Tekst Coen Heil
Foto SM Barend Westerveld
Monteurs op inventieve wijze aan de slag onder de motorkap
Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale sectie voor: de afdeling Innovatie. In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze groep initieert of ondersteunt. Ditmaal het sociale aspect van de Maintenance Hub tijdens oefening Bastion Lion. De Mainthub, uitgevoerd door het Materieellogistiek Commando Land (MatlogCo), richt samen met bedrijven de onderhoudsketen in. Dat uit zich in onder meer het gezamenlijk opknappen van beschadigd materieel van 13 Lichte Brigade, die Bastion Lion – de grootste landmachtoefening van het jaar – draait.
Hub dicht bij de troepen
In het Drentse Coevorden sleutelen burgerpersoneel van Defensie en civiele partners op circa 400 kilometer afstand van het oefenterrein Güz Altmark in Duitsland. “Als je de operatie bekijkt, geeft deze afstand achter de troepen een reëel beeld”, licht de commandant van de hub majoor Nikki toe. Daarmee doelt zij op de ervaring die het Oekraïense leger heeft opgedaan met herstellers die zo dicht mogelijk aan het front zitten. “Maar met burgers en civiele partners kan dat niet in het operatiegebied. Vandaar dat we deze hub hebben ontwikkeld, vlak achter de troepen.”
Historie Mainthub
De Mainthub is een relatief nieuwe samenwerkingsvorm die in juni 2023 is gestart. Het operationeel concept begon van onderaf door MatlogCo, samen met bereidwillige partijen uit de Nederlandse industrie. Inmiddels is de derde succesvolle editie van de hub achter de rug.

‘Je moet hier gewoon snel schakelen’
Niek neemt voor de derde keer vrijwillig deel aan de hub. De monteur van automotive Pon in Leusden draagt Defensie een warm hart toe. Daarnaast geniet hij van de gezelligheid en de afwisselende werkzaamheden. “Zo ben je bezig met de beurt van een voertuig en zo komt er ineens een kapotte auto binnen die op stel en sprong moet worden gerepareerd”, vertelt hij. “Met onderdelen van een ander voertuig”, voegt hij eraan toe. “Dan voel ik mij net MacGyver”, doelt hij op de gelijknamige hoofdpersoon uit een Amerikaanse serie, die in de jaren 80 en 90 dikwijls uit de problemen bleef door het gebruik van een paperclip en ducttape. ”Je moet hier gewoon snel schakelen, zodat de jongens tijdens de oefening in elk geval kunnen blijven rijden.”
Van animositeit tussen de werknemers van verschillende bedrijven of met het burgerpersoneel van Defensie is geen enkele sprake. Sterker nog, de voorgaande keren werkte Niek samen met iemand van Scania. “Toen hebben we leuke dingen gedaan, zoals het vervangen van assen en dat soort zaken. Bovendien hebben wij de Volkswagen Amarok-pick-uptruck en zij een grote vrachtauto.”
Het leren van elkaar is juist wat de hub zo mooi en interessant maakt voor de monteurs. “Ik begeleid nu een burgermedewerker die hier normaliter niet mag sleutelen”, vervolgt Niek. “Ik vind het leuk om kennis aan hem over te dragen. Terwijl ik andersom juist weer met anderen meekijk en leer hoe zij bijvoorbeeld die takels monteren.”
Het daadwerkelijk opereren in het veld is een verschil met voorgaande keren. “Vorig jaar in Duitsland hadden wij een aparte hal voor de Amaroks en waren we gescheiden van de rest”, blikt Niek terug. “Terwijl we nu samen in een tent verblijven. Dat maakt alles leuker en dynamischer.”


