Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Commandant COMMIT reageert op investeringsplannen
Op 5 september werd de Defensienota 2024 gepresenteerd. De nota gaat in op het veilig houden van Nederland en onze bijdragen aan het NAVO-bondgenootschap, waarbij sterk, slim en samen sleutelwoorden zijn. Defensie moet klaar zijn voor het gevecht van de toekomst en veranderende dreigingen, maar ook klaar staan voor nationale taken. Commandant van het Commando Materieel en IT vice-admiraal Jan Willem Hartman: “De nota moet nog door de Tweede Kamer worden goedgekeurd, maar we zijn al bezig om maximaal voor te sorteren”.
De Defensienota 2024 raakt COMMIT als uitvoerende organisatie op meerdere vlakken. Het meest directe element is uiteraard de investering in meer materieel en IT, maar ook innovatie, versneld inkopen en nog meer aandacht voor nationale en internationale samenwerking met militaire partners en industrie zijn zaken die de organisatie moet gaan waarmaken. “Ik ben blij met die verdere versterking van de krijgsmacht in materiaal en IT en de steun die daarvoor vanuit de politiek aanwezig is”, trapt Hartman af. “Het is aan de Commandant der Strijdkrachten waarin we precies gaan investeren. Wat ik vooral positief vind is dat we de komende jaren uitzicht hebben op een stabiel budget. Dat betekent dat je als COMMIT een voorspelbare partner bent in de benodigde samenwerking met kennisinstellingen en industrie. Zo kunnen we veel beter werken aan langdurige samenwerkingsverbanden.”
Sneller, meer en operationeel relevant
“Waar mogelijk doen we voorwerk. We zijn bijvoorbeeld al nadrukkelijk bezig met de tanks en de Boxer-pantserwagens (met geschutstorens, red.). Dat is tevens een stuk internationale samenwerking. En als het gaat over operationeel relevant dan worden de nieuwste ontwikkelingen rondom zaken als data science en AI al in projecten meegenomen. Innovatie voor operationeel effect moet nog nadrukkelijker de aandacht krijgen. Die opdracht heb ik de nieuwe Directie Kennis & Innovatie in oprichting dan ook meegegeven."
Versneld inkopen
"Binnen het inkoopveld bestaan inmiddels een aantal mooie initiatieven, die voor de gebruiker een enorme impact kunnen hebben. Zo loopt nu de pilot ‘Gebruiker aan het stuur’. Daarmee krijgen defensie-onderdelen meer vrijheid om sneller nieuwe middelen te verwerven, zoals bijvoorbeeld gereedschap. Dat je als gebruiker iets moet bestellen in het defensiesysteem met soms lange wachttijden, terwijl je dit ook direct bij de bouwmarkt om de hoek kunt kopen, is natuurlijk een hele terechte frustratie. Daar moeten we wat mij betreft zo snel mogelijk verandering in brengen. Gelukkig worden dit soort initiatieven nu al genomen en hier zien we voor de toekomst meer mogelijkheden in."
Internationale samenwerking
"Binnen internationale samenwerking zie ik de afgelopen paar jaren echt verandering, waarbij landen steeds meer van elkaars contracten en behoeftestellingen gebruik maken. Een heel mooi voorbeeld is de recente contracttekening voor de Embraer, de C-390M, waarin Oostenrijk onze hulp vroeg. Wij zeiden: prima, als je hetzelfde koopt als wij dan pakken we jouw behoefte mee. Dat doen we ook met voertuigen zoals het luchtmobiele Caracal-voertuig, de mijnenbestrijdingsvaartuigen en ASW-fregatten. En dat zijn maar een paar voorbeelden. Ik vermoed zomaar dat we dat ook straks gaan doen met tanks en Boxers. Het is bovendien heel mooi te zien dat hier in Europees verband steeds meer faciliterende fondsen en regels voor komen."
