DE VLIEGENDE HOLLANDER 18-12-2024

Dit artikel hoort bij: Specials 01

Op de kruising van operatie en bestuur

PC-LSK: ‘Zorgen dat de luchtmacht er morgen beter klaar voor is dan vandaag’

x
Leestijd: 6 minuten

Iedere maand richt een andere commandant zich tot jullie in het voorwoord van de Vliegende Hollander. In de laatste aflevering uit deze serie het woord aan de Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Robert Adang.

“Als PC-LSK gaat mijn meeste tijd op aan het zijn van Chef Staf, dus het aansturen van de luchtmachtstaf. Die is er voor om de luchtmacht te richten en de uitvoering van de commands te ondersteunen. Maar ook om luchtmachtplannen goed te laten aansluiten bij de strategische processen die in Den Haag plaatsvinden. Daarnaast ben ik natuurlijk ook plaatsvervangend commandant en vertegenwoordig of vervang ik de C-LSK bij diverse gelegenheden. Zo zijn we samen het gezicht van de luchtmacht naar buiten. Tot slot ben ik nog Inspecteur der Reservisten en Veteranen van de Koninklijke Luchtmacht. Beide zijn enorm belangrijke taken. Het veteranen-, maar vooral het reservistenbeleid zijn natuurlijk enorm in ontwikkeling, waarbij ik zelf ook actief betrokken ben. Het is een breed takenpakket, maar dat maakt het ook leuk. Je zit op de kruising van operatie en bestuur, dus eigenlijk komen alle lijnen daar bij elkaar. Dat maakt het machtig interessant, zeker in deze tijd.

‘Het is een breed takenpakket, maar dat maakt het ook leuk’

Adang achter een spreekgestoelte.
Adang in zijn rol als Inspecteur der Luchtmachtveteranen en Postactieven, tijdens de Luchtmachtveteranendag van afgelopen oktober.

Want onze grootste uitdaging is ‘hoe maken we die luchtmacht klaar voor Hoofdtaak 1’. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de luchtmacht als onderdeel van de krijgsmacht en van de NAVO er morgen beter klaar voor is dan vandaag? Daarmee zijn we bijna 24-7 bezig. Hoofdtaak 1 komt in alles terug. In alle onderdelen van de functie, maar eigenlijk gewoon in alle onderdelen van de luchtmacht en Defensie. En daar komt onwaarschijnlijk veel bij kijken. Hoe managen we dat met elkaar? Eigenlijk moet je honderden dingen tegelijkertijd beetpakken en oplossen, terwijl je maar tijd hebt voor tien of twintig. Dat betekent duidelijk dat we prioriteiten moeten stellen. Maar gaan we het redden? Ja! Het niet redden is namelijk geen optie. Dat besef helpt me altijd en geeft mij energie. Maar ‘can do’ is te makkelijk. Dat hebben we met elkaar al duizend keer bewezen. We zijn er ongelooflijk goed in. Dit gaat veel verder, dit is veel complexer.

‘Heel serieuze dreigingen, maar dat maakt het werk wel ongelooflijk bevredigend’

Want met elkaar een organisatie van zo’n 9.000 luchtmachters klaarmaken voor Hoofdtaak 1, is een majeure opgave. Dat is zó groot. Dat vergt gelijktijdige inzet van alles en iedereen. En dat is ook wat de C-LSK bedoelt met ‘Fight Tonight, Fight Tomorrow, Fight Together’. Klaar zijn om vanavond oorlog te voeren, maar het ook een tijd kunnen volhouden én winnen. En dat níet alleen, maar samen met al onze partners binnen Defensie, internationaal en in de samenleving. Ik heb in de 41 jaar bij Defensie nog nooit meer ‘sense of urgency’ gevoeld dan nu. En ook nog nooit meer een gezamenlijk doel. Er is zó'n focus. En ondanks dat de aanleiding niet fijn is en er heel serieuze dreigingen zijn, maakt dit het werk wel ongelooflijk bevredigend. Het gaat weer ergens over. Dit is waarvoor wij als krijgsmacht en als luchtmacht zijn. We kunnen de oorlog alleen maar voorkomen door er zo goed mogelijk klaar voor te zijn, om het een vijand zo onaantrekkelijk mogelijk maken om je aan te vallen. Dát is uiteindelijk onze opdracht.

PC-LSK Adang aan een tafel met marinemilitairen.
Adang verruilde in december een paar dagen van plek met de Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten, zie de rubriek In-Formatie.

Als je daarover met personeel praat, merk je ook frustraties. Bijvoorbeeld over obstakels die er in processen en procedures binnen Defensie nog steeds zijn. Die moeten we oplossen, maar zolang ze er nog zijn, moet je kijken hoe je er omheen kunt. Ik denk dat we daar goed in zijn. Zo oplossingsgericht mogelijk werken.

Dat geldt ook voor de personeelstekorten. Die merken we vooral bij onze operationele capaciteiten; technisch, vliegend en ondersteunend personeel. Maar dat is wel onze core business. Daar wordt de gevechtskracht gegenereerd.

Daarbij is onze organisatie nog ingericht op de vredesopenstelling: vijf dagen per week, overdag. Maar je merkt dat het ops-tempo zoals we dat noemen, de inzetfrequentie van alle wapensystemen, toeneemt. Dat trekt een wissel op de organisatie. Die hoge intensiteit komt vaak neer op de schouders van een relatief klein aantal mensen. Zoals op de KMSL waar ze een enorme opleidingsopdracht hebben. We vragen echt overal in de organisatie het uiterste van iedereen.

Dus moeten wervingsresultaten omhoog en daarin zijn we best succesvol. Door werving niet alleen centraal door één rietje te persen, maar ook decentraal te doen. Maar net zo belangrijk is zorgen dat de uitstroom kleiner wordt. Dat is het beste, want het kost jaren voordat je een ervaren collega hebt vervangen. Tegelijkertijd, als je wilt groeien, dan moet er ook aan de onderkant meer binnenkomen. Dat zal ook voor een deel met reservisten moeten. Daarvan hebben we er veel meer nodig. En ook dat is echt een grote opgave.

‘Toch even een moment vinden in tijden die niet altijd vrolijk en optimistisch zijn’

Als afsluiting wil ik graag aansluiten bij een slogan die ik nog bijna dagelijks gebruik: Eén team, één taak. Degene die dat ooit heeft bedacht, moeten ze alsnog een standbeeld geven, vind ik. Niets geeft krachtiger weer wat wij als luchtmacht zijn. En dat drijft mij. Zeker in deze tijd waarin we nog meer dan anders oog moeten hebben voor onze naasten. Ik wens dan ook iedereen toe dat ze de kerstdagen in vrede en veiligheid kunnen doorbrengen met vrienden, familie en geliefden. En juist voor hen die niet thuis zijn, onze uitgezonden collega’s: ik hoop dat jullie bij elkaar steun en gezelschap vinden en de kans hebben om samen stil te staan bij waar het leven om draait en de dingen waarmee we bezig zijn. Maar vooral om toch even een moment van rust en vriendschap te vinden in tijden die niet altijd vrolijk en optimistisch zijn. Om te zorgen dat we volgend jaar kunnen doorpakken met de dingen doen die Nederland en onze bondgenoten van ons nodig hebben.”