ALLE HENS 16-07-2025

Dit artikel hoort bij: Specials 01

Alles uit de kast bij amfibische Atlantic Alliance

Een NH90 vliegt voor het Amerikaanse Vrijheidsbeeld in New York langs.

Tekst KAP Saminna van den Bulk, LTZ 2OC (SD) Djenna Perreijn en LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Cristian Schrik

VS en Nederland willen ‘beter, sneller én samen’

Een oefengevecht in de hoogste regionen van het geweldsspectrum, dat was de gigantische amfibische oefening Atlantic Alliance. Met als doel: meer interoperabiliteit tussen bondgenoten. Hiervoor kwamen veel varende en vliegende eenheden en zo’n 8.000 militairen de afgelopen weken samen bij de Amerikaanse oostkust, onder leiding van de US 2nd Fleet en de US 2nd Marine Division. “Amerikanen waarderen onze professionaliteit en zelfstandigheid, wij leren van hun schaal en ervaring.”

De Johan de Witt en 2 Amerikaanse amfibische transportschepen.
Zr.Ms. Johan de Witt (links) maakte haar rol als LPD binnen de ‘taskforce’ volledig waar. De andere 2 schepen zijn Amerikaanse LPD’s.
Commandeur George Pastoor
CDR George Pastoor was 'Commander Amphibious Forces' van 'Atlantic Alliance'.

Vanaf het vasteland en vanuit de lucht grijpen rebellen de coalitiepartners aan. Ze bestoken de militairen onder meer met drones en ballistische raketten. Het land dat de extremisten steunt zet ook andere zware wapens in. Aan de alliantie de taak het gevaar af te wenden, aldus het op de Rode Zee gebaseerde scenario. Aan duizenden Amerikaanse en honderden Nederlandse militairen de taak om de fictieve vijanden uit te schakelen. Om volledig te zijn: ook Canadese militairen namen deel en het Verenigd Koninkrijk leverde een maritiem patrouillevliegtuig en waarnemers.

Substantiële bijdrage

De Koninklijke Marine droeg bij met de Maritime Battle Staff (MBS), het Landing Platform Dock (LPD) Zr.Ms. Johan de Witt (inclusief 2 NH90-boordhelikopters van het Defensie Helikopter Commando), het 23e en 25e Raiding Squadron van 2 Marine Combat Group en landingsvaartuigen van de Littoral Manoeuvre Group (voorheen Surface Assault and Training Group). Nederland leverde bijna 600 militairen voor deze oefening, verspreid over de Johan de Witt, de marinierscompagnies en ondersteunende eenheden, zoals planners, verbindelaars en luchtcomponentpersoneel.

“Een substantiële bijdrage”, stelt Commander Amphibious Forces van Atlantic Alliance commandeur George Pastoor, “zeker in verhouding tot de omvang van onze krijgsmacht. Als Commander Combined Taskgroup 6 was ik verantwoordelijk voor alle amfibische operaties. Dat betekende: het tactisch aansturen van schepen, amfibische eenheden en luchtcomponenten van de taskforce, in nauwe samenwerking met onze Amerikaanse counterparts.”

Links: een Amerikaans en Nederlands landingsvaartuig varen naar de kust. Rechts: mariniers liggen in schietpositie op het strand.
De taak van de mariniers: landen op een vijandige kust en verder het land intrekken om doelen uit te schakelen.

Tempo essentieel

Zr.Ms. Johan de Witt maakte haar rol als Landing Platform Dock binnen de taskforce volledig waar. Zowel als dok voor de landingsvaartuigen, die mariniers aan land zetten, als ook als varend vliegveld voor de boordhelikopters en Amerikaanse Ospreys. Deze toestellen kunnen als een helikoper opstijgen en landen en als fixed wing vliegen. Deze Ospreys transporteerden vooral Amerikaanse mariniers tijdens de oefening. Onze mariniers gebruikten de Amerikaanse C-130, met name bij het parachutespringen met volledige uitrusting en met Amerikaanse parachutes, waarmee je goed kunt sturen, boven ‘vijandelijk’ gebied. Zij kregen steun van collega’s die per NH90’s naar land vlogen om vooruitgeschoven posten op te zetten, in aanloop naar een aanval. De VS voerden vanaf hun LPD USS New York vergelijkbare acties uit.

Een Osprey landt op het helidek van de Johan de Witt.
Een Amerikaanse Osprey brengt een bezoek aan de Johan de Witt.

Belangrijk bij dit alles: “Amfibische taakgroepen moeten niet alleen tactisch kunnen optreden, maar ook logistiek en operationeel volledig zelfredzaam zijn en over voortzettingsvermogen beschikken”, aldus Pastoor. “Dus kunnen landen op een vijandige kust en daarna verder het land intrekken om snel een aantal vijandelijke doelen uit te schakelen. Tijdens Atlantic Alliance beoefenden we dat spectrum. Daarbij is het tempo waarmee je dat kunt uitvoeren essentieel.”

Doelen preventief uitschakelen

Het scenario kwam uiteraard niet uit de lucht vallen. Pastoor, vorig jaar zelf Taskforce Commander van de EU-operatie Aspides in de Rode Zee en de Golf van Aden: “De oefening volgde een realistich scenario, gebaseerd op actuele dreiging. Zoals in de Rode Zee, waar Houthi’s wapens krijgen van een ander land en daarmee aanvallen uitvoeren. In het scenario is de tegenstand van de rebellen eerst beperkt, maar loopt het uiteindelijk toch uit op oorlog met het land dat de wapens levert.”

