die zit zo vol met afspraken dat ik blij moet zijn dat er een gaatje is”, mailt aankomend commandant KPU-bedrijf kolonel Jan Vonk voorafgaand aan dit gesprek.
Het is misschien wel tekenend voor de manier waarop men hier werkt: iedereen komt aan de beurt, maar we kunnen niet toveren. Al wordt dat soms wel verwacht, vertelt afzwaaiend kolonel Dave van Noort, terwijl schoenmaker Marije de voeten van Vonk opmeet.
U was hier vier jaar commandant, wat heeft u geleerd?
“Accepteren dat je het iedereen niet altijd naar de zin kan maken. Ik zeg altijd: 97 procent gaat goed, maar het gaat altijd over de 3 procent die niet goed gaat. Iedereen hier doet zijn stinkende best om alles zo goed mogelijk te regelen.”
Met welk gevoel kijkt u terug?
“Het waren tropenjaren, maar wel mooie tropenjaren. Ik moet er echt nog aan wennen dat ik hier wegga. De inval van Rusland in Oekraïne zorgde hier voor een kentering. Eerst hadden we als Defensie weinig geld en hadden leveranciers genoeg spullen. Nu hebben we meer geld, maar is er juist schaarste bij leveranciers, omdat veel landen investeren in hun krijgsmacht en dus ook in kleding en uitrusting."
“We zijn enorm gegroeid: bij het KPU-bedrijf werken bijna de helft meer mensen dan toen ik begon en we verwerken nu meer dan 500.000 orders per jaar, tegenover 300.000 in 2021. Ook het budget is gestegen: van 67 naar 130 miljoen euro. Dat zijn grote veranderingen.”
Een half miljoen orders per jaar?
“Ja, zo’n 1.200 per dag, met gemiddeld slechts 1,6 artikel per order. Daar moeten we iets mee, want de verwachte groei kunnen we in de toekomst niet meer aan. Ik hoop dat mensen begrijpen dat ‘vandaag besteld, is morgen in huis’ hier niet lukt.”
Voor welke uitdagingen staat het KPU-bedrijf?
“Defensie groeit, dus moeten wij mee. We moeten meer mensen aannemen, maar we zien ook dat we uit onze jas groeien: binnen nu en vijf jaar zitten we aan de max wat we kunnen wegzetten. Meer opslagcapaciteit is belangrijk. We hopen voor die tijd een nieuwbouwlocatie te hebben. Daarbij moeten we ook kritisch naar ons logistiek concept kijken. In maart volgend jaar rollen we een nieuw bedrijfsvoering ondersteunend systeem uit, waardoor allerlei processen en voorraden inzichtelijker worden. Dat gaat ons enorm helpen. Het orderwerk ligt tijdens de implementatie wel twee weken stil. Maar daarna kunnen we efficiënter werken. Hopelijk gaan de gebruikers dat merken.”
Wat kunnen militairen de komende tijd verwachten?
“De nieuwe gevechtskleding uit het project Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS) komt er straks aan en dat is een stap in de goede richting. Onderkleding, jassen, dat ziet er echt goed uit.”
Waar bent u trots op, na vier jaar KPU-bedrijf?
“We hebben hier afgelopen jaren 22 mensen met een arbeidsbijzonderheid aangenomen. Zij maken deel uit van ons bedrijf, staan er middenin. Dat is echt mooi. Maar ook: in het eerste jaar na de inval van Rusland in Oekraïne hebben we heel veel kleding en uitrustingstukken naar Oekraïne gestuurd. Zoals ook pallets vol spullen, speciaal voor vrouwelijke militairen. Dat kwam bovenop ons normale werk en niemand twijfelde eraan of we dat wel moesten doen.”
Dan is schoenmaker Marije klaar met de voeten van kolonel Jan Vonk. Op een later moment krijgt hij op maat gemaakte kisten. “Mooi hoe dat hier gaat”, zegt Vonk. Hij heeft nog tijd voor een paar korte vragen.
Wat heeft u eigenlijk met kleren?
“Die heb ik aan”, lacht Vonk. “In een vorige functie was ik coördinator Militair en Uitrusting bij de voorganger van COMMIT, DMO. Daar was ik verantwoordelijk voor alle projecten in de kubieke meter rondom militairen. Dat noemde ik HULK: helm, uitrusting, laarzen en kleding. Ik heb er enig inzicht in.”
Weet u waar u aan begint?
“Natuurlijk. In die vorige functie bewoog ik me als het ware aan de buitenkant van het KPU-bedrijf. Vanuit die positie maakte ik mee wat er gebeurde, maar tijdens de HOTO (overdracht red.) met Dave en de mensen van het KPU-bedrijf begrijp ik pas echt hoe het in elkaar steekt. Een groot aantal van hen, met wie ik straks ga samenwerken, heb ik 1 op 1 gesproken.”
Waar heeft u zin in?
“De doorontwikkeling van het KPU-bedrijf. De nieuwbouw en de daaraan gekoppelde logistieke dienstverlening. We moeten aanpassen aan de huidige tijd, maar de service moet op net zo’n goed niveau blijven. Ook kijk ik naar de omschakeling naar Hoofdtaak 1: hoe kunnen we militairen, die bijvoorbeeld naar het front zouden moeten, het beste van welke spullen voorzien?”
Hoe gaat dat er uitzien?
“Maar het is evident dat het de taak van het KPU-bedrijf blijft om militairen en burger-geüniformeerden op tijd te voorzien van kleding en uitrusting om hun taak waar dan ook ter wereld uit te kunnen voeren. Daarbij wachten we niet af hoe Defensie-eenheden Hoofdtaak 1 gaan invullen. Want als je als ondersteuner wacht tot de ‘klant’ met diens behoefte komt, zijn we te laat.”