Tekst kapitein Nico Schinkelshoek
Foto sergeant-majoor Barend Westerveld
Virtuele omgeving doorgunners en loadmasters krijgt flinke opknapbeurt
De virtuele oefenwereld voor doorgunners en loadmasters voelt levensecht aan. In de Doorgunner Simulator (DGS) op Gilze-Rijen kan deze doelgroep zich voorbereiden op het echte werk in de lucht. Vanwege de flinke opknapbeurt die de DGS onlangs kreeg, is de beleving nog beter dan voorheen. “We kunnen de collega’s hier in een rustig tempo ‘up to speed’ brengen, zodat ze klaar zijn voor hun taak in de helikopter als ze op oefening of missie gaan”, vertelt instructeur sergeant-majoor Dennis.


Terwijl de doorgunners in de overvliegende Chinooks op deze zonnige dag uitkijken over Noord-Brabant, hebben hun collega’s op de grond de bestemmingen voor het kiezen. In een van de gebouwen op het Defensie Helikopter Commando (DHC) waant sergeant Michiel zich vandaag boven Vlieland en ziet hij marineschip Zr.Ms. Johan de Witt even later door de Noordzee glijden. Virtueel welteverstaan.





‘Een boordwapen bedienen kunnen we hiermee vanaf nul aanleren’
Opleiding in simulator
De ruim 180 (door)gunners en loadmasters die bij de krijgsmacht werken, zien de DGS tenminste eenmaal per jaar vanbinnen voor hun jaarlijkse vaardighedencheck. Een groot deel van deze gemeenschap kent de ruimte inmiddels als hun broekzak, omdat zij er eerder ook hun drie weken durende basisopleiding binnen dit vakgebied volgen. Dat laatste is ook het belangrijkste doel ervan, legt Hoofd DGS eerste luitenant Clarence uit. “Iedereen die achterin de cabine zit van een transporthelikopter, moet bevoegd zijn om een boordwapen te bedienen. Hiermee kunnen we dat vanaf nul aanleren.”
Omdat het simpelweg veel tijd en geld kost om steeds echte vluchten te maken, werd de simulator zo’n tien jaar geleden in het leven geroepen. Met succes. “De kans dat je echt gaat schieten vanuit de helikopter is vrij klein, dus hier kunnen we dat simuleren en cursisten in die situatie brengen om te zien hoe ze daarop reageren”, zegt Dennis. Na gemiddeld vijf simulatorsessies die tussen een half uur en drie kwartier duren, vliegen ze nog een half uur overdag en een half uur in het donker in echte toestellen.



24 beamers projecteren de virtuele wereld een stuk scherper dan voorheen
Reeks verbeteringen
De groep doorgunners en loadmasters treft sinds kort een vernieuwde oefenomgeving aan op de Noord-Brabantse luchtmachtbasis. Verspreid over twee kamers staat een cabine van de Chinook opgesteld. In de ene ruimte de achterklep van waaruit de doorgunner zijn vaardigheden op de proef kan stellen, een kamer verderop het deel waar de loadmaster en de gunner te werk gaan. In beide gevallen zijn deze vers geverfde skeletten van de helikopter omringd door een dome, een soort grote bol waar 24 gloednieuwe beamers de virtuele wereld een stuk scherper op projecteren dan voorheen.
Door het ‘ei waarin ze vliegen’, begeven de cursisten zich in een bijzondere wereld, vertelt instructeur Dennis. “Cursisten hebben niet eens meer door dat ze in een simulator zitten.” Door de nieuwe projectors is ook het oefenen in het duister met nachtzicht nu veel beter mogelijk.

