Gaan voor een boeiende baan
Tussen de vijf- en zeshonderd jongeren beginnen volgende maand aan het tweede editie van het Dienjaar. De overwegend jonge kandidaten gaan een jaar lang als militair aan de slag om zo te ervaren of werken bij Defensie wat voor ze is. De animo om aan dit programma deel te nemen is overweldigend; ruim drieduizend enthousiastelingen meldden zich er eerder dit jaar voor aan.
Tekst: André Twigt | Foto: archief Mediacentrum Defensie
Ook de resultaten van het vorige week afgeronde eerste Dienjaar zijn bemoedigend. Van de 136 mannen en vrouwen die in 2023 aan de pilot begonnen, besluit nu driekwart (102 personen) om bij Defensie te blijven. Gaandeweg het traject vielen tien deelnemers uit en daarnaast besloten er 24 na het beëindigen van het Dienjaar om niet verder te gaan.
Dit resultaat had kapitein-luitenant ter zee Erik Noordam niet durven dromen. “Omdat we niet wisten wat we konden verwachten, hebben we onze verwachtingen bewust laag gehouden”, begint de projectleider. “We gingen uit van dertig procent behoud; dat zou al de moeite waard zijn geweest om met dit programma door te gaan. Nu zitten we er ruim boven. Daar zijn we natuurlijk heel blij mee.”
Wat is een Dienjaar?
Het Dienjaar stelt jongeren vanaf achttien jaar in de gelegenheid om een jaar lang te ontdekken wat je bij Defensie voor werk zou kunnen doen. Je gaat vijf dagen per week aan de slag bij landmacht, luchtmacht, marine of marechaussee. Zo maak je van dichtbij kennis met datgeen het krijgsbedrijf te bieden heeft. Projectleider Noordam vult aan: “Je leert jezelf beter kennen en ervaart hoe het is om militair te zijn. Want kun je in een groep werken, omgaan met deadlines en durf je je verantwoordelijkheid te nemen? Of het militaire vak iets voor jou is, daar kom je tijdens het Dienjaar achter.”
Waar je gedurende het jaar komt te werken, hangt af van je voorkeur en van de beschikbare functies. Uiteraard volg je een korte, militaire opleiding waarbij je kennis maakt met allerlei wapens en wapensystemen.
Keihard aan trekken
Toch houdt Noordam een slag om de arm. Aan het eerste jaar deed een relatief kleine groep kandidaten mee. De komende jaren moet blijken hoe succesvol het Dienjaar echt is, voor wat betreft de personele vulling.
Beperkende factor is het aantal beschikbare opleidingsplaatsen. Aan het komende Dienjaar doen maximaal zeshonderd mensen mee en dit aantal groeit in 2025 naar duizend. Achter de schermen wordt dan ook hard gewerkt om het aantal plaatsen op te krikken. “Wat we absoluut niet willen, is in een situatie belanden waarbij we mensen niet kunnen bieden wat we beloven”, benadrukt de overste. “Alle betrokken partijen moeten er keihard aan werken om het jaar blijvend succesvol te houden.”
Dienjaarmilitair Marnik (22)
Marnik is een van de deelnemers van de eerste lichting die ervoor koos om bij Defensie te blijven. Nu het Dienjaar er op zit stroomt hij door naar de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda.
Hij benadrukt dat het programma dat hij afgelopen jaar volgde, goed in elkaar zit. “Defensie is een fijne omgeving om in te werken en je voelt je er snel thuis. Ik hou van sporten, maar ben niet zo’n vechter. Wat dat betreft is het goed om te weten dat je ook terecht kunt bij ondersteunende eenheden. Daar ga ik dus ook in verder. Ik heb veel affiniteit met IT. Het lijkt me heel vet om op dat gebied leiding te geven. Ik denk dat dat goed bij mij past.”
Marnik raadt nieuwe kandidaten voor het Dienjaar aan om echt de schouders eronder te zetten. “Als je je volledig inzet, gaat dat zeker helpen bij hoe je gezien wordt. En zelfs als blijkt dat het uiteindelijk niets voor jou is, maakt dit jaar je hoe dan ook beter.”
Direct gevolg
Het gros van de deelnemers dat nu bij Defensie blijft, trad eerder aan bij de landmacht. Van hen stromen er 54 door als beroepsmilitair, achttien gaan als reservist aan de slag. Bij de luchtmacht trekken negen van de elf als beroepsmilitair het uniform aan, bij de marechaussee vijf van de elf en vier willen dienen als reservist. De twaalf deelnemers van de marine blijven allemaal: acht als beroeps, drie reservisten en een burgermedewerker. De cijfers stemmen Noordam zeer tevreden. “Het is heel goed gegaan. De uitval is laag, wat volgens mij een direct gevolg is van hoe goed de scholen en eenheden het programma oppakten. Wat hierbij zeker hielp, was het enthousiasme van de groep. De instructeurs merkten dat de deelnemers zich echt hadden voorgenomen om er een goed jaar van te maken.”
Langer verdienstelijk
Staatssecretaris Gijs Tuinman vindt het vanzelfsprekend mooi dat jonge mensen de meerwaarde van Defensie zien. “Uit eigen ervaring weet ik dat deze organisatie als werkgever echt inspirerend kan zijn. Nergens vind je zoveel kameraadschap, discipline en teamwork. Daarnaast zie je ook wat van de wereld. Mocht je op een gegeven moment toch iets anders willen, dan staat een paar jaar werken bij Defensie goed op je CV.”
Waardevolle ervaring
Noordam vertelt dat wie aan het Dienjaar wil meedoen, de reguliere keuring doorloopt. Zij ondergaan onder meer een psychologische test en fysieke keuring. Daarnaast wordt met een datamodel voorspeld of iemand binnen het profiel van een Dienjaarmilitair past. Wie door alle hoepels springt, voldoet uiteindelijk aan dezelfde, militaire eisen als die ook voor militairen gelden die op de reguliere wijze binnenstromen.
“Als na afloop blijkt dat militair zijn toch niets voor jou is, dan is dat ook prima. Het is goed als mensen het proberen. Zij nemen een waardevolle ervaring mee de maatschappij in, waar zij hun leven lang iets aan hebben."