Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto Archief

Nepnieuws in coronatijdperk

Sinds een paar jaar kent de Nederlandse taal een nieuw woord dat iedereen intussen kent: nepnieuws. Hierbij gaat het om onjuiste informatie die plotseling opduikt en razendsnel wordt verspreid, onder meer via sociale media. Dat is in deze coronacrisis niet anders. Ook Defensie krijgt te maken met grappenmakers, onwetenden en kwaadwillenden, die twijfel zaaien en soms regelrechte leugens verkopen.

‘De luchtmacht zou het land vanuit de lucht desinfecteren’

Nepnieuws, misinformatie en desinformatie

  • Nepnieuws
    Feitelijk onjuiste berichten, verpakt in een journalistieke vorm
  • Misinformatie
    Onjuiste informatie bij een feitelijke gebeurtenis verspreiden, meestal uit onkunde van de verspreider
  • Desinformatie
    Moedwillig onjuiste informatie verspreiden rond een feitelijke gebeurtenis, met de intentie om twijfel te zaaien en de publieke opinie te beïnvloeden. 

Eind maart krijgt de alarmcentrale 112 belletjes van verontruste burgers. De luchtmacht zou het land vanuit de lucht desinfecteren. Bron? Een zogenaamd bericht van de politie op sociale media. Dit is een goed voorbeeld nepnieuws. 

En dat is maar 1 van de vele voorbeelden. Want nepnieuws komt vaker voor dan je denkt. De grens tussen waarheid en onzin is alleen niet altijd even zichtbaar. Soms zelfs flinterdun. Gaat het nu om nepnieuws, mis- of desinformatie? Is het ‘spektakelzucht’ of is er sprake van bewuste verdraaiing van de feiten? 

“Intentie is belangrijk bij bepalen mis- of desinformatie”

Intentie

“Lockdown is coming”, zegt een stem onder een filmpje van CV90 pantservoertuigen op een trein op Amersfoort Centraal. De video werd in maart veel gedeeld op sociale media en websites met de suggestie dat Defensie de voertuigen zou inzetten om een lockdown in Nederland te bewaken. Het was waar dat er voertuigen op een trein stonden, maar die kwamen terug van een afgelaste oefening in Duitsland. Van een lockdown was geen sprake. 

“Het is moeilijk om er achter komen wat de bedoeling was van de persoon die dit filmpje verspreidde”, zegt Lauren Heida van de Counter Hybrid Unit van Defensie. Zij houdt zich op beleidsniveau bezig met het tegengaan van hybride dreigingen, zoals desinformatie. 

Had diegene er een bedoeling mee? Of was het alleen maar iets dat zijn aandacht trok, iets spectaculairs, een trein met heuse pantservoertuigen. En als hij er een bedoeling mee had, wat was die dan?  “Die intentie is belangrijk om te bepalen of je met mis- of desinformatie te maken hebt. Bij die laatste worden namelijk moedwillig onjuistheden verspreid om de publieke opinie te beïnvloeden.”

Defensie reageert onder meer via Twitter op nepberichten.

'Vertrouwen in de overheid wordt ondermijnd'

Reactie

Dit soort berichten hebben bij Defensie een hoge prioriteit. De praktische uitvoering ligt bij de Directie Communicatie. “Wij monitoren en signaleren mis- en desinformatie over de krijgsmacht en reageren er op”, aldus kolonel Mike Bos, van de sectie communicatie krijgsmacht en operaties. “Debunken (onjuiste informatie weerleggen met de feiten, red.) is daar een voorbeeld van.” Maar daarbij moet je je gezonde verstand gebruiken. 

“Het weerleggen van nepberichten is waardevol, maar niet reageren is soms ook een optie”, vindt Heida. “Soms maak je een bericht door erop te reageren namelijk groter dan het is. Alleen al door er nog een keer aandacht voor te vragen. Wat voorop staat is de vrijheid van meningsuiting. Dat vinden we in Nederland belangrijk. Maar de heldere en op feiten gebaseerde informatievoorziening vinden we ook belangrijk, en daar willen we als Defensie in voorzien.”

Het feit dat nepnieuws rondom COVID-19 de laatste tijd veel in de media is , maakt dat mensen er scherper op zijn, ziet Heida.

Eenduidig

Een goede analyse en aanpak is belangrijk omdat desinformatie het vertrouwen in de overheid zou kunnen ondermijnen, zeker als er een organisatie achter de verspreiding zit. En een constante stroom van onjuiste informatie kan dan heel schadelijk zijn voor de burger. Om die reden vindt Heida het ook belangrijk dat iedereen met dezelfde mond spreekt: “Het is in het geval van de coronacrisis belangrijk, dat we gezamenlijk optrekken met  andere departementen. Zodat we als Rijksoverheid steeds hetzelfde zeggen.” 

Herken het nepnieuws

Tips om desinformatie en nepnieuws te herkennen:
(bron: ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Kijk goed naar het webadres (URL)

Vaak lijkt het webadres op een bestaande website. Kleine wijzigingen worden aangebracht in het webadres. Daardoor valt het minder goed op.

Controleer de bron

Zorg dat je weet wie het artikel, verslag of bericht heeft geschreven. Schrijft de bron vaker over dit onderwerp? Heeft de bron een reputatie voor nauwkeurige berichtgeving?

Controleer het bewijs

Verwijst het artikel naar een onderzoek of rapport? Geen bewijs of een grote afhankelijkheid van anonieme experts kan erop wijzen dat het bericht niet klopt.

Kijk goed naar de foto‘s

Bevat het bericht gemanipuleerde afbeeldingen of video‘s? Soms is de foto authentiek, maar uit zijn context gehaald. Je kunt met een zoekmachine vaststellen wanneer de foto voor het eerst gebruikt is.

Kijk naar andere reportages

Kun je geen andere nieuwsbronnen vinden met hetzelfde verhaal? Dan kan dat een signaal zijn dat het niet klopt. Brengen meerdere nieuwsbronnen die je vertrouwt eenzelfde verhaal? Dan is de kans groter dat het klopt.

Wees sceptisch over koppen

Berichten die niet kloppen hebben vaak pakkende koppen met hoofdletters en uitroeptekens. Klinkt het schokkend en of ongeloofwaardig, dan is dat een goede reden om verder te kijken.

Whatsapp

Grote sociale netwerken als Facebook en Twitter verwijderen tegenwoordig sneller nepnieuws. Daarom worden berichten nu vaker verspreid via Whatsapp, omdat daar minder controle is. Hoewel dit persoonlijke berichten lijken kan het net zo goed om desinformatie gaan.

De laatste tip is misschien nog wel het gemakkelijkst uit te voeren: kijk op de officiële websites. Denk daarbij aan  www.rijksoverheid/corona, www.rivm.nl en www.defensie.nl.