Nationale industrie
"Even belangrijk is de samenwerking met onze eigen industrie. In de Defensienota is een aanzienlijk budget gereserveerd om dit verder vorm en inhoud te geven. Dat is heel goed voor Defensie en voor het Nederlandse bedrijfsleven. We hebben kwalitatief uitstekende sectoren zoals bijvoorbeeld onze maritieme maakindustrie, drones, sensoren en space. En daar hebben we elkaar nodig. Nu en als het erom gaat spannen. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat alles uit Nederland moet komen, maar wel die zaken die bijdragen aan het beste materieel en de beste IT voor onze mensen."
Belemmeringen
"Defensie moet zich voorbereiden op de grootschalige inzet van de krijgsmacht. Deze voorbereiding moet binnen enkele jaren klaar zijn. De toekomstige slagkracht en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht zijn in grote mate afhankelijk van de output van COMMIT nu; vanwege de lange realisatie- en levertijden van materieel en IT. Om die output nu te kunnen realiseren lopen we aan tegen een breed scala van belemmeringen in de vorm van wetten, procedures, en interne regels. Deze verhinderen dat COMMIT tijdig kan bijdragen aan de gereedstelling van de krijgsmacht in aanloop naar crisis en inzet. Dit komt voornamelijk omdat deze wetten, regels en procedures gericht zijn op de bedrijfsvoering in vredestijd en niet op de voorbereiding op crisis en de inzet voor hoofdtaak 1. Dat zijn wel zaken waar we over in gesprek zijn en hulpvragen hebben gesteld bij de CDS."
Keuzes maken en prioriteiten stellen
"Als je mij nu heel concreet vraagt: kun je straks tijdig tanks aanschaffen? Kun je meer ASW-fregatten aanschaffen? Kun je meer F-35’s aanschaffen? Dan zeg ik: ja dat kan. Daar hoef ik niemand binnen COMMIT voor te motiveren, want ze zijn al uit zichzelf aan de slag gegaan. Maar op andere vlakken is nog meer verdieping nodig. Hoe ziet bijvoorbeeld die gewenste samenwerking met de (inter)nationale defensie-industrie en (inter)nationale partners er precies uit? En kijk je naar de hoeveelheid opdrachten die op ons afkomt dan zullen we altijd keuzes moeten maken, prioriteiten stellen en goed moeten overleggen met de CDS."
Zelf scherp zijn
"Los van externe zaken moeten wij ons als COMMIT afvragen wat wij zelf beter of anders kunnen doen. Om ervoor te zorgen dat we op tijd spullen van de juiste kwaliteit kunnen leveren en in het kader van voortzettingsvermogen kunnen blijven leveren. Ik denk dat we daar nog voldoende uitdagingen hebben. Bijvoorbeeld op het gebied van capaciteitsmanagement, onderlinge afstemming en communicatie, overbodige interne regels en het terugdringen van doorlooptijden. Allemaal uitdagingen die in elke grote organisatie spelen, maar die nu nog belangrijker zijn om aandacht te geven.
Ik geloof ook niet in een ongebreidelde groei van COMMIT. Voor een aantal dingen hebben we inderdaad meer mensen nodig. Maar er is veel meer mogelijk. Meer capaciteit kun je ook halen uit de samenwerking met andere partners. Bijvoorbeeld door op een andere manier je ketenlogistieke en IT-dienstverlening in te richten. We kunnen daarnaast een ander land projecten voor ons laten doen. Dan doen wij voor datzelfde land weer een ander project. Naar al dat soort zaken moeten we goed kijken, zodat wij op een robuuste en snelle manier onze opdrachten gaan vervullen.
Soms houden we wellicht te lang vast aan hoe we dingen in het verleden deden. En onder die omstandigheden was dat ook juist. Maar we moeten nu ook gaan kijken naar andere manieren. Ik noem dat innoveren op je bedrijfsvoering. Dat vereist een verandering in mindset. Maar ik zie zo'n gedrevenheid, zo’n enthousiasme. Aan de wil van onze mensen ligt het niet."