De schepen van de coalitie kregen vervolgens (gesimuleerde) aanvallen met langeafstand-missiles, vliegtuigen en onderzeeboten te verduren, waarbij zij op bescherming konden rekenen van de Amerikaanse carrier strike group, met het vliegkampschip USS George HW Bush als belangrijkste eenheid. “Wij voerden op onze beurt amfibische operaties uit om doelen op het land preventief uit te schakelen, om zo veilig mogelijk door een nauwe zeestraat te kunnen varen.”

Een NH90 met doorgunner nadert de kust.
NH-90’s en Amerikaanse helikopters voerden veel 'casevacs' uit.

Geen fictieve wereld

Uiteraard verliep alles - net als in een echte oorlog - niet vlekkeloos en vielen er gewonden, zodat het hospitaal (Role-2) op zowel de Johan de Witt, als de USS New York het flink voor de kiezen kregen. “De medische staf zette een aerial medical team in dat per NH90 casualty evacuations (casevacs) uitvoerde. Tegelijk sprong het medische team van de New York bij met voornamelijk chirurgische capaciteit. We werden namelijk overspoeld met oefengewonden, omdat ook Amerikaanse helikopters veel slachtoffers aanleverden. Het was op het helidek echt een komen en gaan.”

Samenvattend: het hele scala werd grootschalig beoefend tijdens Atlantic Alliance. “Van maritieme dreiging, aanvallen op koopvaardijschepen, asymmetrische dreigingen vanaf de kust tot en met mass casualty”, somt Pastoor op. “Het was dus geen oefening in een fictieve wereld, maar een mission rehearsalontworpen om ons voor te bereiden op de realiteit van vandaag.”

Verbeterd en gegroeid

Maar wat kunnen ‘we’ nu beter dan voorheen? Pastoor: “We zijn in staat om sneller te schakelen en gezamenlijk op te treden. De integratie van onze krijgsmachtdelen is intensiever dan voorheen. Bij de planning van operaties leer je veel van elkaar. Een simpel voorbeeld: Amerikanen gebruiken bij elke actie een codewoord dat per radio wordt verspreid. ‘Eerste marinier op het strand’; ‘alle mariniers aan land’; ‘vijand geneutraliseerd’. Bij elke actie geldt een afgesproken woord, zodat iedereen weet in welke fase je zit. Een heel simpele manier van communiceren die wij direct hebben geïmplementeerd. Ook in algemene zin kan ik zeggen dat de informatie-uitwisseling, het begrip voor elkaars procedures èn het vertrouwen binnen de taskforce allemaal zijn verbeterd en gegroeid. Dat betekent dat we nu in staat zijn om samen effectiever op te treden binnen complexe operaties, met meer snelheid en precisie.”

Twee mariniers in het bos, een van hen vuur met zijn MAG.
“Het is niet ondenkbaar dat we betrokken raken bij een conflict.”

Gelijkwaardigheid

De samenwerking met vooral de Amerikanen tijdens Atlantic Alliance noemt de commandeur ‘uitstekend’. “Er was ook echt de wil vanuit de Amerikanen om van coalitiepartners en NATO-partners te leren en de oefening samen tot een succes te maken. De Amerikaanse Commander Landing Force runde het hele landgedeelte vanuit de Joint Operations Room op de Johan de Witt, terwijl wij met de MBS het ‘blauwe’ gedeelte leidden. We willen met dit soort intensieve samenwerking vooral ook vertrouwen wekken. Wij zijn misschien niet groot, maar we kunnen echt wel wat. Zij zien ook dat wij goed opgeleid en slagkrachtig zijn. De Amerikanen waarderen onze professionaliteit, flexibiliteit en zelfstandigheid en wij kunnen veel leren van hun schaal en ervaring. De samenwerking was gebaseerd op gelijkwaardigheid. Juist doordat we in deze oefening met gemengde stafteams werkten, groeiden we naar elkaar toe, in taalgebruik, werkwijze en commandovoering. Ten slotte weten we allemaal dat de geopolitieke situatie is verslechterd. Het is niet ondenkbaar dat we betrokken raken bij een conflict. We moeten gereed zijn als dat nodig is. Als NAVO willen en kunnen we gezamenlijk veiligheid garanderen en daarvoor hebben wij elkaar hard nodig.”

Links: mariniers liggend en lopend met een voertuig op de achtergrond. Recht: een marinier heeft in een oefendorp een oefenvijand uitgeschakeld.
Mariniers voeren een aanval uit op hun uiteindelijke doel en schakelen daarbij oefenvijand uit.
Majoor der mariniers Roderic.
‘Amphibious Operations Officer’ MAJMARNS Roderic.

‘Bewezen dat we vanaf zee inzetbaar zijn’

Wat betekende Atlantic Alliance voor de boots on the ground? “Optreden in zo’n groot verband betekent dat je continu aan het plannen bent”, vertelt Amphibious Operations Officer majoor der mariniers Roderic. “Eerst voor een initieel plan. Vervolgens ga je met de bevindingen van het recce-team (verkenners, red.) terug naar de tekentafel, om de plannen aan te passen. Dan volgt de assault, de aanval. Tijdens de raid voeren de mariniers hun actie uit, waarna ze zich terugtrekken. Dat alles maakt deel uit van het grote gevecht.”

Dat kwam tijdens de grote oefening voor de mariniers neer op steeds 3 landingen, dagen achtereen. Vanaf zee kwamen de mannen aan land per landingsvaartuig, maar ook via de lucht met de NH-90’s zijn er inserties. Muziek in de oren voor marinier-1 Teun van 23 Raiding Squadron. Gevaarlijke raketinstallaties of dreiging van rebellen op het vasteland? Zijn team schakelde de vijand en diens materieel uit. “Je mocht hier heel veel amfibische landingen doen in een korte tijd. Dat we vanaf zee inzetbaar zijn, hebben we hier wel bewezen.” 

Een NH90 staat in de schemering te draaien op het helidek.