Baltische ministers bespreken oorlog Oekraïne met Brekelmans

“Litouwen is blij met de Nederlandse aanwezigheid. Wij dulden geen Russische tanks op ons grondgebied.” Harde woorden van minister van Defensie van Litouwen Dovilé Ŝakaliené. Afgelopen woensdag was ze samen met haar collega’s uit Estland en Letland - Hanno Pevkur en Andris Sprūds - te gast bij minister Ruben Brekelmans. Het viertal besprak in Den Haag de situatie aan de oostflank van het NAVO-grondgebied, de oorlog in Oekraïne, de steun aan dat land en de sabotageacties in de Oost- en Noordzee
 

Tekst: Jack Oosthoek | Foto’s: Defensie

‘We moeten doorgaan met de steun aan Oekraïne’

De Hofstad is komende juni voor even het ‘epicentrum’ van de wereld vanwege de grote NAVO-top. Vanzelfsprekend staat de oorlog in Oekraïne ook dan met stip genoteerd als gespreksonderwerp. Pevkur zei vooruit te zien naar de bijeenkomst. ”Ik ben benieuwd naar de beslissingen die daar worden genomen. Wij zien de Russische agressie niet minder worden. De Europese Unie kan ons helpen; we hebben gemeenschappelijke belangen. Tijdens de Koude Oorlog investeerden we vier procent van het bruto nationaal product in Defensie. Dat is nu niet meer voldoende. We moeten doorgaan met de steun aan Oekraïne, anders verplaatst Rusland zijn troepen naar de oostflank van de NAVO.“

Foto paneldiscussie.tiff
De ministers staan de pers te woord. V.l.n.r. Ruben Brekelmans, Hanno Pevkur, Andris Sprūds en Dovilé Ŝakaliené.

Zo goed mogelijk voorbereiden

Zijn collega Sprūds uit Letland zei veel waarde te hechten aan het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne. Belangrijk vindt hij het ook dat de Europese Unie het voortouw neemt bij het versterken van de defensie-industrie. Ŝakaliené haakte hierop in: “Bereid je zoveel mogelijk voor; de beste verdediging is afschrikking.”

De Litouwse minister refereerde eraan dat Nederland in 2024 zijn luchtverdedigingssysteem Patriot in haar land inzette voor oefeningen. “We kijken uit naar toekomstige inzetten. De veiligheid van Europa hangt af van de uitkomst van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne. Een vernietigde Russische tank in Oekraïne is er één minder die ons bedreigt.”

‘Een vernietigde Russische tank in Oekraïne is er één minder die ons bedreigt’

Ŝakaliené legde uit dat Litouwen niet minder dan 0,25 procent van het eigen bruto binnenlands product heeft toegezegd voor de veiligheid en defensie van Oekraïne. “Daarmee geven we meer dan toegezegd. Voor de komende NAVO-top in Den Haag pleiten we voor drie procent van het bbp voor de totale defensie-investeringen. Litouwen investeert dit jaar bijna vier procent daarvan in defensie en we overwegen dit verder te verhogen.”

De Baltische ministers bedankten Brekelmans gloedvol voor de ontmoeting en de inzet van Nederlandse militairen in de Baltische staten. “Wij zijn blij met de Nederlandse steun. Samen zijn we één NAVO.”

‘Wij zijn blij met de Nederlandse steun’

Nederlanders op de oostflank

Op dit moment zijn 270 Nederlandse militairen in Litouwen gestationeerd. Ze behoren tot de enhanced Forward Presence (eFP) van de NAVO. Deze multinationale battlegroup beschermt de oostflank van het bondgenootschap. Verder bewaken vanaf de luchtmachtbasis Ämari in Estland vier Nederlandse F-35 gevechtsvliegtuigen het luchtruim van de Baltische staten. Ook maken twee Nederlandse marineschepen deel uit van de NAVO-vloot die de veiligheidssituatie in de Noord-Atlantische wateren en de Oostzee in de gaten houdt.