‘Ik ben het werk gewend’
Mariano werkt als burgermedewerker van Defensie bij 300 Matlogcompagnie in Assen. Daar sleutelt hij aan onder meer viertonners en Fenneks. Tijdens de Mainthub werkt hij vooral samen met Niek. Dat is omdat hij als burgermonteur niet zomaar aan een Amarok mag werken. Wel onder de supervisie van zijn maatje, die van Pon is. “Ik ben het werk gewend, want ik kom zelf ook uit de automotive”, legt hij uit. “Ik ken de auto, de motoren; we doen alles samen.”
In Coevorden kan hij aan de bak. Zo moest Mariano met Niek bijna een gehele auto reviseren. “De versnellingsbak moest worden vervangen, evenals de koppeling”, vertelt hij enthousiast. “Verder waren de krukaskeerringen en het differentieel lek en de schokdempers en distributieriem defect.”
Mariano werkt pas sinds september 2024 bij Defensie, maar had dat naar eigen zeggen veel eerder moeten doen. “Nadat een oud-collega van mij de stap waagde, spoorde hij mij aan hetzelfde te doen. Een maand later zat ik bij Defensie.”
Zijn allereerste hub bevalt hem opperbest. Zelfs zozeer dat hij zich al inschreef voor de oefening van volgend jaar. “Een eerste dag is altijd even wennen, maar inmiddels trek ik op met Niek en nog een paar anderen. De groep is goed.”
Mainthub is herstelpeloton
In de basis fungeert de Mainthub als een herstelpeloton. De eenheid met burgermedewerkers heeft in principe dezelfde capaciteiten en gereedschappen ter beschikking als militairen. “Zij zijn niet gewend om op oefening te gaan”, vertelt majoor Nikki. “Ook het peloton zelf is daar niet op ingericht.”

Hub bevat 2 taken
De hub heeft meerdere taken. Op de eerste plaats het herstellen van voertuigen van de vechtende eenheden aan de frontlinie. Ten tweede hebben de herstelpelotons van de brigades die voorin verblijven, tijd nodig om reparaties uit te voeren. Repareren kost tijd, hetgeen de vechtende eenheid minder flexibel en daardoor kwetsbaarder maakt.
“Als na een analyse blijkt dat de reparatie te veel tijd in beslag neemt aan de frontlinie, gaat het voertuig naar ons”, stelt de majoor. “Daar zijn we voor. Wij hebben hier in Coevorden de rust en ruimte om voertuigen inzetbaar te maken.”

Varen op goodwill
De samenwerking achter de linies vindt plaats met behulp van de civiele partners. “We hebben bijvoorbeeld een jongen van Pon die aan de binnengekomen Amaroks sleutelt”, steekt de officier van wal. Behalve de samenwerking met Pon – de importeur van Volkswagen in Nederland – is die er ook met Scania. Terwijl er eveneens gesprekken gaande zijn met DAF en Marshall. “We lopen alleen tegen een beperkte financiële ruimte aan”, vervolgt de commandant. “Dat komt door de afgesloten contracten van de afgelopen 20 jaar. Op dit moment varen we dan ook een beetje op de goodwill van die bedrijven.”

Integratie loopt gesmeerd
De integratie van het burgerpersoneel en externen loopt gesmeerd. “Zij zitten hier allemaal vrijwillig, het enthousiasme groeit en steeds meer mensen willen meedoen”, aldus de majoor. “Ik word ongelooflijk blij van die gasten, die in tegenstelling tot vorig jaar nu ook in een tent slapen.” Mensen van jong en oud. “Zoals 2 mannen van 62 die gebruikmaken van de PAS-regeling.” (Hiermee verminder je als 58-pusser je wekelijkse werkuren tegen inlevering van salaris en een deel van je IKB-uren, red.)
Ook het leidinggeven aan burgerpersoneel en externen verloopt soepel. “Het zijn allemaal monteurs die elkaar begrijpen, bereid zijn om elkaar te helpen en geïnteresseerd zijn in elkaars werk”, spreekt zij duidelijke taal. “Het is een community die elkaar begrijpt.” Van concurrentie tussen civiele partners is totaal geen sprake.
“Door de maatschappelijke ontwikkelingen begrijpen ze ook allemaal de urgentie”, aldus Nikki. “Als officier Technische Dienst heb ik dit feestje veelal meegemaakt met militaire monteurs, maar dit is net zo mooi.”

Groei ‘herstel’ nodig
Juist door de urgentie van een sterke krijgsmacht is een groei van hersteleenheden noodzakelijk. “We doen Mainthub nu nog in het klein, omdat het geen oorlog is”, stelt de commandant. “De taak die voor ons het grootst en zwaarst is, trainen we beperkt”, doelt zij op voertuigen die voor in het gevecht defect gaan. “We hebben nu een auto binnengekregen die ergens tegenaan is gereden. Dat herstellen is de basis van ons werk. Het gebeurt bij een oefening, maar tijdens een gevecht natuurlijk des te meer.”