F-35-detachement staat dag en nacht paraat


Professioneel, waakzaam en in control. Dat kenmerkt de eerste helft van de missie Operatie Baltic Lightning in Estland. Het detachement uit Leeuwarden droeg begin februari de Air Policing-taak over aan de collega’s van Vliegbasis Volkel. Vlak voordat ze uitroteerden, namen ze een team van het Mediacentrum Defensie een dagje mee op Ämari Air Base.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra
Trainingsmissie met vier extra F-35’s
’s Morgens half acht, buiten is het aardedonker. De relaxte vibes van Blackstreets ‘No Digity’ vullen het Quick Reaction Alert-gebouw op de Estse vliegbasis. Ontspannen pratend maken vier F-35-vliegers zich gereed voor hun vlucht: dompelpak onder hun vliegeroveral aan, lunchpakket en flesjes water mee in een speciaal daarvoor bestemd – eveneens groen – tasje. Vandaag staat er een trainingsmissie met vier extra Nederlandse F-35’s, twee Noorse F-35’s en twee Deense F-16’s op het programma. Mocht er onderwijl sprake zijn van echte dreiging, worden twee Nederlandse vliegers ‘ge-retasked’. As simple as that. Alles onder controle.


Besef
“We trainen systematisch met andere landen, zoals Italië en Frankrijk die momenteel ook in de Baltische staten actief zijn”, vertelt detachementscommandant luitenant-kolonel vlieger ‘Banzai’. “Dat doen we langs de oostgrens van ons eigen NAVO-verdragsgebied.” Naast het proactief zichtbaar aanwezig zijn met trainingsmissies en patrouillevluchten, staan de Nederlanders ook dag en nacht paraat om naderende vliegtuigen die een mogelijke bedreiging vormen voor het NAVO-verdragsgebied te onderscheppen. “We horen bijna dagelijks van Esten op de vliegbasis dat ze onze aanwezigheid waarderen. Velen herinneren zich nog de periode voor de val van de Sovjet-Unie. De meeste Esten beseffen dat wat Oekraïne overkomt, ook hier kan gebeuren.”

Alpha scramble
Banzai: “In de eerste twee maanden vlogen we negen keer een ‘alpha scramble’ met steeds twee F-35’s. We troffen daarbij steeds verschillende soorten toestellen aan, alleen of in diverse formaties. Zo onderschepten we onder meer twee Backfires (Russische bommenwerpers, red.) en meerdere Flankers (Russische gevechtsvliegtuigen, red.). Onze werkwijze is defensief en professioneel. Van verdere escalatie is steeds geen sprake geweest.” De Estse basiscommandant luitenant-kolonel Maanus Nigul beaamt het professionele optreden: “Het goede en zeer professionele werk van het Nederlandse F-35-detachement wordt niet alleen in Estland opgemerkt, maar in de hele Baltische Zee-regio. De samenwerking met de collega’s op de basis gaat ook uitstekend.”


Vertrouwen
“We kunnen de Esten 24/7 bereiken wanneer we hulp nodig hebben”, vertelt hoofd logistiek kapitein Mark. Ondanks dat de Nederlanders al het benodigde materieel en de gereedschappen zelf meenamen en ook de aan- en afvoerlijnen van (reserve)onderdelen met Nederland en Amerika zelf onder controle hebben, is de extra hulp van de Estse militairen af en toe erg fijn. “Soms hebben we een extra hijs- of hefmiddel nodig of extra transportcapaciteit. Waar de Esten kunnen, bieden ze hulp met hun materieel en personeel. Zo ook met het delen van hun netwerk in het geval we materieel willen inhuren. Zij weten welke leveranciers te vertrouwen zijn.” Niet alleen collegiaal, maar ook sociaal is de omgang goed. “Oud en nieuw hebben we samen gevierd met de Estse collega’s die op dat moment ook dienst hadden. Dat was gezellig.”

‘Wij leren onze Estse collega’s cross-servicing op de F-35’
Onverwachts
’s Middags doemen één voor één felwitte lampjes op in de grauwe wolkenlucht. Acht F-35’s naderen Ämari Air Base. In de snijdende kou langs de landingsbaan wachten Nederlandse en Estse monteurs ze samen op. Opgetogen stappen ze vervolgens op de gelande kisten af. “Wij leren onze Estse collega’s hoe ze F-35-gevechtsvliegtuigen binnenhalen en weer vertrekgereed maken”, legt avionicaspecialist sergeant 1 Kroon uit. “Het gaat om het opvangen, veilig wegzetten en het bijtanken van de toestellen. Dat doen we voor het geval ze hier ooit onverwachts moeten landen. De Nederlandse toestellen oefenen hier namelijk geregeld in het luchtruim en worden dan in principe bijgetankt in de lucht. Maar stel dat dit een keer niet lukt of er is iets anders aan de hand waardoor ze een landing moeten maken, dan zijn onze Estse collega’s – die zelf geen gevechtsvliegtuigen binnen hun luchtmacht hebben – in staat om de zogenoemde ‘cross-servicing’-handelingen te verrichten.”


