Eerste van vier SAR-satellieten gelanceerd
Met de lancering van de eerste eigen operationele satelliet zet Defensie een grote stap in het ruimtedomein. Deze SAR-satelliet (Synthethic Aperture Radar) kan onder alle weersomstandigheden, dus ook met wolken en in het donker, gedetailleerde beelden van de aarde maken. In totaal gaan er vier de ruimte in. “Dit is zo’n historisch moment.”

Tekst: Annelies Rijnbeek en kapitein Kirsten de Vries | Foto boven: ICEYE | Video: Annelies Rijnbeek


Onder toeziend oog van Commandant Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (C-LRS) luitenant-generaal André Steur en Hoofd Defence Space Security Centre (DSSC) kolonel Bernard Buijs verliet de satelliet maandagavond 23 juni om 23.26 uur Nederlandse tijd het lanceerplatform op Vandenberg Space Force Base in Californië. De twee roemen de multi-inzetbaarheid van de satelliet. “Onder de bosrand kun je bijvoorbeeld tanks waarnemen, omdat dat rechte metalen dingen zijn die goed reflecteren. Als je gewoon met het blote oog kijkt, zie je alleen maar groene blaadjes van het bos”, legt Steur uit. Buijs: “Maar er zijn ook veel civiele toepassingen mogelijk. Zo kunnen we met deze satelliet kijken hoe het ervoor staat met de dijkbewaking of met de gewassen. Er kan straks veel dual-use plaatsvinden.”

‘Het is heel bijzonder wat hier gebeurt’
Het is de bedoeling dat de in totaal vier SAR-satellieten binnen een jaar de ruimte in gaan. Ieder kwartaal wordt er een gelanceerd. Vanwege de sterk veranderende wereld is enige haast geboden. “Er is een korte ontwikkeltijd geweest”, aldus Buijs. “De noodzaak is er en we hebben snel geschakeld. Op het startpunt in november spraken we met de leverancier en in maart is het contract getekend. Nu zitten we in juni en is de eerste al gelanceerd. Het is heel bijzonder wat hier gebeurt.”
De lancering terugkijken? Bekijk de beelden hieronder.
‘Investeren in het ruimtedomein is cruciaal voor de NAVO en voor Nederland’

Begrijpen, voorspellen en reageren
In de afgelopen jaren maakte Defensie een inhaalslag in het ruimtedomein. In 2021 lanceerde de luchtmacht de eerste militaire nanosatelliet, de BRIK-II. De Noors-Nederlandse Birkeland en Huygens volgden in 2023. “We zien toch dat we er als Europa en als Nederland wat te laat mee zijn begonnen”, is Steur van mening. “Het investeren in het ruimtedomein is cruciaal voor de NAVO en voor Nederland. Al deze satellieten helpen ons enorm om te begrijpen wat er gebeurt in de wereld. Maar ook om die gebeurtenissen een beetje te kunnen voorspellen en zeker ook om daar op tijd op te reageren. Met deze capaciteit kunnen we onze eenheden vertellen waar de vijand zit en wat ze aan het doen zijn. Om uiteindelijk dat gevecht ook te kunnen winnen.” Als de C-LRS het over voorspellen heeft, gebruikt hij de Russische inval in Oekraïne als voorbeeld. “Aan de vooravond daarvan zag je heel goed op satellietbeelden, zowel in het radarspectrum als in het visuele spectrum, waar de troepenopbouw van de Russen plaatsvond. Je kon goed zien waar en wanneer de aanval zou plaatsvinden. Dus voor militaire eenheden zijn deze beelden cruciaal.”


Onafhankelijkheid
Het duurt een paar maanden voordat iedere SAR-satelliet operationeel is. Ze gaan allemaal zo’n vijf jaar mee. Zodra de zonnepanelen uitgeklapt en de systemen geactiveerd zijn, hebben niet alleen de luchtmacht, maar ook de andere krijgsmachtdelen “overal ogen en oren”. Maar er wordt ook een stukje onafhankelijkheid mee gecreëerd, benadrukt het hoofd DSSC. “Iedereen heeft nú informatie nodig, dus het is niet vanzelfsprekend dat partners in staat zijn om die aan ons te leveren, omdat ze de satellieten voor hun eigen toepassingen gebruiken. En je wilt je niet laten verrassen.”

‘We hebben een uitstekende space-industrie’
BV Nederland
De SAR-satellieten zijn geproduceerd door de Finse fabrikant ICEYE, maar de Nederlandse industrie en universiteiten roeren zich steeds meer in de ontwikkelprocessen. In 2028 gaat de militaire satelliet PAMI-1, van Nederlandse makelij, de ruimte in. “We zijn iets te bescheiden over onze rol in het ruimtedomein”, vindt de C-LRS. “Maar als ik kijk naar onze kennisinstituten, naar ons onderwijs zoals de Technische Universiteit in Delft en naar onze industrie, dan kunnen we een hele belangrijke rol spelen in het opbouwen van Space Situational Awareness. Er is nu geld beschikbaar om echt door te pakken. Dit zijn prachtige kansen voor de BV Nederland. We hebben een uitstekende space-industrie.”
