Tekst Mediacentrum Defensie
Foto archief

Nieuwe EU-organisatie helpt Europese lidstaten

Lidstaten van de Europese Unie hebben voor het eerst gezamenlijk, via de nieuwe organisatie rescEU, levensreddende middelen ingekocht. In dit geval gaat het om medische apparatuur en hygiënisch materiaal in strijd tegen het coronavirus. Landen die met tekorten kampen om COVID-19 te bestrijden kunnen een beroep doen op deze centrale voorraad.

Denk aan medische (ic)-apparatuur, hygiënische middelen zoals gezichtsmaskers en handschoenen, maar ook vaccins, medicijnen, laboratoriumvoorraden en andere producten om de verspreiding van het virus te vertragen. RescEU stelt aangesloten lidstaten in staat om middelen waar een tekort aan is, aan te schaffen voor rampenbestrijding. Via EU-fondsen werd de afgelopen weken een voorraad aangelegd ter waarde van 50 miljoen euro. 

Tsjechische hulpgoederen staan gereed voor transport naar Italië. Die zijn daar hard nodig in de strijd tegen het coronavirus (foto: Tsjechische overheid).

Schaarste

Medisch materiaal is schaars en lidstaten hebben tegelijk met de coronacrisis te maken. Dat bemoeilijkt een snelle oplossing. Juist voor dit soort noodsituaties werd vorig jaar rescEU opgericht. Toen had waarschijnlijk niemand verwacht dat er zo snel een beroep op de club zou worden gedaan. 

Een woordvoerder legt uit dat rescEU centraal middelen en apparaten inkoopt voor de bestrijding van rampen. Deze gezamenlijke inkoop heeft een gunstig effect op de (prijs)voorwaarden. Ook kan op deze manier een eerlijkere verdeling van spullen tussen lidstaten plaatsvinden. Bovendien kunnen lidstaten met een centrale voorraad vertrouwen op goede bevoorrading. De spullen worden overigens niet centraal in Brussel gestationeerd, maar in de landen zelf.

Voorbeeld blusvliegtuigen

Als een land brandblusvliegtuigen nodig heeft om bosbranden te bestrijden, kunnen ze voortaan via rescEU worden aangeschaft met geld van de Europese Unie. Het betreffende land mag de vliegtuigen dan gebruiken, maar moet die wel afstaan als de EU daar om vraagt. Bijvoorbeeld als een ander land de vliegtuigen plotseling harder nodig heeft.

Van voorraad naar concrete inzet. Hoe?

RescEU is louter verantwoordelijk voor de gezamenlijke inkoop en verdeling van noodhulpmiddelen. De daadwerkelijke bijstand wordt gecoördineerd door een andere EU-organisatie, het Emergency Response Coordination Centre (ERCC). 

Staten die te maken krijgen met een nationale ramp die te groot is voor de eigen hulpdiensten, kunnen bij het ERCC, onderdeel van de EU Civil Protection Mechanism (EUCPM), noodhulp aanvragen. Het ERCC deelt het verzoek met de andere lidstaten en verzamelt hulpaanbiedingen. Er wordt gezamenlijk met het getroffen land onderzocht wat nodig is en de ontplooiing vindt plaats met financiële steun van de Europese Unie.

De hulp die het ERCC levert is korte-termijnwerk. De club begint direct na de ramp, vaak binnen 24 uur, en duurt een paar weken tot enkele maanden. Humanitaire hulp duurt over het algemeen langer. Bij verschillende rampen die werden gecoördineerd door de EU is de Nederlandse krijgsmacht ook ingezet. 

De Nederlandse krijgsmacht leverde in oktober 2016 noodhulp aan Haïti nadat orkaan Matthew over het eiland raasde.
De Nederlandse krijgsmacht wordt regelmatig ingezet voor noodhulp. In september vorig jaar gebeurde dat nog op de Bahama’s.

Stijging inzet

Peter Billing van ‘moederorganisatie’ EUCPM voorziet in de toekomst een verhoogde inzet,  ook voor rescEU, door klimaatverandering. “Er komen niet noodzakelijk meer rampen, maar wel calamiteiten die groter zijn en dieper ingrijpen in het menselijk leven. Er gaan zich rampen voordoen op plaatsen waar dat tot voor kort ondenkbaar was.” De commissie laat veel wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en verzekert zich zo van kennis. Billing is van mening dat er vooral goede klimaatpolitiek nodig is. Zonder wordt in de toekomst alleen maar vaker een beroep gedaan op de kennis en kunde van militairen en andere hulpverleners die als eerste een rampgebied betreden.

Solidariteit

De aanschaf van middelen voor het bestrijden van de coronacrisis werd 19 maart bekend gemaakt door de voorzitter van de Europese commissie Ursela von der Leyen. Ze gaf aan dat met de aanschaf de solidariteit binnen de EU werd omgezet in concrete maatregelen die aan alle lidstaten en burgers ten goede komt. “Elkaar helpen is de enige weg”.