Klus zelf klaren
Niet alleen de Estse monteurs zijn in de leer bij de Nederlanders, ook datalinkmanagers van de drie Baltische staten genieten van de kennis en ervaring van hun Nederlandse evenknieën. “Als de Nederlandse missie in Estland erop zit, is het de bedoeling dat de Baltische staten de datalinkklus zelf klaren,” vertelt Commandant Nationale Datalink Management Cel (NDMC) majoor Jaco Booij. “Een aantal Baltische collega’s is opgeleid, maar de operationele praktijkervaring is nog laag. Wij ondersteunen en adviseren ze op dat vlak.”
‘Het bedachte uitzendconcept werkt’
Het is de tweede keer dat de NDMC-specialisten voor langere tijd op uitzending zijn. De eerste inzet draaiden ze in Litouwen van eind 2023 tot en met begin 2024. De belangrijkste les die ze er leerden? “Dat het bedachte uitzendconcept werkt”, aldus Booij opgetogen. “We hadden het juiste materieel bij ons, het systeem heeft zich goed gehouden en de mensen waren goed voorbereid op hun taak. We hebben ons werk naar tevredenheid van alle spelers kunnen uitvoeren.” Toch zag Booij voor deze nieuwe missie, met in principe dezelfde taakstelling, nog wel een verbeterpunt: het netwerk van datalinks in een eerder stadium afstemmen met datalinkmanagers van de maritieme NAVO-eenheden in hetzelfde gebied. In dit geval met het (momenteel Nederlandse) stafschip van de Standing NATO Maritime Group 1, het Luchtverdedigings- en Commandofregat Zr.Ms. Tromp. “Pas als de hele netwerkplanning gemaakt was, deden we nog even een check of die niet conflicteerde met die van NAVO-partners in de buurt. Je zou elkaar dan kunnen blokkeren, waardoor je informatie mist. We lopen zo’n planning nu van begin af aan met elkaar op.”


Schiettrainingen
Het detachement lijkt de missie al met al goed onder controle te hebben. Sporen van spanning of stress zijn – voor een buitenstaander althans – niet zichtbaar. Maar vergis je niet; iedereen is waakzaam en alert en doet ondertussen, relatief ontspannen, wat-ie moet doen. Waar mogelijk wordt zelfs ruimte gemaakt voor extra training of doorontwikkeling van de eigen eenheid.
Zo organiseert de Object Grond Verdediging (OGRV) schiettrainingen in winterse omstandigheden om de vaardigheden op peil te houden. “In de kou moet je wat extra handelingen op het wapen doen”, vertelt hondengeleider sergeant Randy. “Ook heb je met dikke wanten aan minder gevoel op het wapen, dus goed om daar weer aan te wennen. Met dit soort zaken leerden we eerder omgaan tijdens de koudweertraining in Zweden.”

‘De OGRV-reservisten doen exact hetzelfde werk als de beroepsmilitairen’
Blij
Of de honden ook weer moeten wennen aan de kou? “Nee, die hebben daar eigenlijk geen moeite mee”, vertelt Randy terwijl hij de kennel binnenstapt. “Iedere hond heeft hier binnen zelfs vloerverwarming, die overigens zeker niet te warm staat afgesteld, toch zijn ze het liefst in de buitenren. Ook ’s nachts. Ze houden van de buitenlucht.”
Van de uitgezonden OGRV’ers is een kwart afkomstig van de Groep Luchtmacht Reserve. “We zijn blij met hen”, spreekt Randy namens zijn collega’s. “Momenteel wordt er meer van de OGRV gevraagd dan dat we aankunnen. De reservisten horen volledig bij het team. Ze kunnen en doen exact hetzelfde werk als de beroepsmilitairen en zijn bovendien heel gedreven.” Reservisten zijn een volwaardig onderdeel van de schaalbare krijgsmacht en zijn essentieel voor de slagkracht en het uithoudingsvermogen van Defensie. Overigens draait het OGRV-team zonder tussentijdse wissel de volledige missie in Estland plus op- en afbouw.
Thermosfles
Na een welverdiende pauze na zijn zes uur durende trainingsmissie stapt Banzai zijn blauwe ‘container-kantoor’ weer in. “Het was een aardig lange zit, maar we hebben een goede trainingsmissie gevlogen”, koppelt hij terug. “Al was een thermosfles koffie gedurende de vlucht wel welkom geweest. Die moet ik voortaan niet meer vergeten.”