Snel ombouwen
De simulator kan in een dagdeel omgebouwd worden tot een ander type helikopter. Hoewel grofweg tachtig procent van de gebruikers in de ‘Chinook’ stapt, zijn ook vliegsessies in de Cougar en NH90 mogelijk. Het type boordwapen is eveneens aan te passen. “Zo kunnen we de M3M toevoegen, maar ook de minigun komt later beschikbaar voor de opleidingen”, aldus Clarence.
‘Het wapen wordt niet heet en je ruikt geen kruitdampen’
Munitiekistjes
Oké, niet alles is zoals in het echt, geeft luitenant Clarence toe. “Het wapen wordt niet heet, je ruikt geen kruitdampen en er blaast bijvoorbeeld geen koude wind in je gezicht. Maar, qua procedures werkt het één op één met de werkelijkheid.” Om de realiteit nog beter te benaderen, vond ook een andere belangrijke verandering plaats. “In de simulator trainen met een boordwapen deden we altijd al, maar we merkten dat de cursisten in de echte helikopter zaken tegenkwamen die we hier niet hadden. Bijvoorbeeld het wisselen van een munitiekistje of het legen van de zak onder het wapen waarin de hulzen vallen. Dat hebben we nu gelijk toegevoegd”, legt sergeant-majoor Dennis uit. “We hebben nu onder meer echte munitiekistjes die je eraf kunt halen. Een leeg kistje weegt daarbij daadwerkelijk minder dan een volle”, vult Clarence enthousiast aan.


Naar Texas als doorgunner
Vanuit het ‘instructor station’, een kamer naast een van de domes, heeft een instructeur ondertussen zicht op het grote, nieuwe scherm waarop verschillende beelden getoond worden. Onder meer is te zien door welk terrein de ‘Chinook’ momenteel vliegt, maar ook welke handelingen doorgunner sergeant Michiel tijdens zijn sessie exact verricht. Linksboven op het scherm is via een live beeld te zien dat hij de virtuele omgeving nauwlettend in de gaten houdt en vervolgens juist handelt wanneer zijn wapen in storing schiet. Na zo’n dertig minuten stapt hij tevreden de kamer uit en loopt hij de gang op. “Het ging lekker”, reageert hij.
De sergeant volgde in november zijn training tot doorgunner, maar vliegt nu op eigen initiatief een aantal extra rondjes in de gesimuleerde wereld. Binnenkort vertrekt hij namelijk met 298 Squadron naar het Amerikaanse Texas voor een tien weken durende vervolgopleiding. “Dit is een mooie aanvulling op mijn voorbereiding. Misschien niet alles is hier na te bootsen, maar de visuals en calls zijn heel realistisch.”

‘Cursisten hebben niet eens door dat ze in een simulator zitten’
COMMIT: eisenprogramma en onderhoud
Al sinds de begindagen van het project is systeemmanager Rob van het Commando Materieel en IT (COMMIT) bij de DGS betrokken. Zo hielp hij nog met het opstellen van het eisenprogramma. Dat gebeurde in samenspraak met de luchtmacht. Het Amerikaanse bedrijf PSI kwam destijds als winnaar uit de bus. Uiteindelijk werd de simulator in 2015 opgeleverd. Tegenwoordig houdt Rob zich op de afdeling Lucht & Joint van het JIVC bezig met het onderhoud aan de DGS. “Alle storingen gaan rechtstreeks naar de Nederlandse onderleverancier, maar ik heb daar wel inzicht in. Op die manier kan ik eventuele trends zien en daarover met de fabrikant in gesprek gaan”, legt hij uit. “We hebben korte lijnen. Eens per kwartaal zitten we samen om dit soort zaken te bespreken.”
Bij de vernieuwingen die eind vorig jaar gedaan werden, was COMMIT opnieuw betrokken. Na het formuleren van de behoeften werd duidelijk dat naast beamers bijvoorbeeld ook nieuwe beugels nodig waren om die op te hangen. De aanpassingen noemt hij ‘een hele verbetering’. “De lichtopbrengst is veel hoger dan bij de oude beamers. Ook het infraroodbeeld is scherper, waardoor cursisten met night vision goggles kunnen trainen.”
Ja, het zou grafisch soms nóg beter kunnen, vindt Rob, maar de beperkte rekenkracht van de computers moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden. Het is bovendien geen spelcomputer, benadrukt de systeemmanager. “Daar zit een heel ander beleid en commercieel verhaal achter.” Toch is Rob zeer tevreden met de DGS, waarin nagenoeg alle denkbare scenario’s zijn in te stellen. “Ik ben nog steeds onder de indruk van dit systeem. Het is het enige ter wereld dat op deze manier werkt.”
