Tekst KAP Jaap Wolting
Foto eigen materiaal SGT Suzanna

‘Ik moest echt even schakelen’

Bij woonzorgcentrum Brinkhoven in Heerde heeft COVID-19 onevenredig hard toegeslagen. Veel bewoners zijn ernstig ziek. Meer dan 20 ouderen zijn overleden. 10 militairen van 43 Geneeskundige Compagnie zijn er al weken aan het werk om het personeel te ondersteunen. Algemeen militair verpleegkundige sergeant Suzanna (allereerste functie, vers van de opleiding) is een van hen. Op 17 april had de redactie een interview met haar. Het werk zit er voor de militairen in Heerde inmiddels op, nu het eigen zorgpersoneel is hersteld.

“We werden ingezet in een heel hectisch weekend”, vertelt Suzanna telefonisch. De onderofficier is net in Heerde gearriveerd voor haar dagelijkse shift, maar heeft nog genoeg tijd om te bellen voor ze aan haar ronde begint. “Veel bewoners en personeelsleden waren al besmet, het was erg druk op de afdelingen en er was veel hulp nodig. Ik moest echt even schakelen omdat we andere zorg moesten leveren dan ik had verwacht.”

‘Het is heel erg eenzaam voor ze’

Minder tijdsbesef

“Alle bewoners zitten op hun eigen kamer. Ze mogen er niet vanaf en mogen geen bezoek ontvangen. Wel kunnen ze nu elke dag 10 minuten met een mondkapje op naar buiten. Een momentje buiten in de frisse lucht. Voor de ouderen is het heel erg eenzaam en dat merk ik ook aan de stemming. Ze hebben minder tijdsbesef en gaan vroeger dan normaal naar bed. Kom je binnen, dan vinden ze dat fijn. Even een praatje, eindelijk wat aanspraak. Ze vragen me dan vaak of ik weet wanneer deze vervelende situatie nou eindelijk over is.”

Bijschrift: AMV-er sergeant Suzanna kwam vers van de opleiding en werd meteen ingezet in Heerde.

Grote impact op iedereen

“Van onze groep uit Havelte zit er eentje op kantoor. Die heeft het beste overzicht, helpt ook met de artsenvisite. Verder zijn we met AMV-ers (Algemeen Militair Verpleegkundigen) en VIG-ers (Verzorgende Individuele Gezondheidszorg, red.) en verlenen we 24 uur per dag zorg in verschillende diensten. Wassen, aankleden, bewoners helpen met eten en drinken. Mensen die terminaal zijn, geven we het laatste stukje zorg en aandacht. En dat heeft grote impact. Op iedereen. Uiteraard heb ik de juiste kennis in huis. Maar als je kiest voor een baan bij Defensie verwacht je dit niet op dag 2 voor de kiezen te krijgen.” De inkt op Suzanna’s diploma was nog maar amper droog toen ze na haar eerste dag op de Johannes Postkazerne te horen kreeg dat ze haar hulp in Heerde goed konden gebruiken.

Je raakt op

“Op dit moment is het vooral mentaal pittig. Ik ben hier 6 dagen per week en zie heel veel. Meer dan 20 bewoners zijn al overleden... Als ik dan na mijn shift alleen in de auto stap en naar huis rijd, neem ik dat allemaal mee. Ik wil alles goed doen en vraag mezelf dan af of ik misschien iets anders had moeten doen, iets anders had kunnen zeggen. Maar de volgende dag sta je er weer. Door zoveel te werken raak je wel op, hoor.”

Een deel van de militairen van 43 GNK-cie voor woonzorgcentrum Brinkhoven in Heerde.

Op elkaar letten

“We doen het echt samen. Elke dag vragen we aan elkaar hoe gaat, hoe iedereen zich voelt, of we misschien het rooster moeten wijzigen omdat iemand een extra dag vrij nodig heeft. We letten op elkaar. Daarnaast komt er af en toe een geestelijk verzorger langs. Die toont interesse, wil graag weten hoe we deze periode ervaren en vraagt of we ergens mee zitten. We slaan ons er wel doorheen.”

‘Ondanks alles sta je er de volgende dag weer’

Dicht bij huis

“Ik heb nog het geluk dat ik een thuiswedstrijd speel. Binnen 5 minuten ben ik thuis, terwijl andere collega’s anderhalf uur onderweg zijn. Soms kom ik bekenden uit de regio tegen. Ik vind het bijzonder om zo dicht bij huis iets te kunnen betekenen voor de maatschappij, me zo gewaardeerd te voelen. Dat is trouwens ook precies wat me op de been houdt: de positieve reactie van de bewoners, het personeel, de mensen uit de buurt. Ze vinden dat we rust in het huis brengen. Eerst dachten ze hier dat we ruige soldaten zouden zijn. Daar zijn ze wel een beetje op teruggekomen.”