Militairen in militaire voertuigen.
De Nederlanders in Litouwen maken deel uit van de enhanced Forward Presence (eFP).

‘Waardevolle gelegenheid’

Minister Ruben Brekelmans omschreef het bezoek van zijn Baltische collega’s als 'een waardevolle gelegenheid om uit de eerste hand informatie te krijgen over de toestand in Oost-Europa'. Hun komst was een uitvloeisel van de al jarenlang bestaande samenwerking tussen de landen.

Sprekend over de oorlog in Oekraïne vertelde Brekelmans dat Nederland bijna zes miljard euro heeft bijgedragen aan militaire steun. “Samen met onze Baltische partners investeren we in de snelle aankoop van munitie, de ontwikkeling en productie van gevechtsdrones en versterking van IT-systemen.”

Ministers zitten op stoelen tijdens een paneldiscussie.
Het Baltische gezelschap en minister Brekelmans in een paneldiscussie bij het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS).

Spionage en sabotage

Volgens Brekelmans moet er ook verder worden gekeken dan de oorlog in Oekraïne en de situatie aan de oostflank van de NAVO. Een reden is dat Rusland zijn hybride oorlogsvoering naar onder meer Nederland heeft verplaatst. Kort geleden waren er cyberaanvallen op ziekenhuizen, havens en universiteiten, bracht hij in herinnering.

Ook kritieke infrastructuur in de Nederlandse territoriale wateren is doelwit van spionage en sabotage, beklemtoonde de minister. “Het zegt veel dat bijvoorbeeld de olietanker die Finland in beslag nam, zich eerder verdacht gedroeg voor onze kust. We zien voortdurende geheime operaties, bedoeld om de publieke opinie in Europa te beïnvloeden en onze democratieën te destabiliseren. Soms gebeurt dat onzichtbaar, maar ze hebben bewezen een effectief wapen te zijn.”

‘We moeten verder kijken dan de oorlog in Oekraïne’

Zo sterk mogelijke positie

Brekelmans waarschuwde dat Rusland zijn defensieproductie steeds verder opvoert. Om eraan toe te voegen dat de krijgsmachten van de NAVO op dit moment sterk genoeg zijn om tegenstanders af te schrikken. “Maar wat als de situatie verandert? De steun aan Oekraïne moet doorgaan. In geval van vredesonderhandelingen moet het land gesprekken vanuit een zo sterk mogelijke positie kunnen voeren. Ook dienen we voorbereid te zijn op wat Rusland vervolgens zou kunnen doen. Wanneer de situatie in Oekraïne via een vredesakkoord of een staakt-het-vuren verandert, zal de agressie zeker niet voorbij zijn.”

‘We dienen voorbereid te zijn op wat Rusland zou kunnen doen’

'Geen tijd te verliezen'

De NAVO-landen moeten meer doen om hun verdediging te versterken. Dat stelde minister Brekelmans tijdens het bezoek van zijn Baltische ambtgenoten. Rusland zal zich dan volgens hem wel twee keer bedenken om een militaire confrontatie met de NAVO aan te gaan. “We moeten als bondgenoten en EU-lidstaten een tandje bijschakelen. Estlanders, Letlanders en Litouwers lopen hierin voorop. Drie jaar na het begin van de oorlog in Oekraïne kunnen we nog steeds veel leren van hun risicobewustzijn en paraatheid. Er is geen tijd te verliezen.”

Een marineschip op zee, met op de achtergrond besneeuwde heuveltoppen.
Zr.Ms. Tromp is de komende vier maanden vlaggenschip van de Standing Maritime Group 1 (SNMG1). Samen met de overige schepen patrouilleert het Luchtverdedigings- en Commandofregat in de Noord-Atlantische wateren waaronder de Oostzee. Later dit jaar neemt Zr.Ms. van Amstel deze taak over.