Tekst Arno Marchand
Foto sergeant Aaron Zwaal

LOT-C informatieknooppunt voor COVID-19

Sinds de uitbraak van het coronavirus in ons land houden duizenden instanties zich bezig met de crisis en haar gevolgen. Anders dan bij Defensie was er echter geen landelijke aansturing. Om die reden werd in Zeist het Landelijk Operationeel Team Corona (LOT-C) opgericht. Ook Defensie maakt deel uit van deze organisatie die inventariseert, adviseert, vragen beantwoordt maar ook naar de toekomst kijkt.

Het LOT-C is een operationele staf met specialisten van brandweer, het Rode Kruis, de 25 Nederlandse veiligheidsregio’s en, zoals gezegd Defensie. Door de krachtenbundeling is dit hét informatieknooppunt voor alle denkbare vragen over de coronacrisis en de gevolgen daarvan.  Daarbij monitort het LOT-C ook op landelijk niveau: wat speelt er, en waarop moet actie genomen worden? Bijvoorbeeld de behoefte aan mondkapjes. Of de beschikbaarheid van zorgplekken in  door corona getroffen gebieden. Weliswaar de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar het LOT-C zorgt voor de beeldopbouw.

Na een snelle start in de brandweerkazerne van Zeist, moet het LOT-C al rap verhuizen naar een groter onderkomen. Dat wordt gevonden in het kantoorpand van een farmaceutisch bedrijf aan de A28, waar het 2 vleugels in gebruik neemt.

Geen overzicht

Er stond het LOT-C bij oprichting heel wat werk te wachten. Luitenant-kolonel Michiel Verlinden, Defensie-liaison bij  het LOT-C, dacht toen hij er begon dat hij waarschijnlijk niet fulltime nodig zou zijn “Nou, wel dus. Bij een crisis zie je vaak dat 1 keten wordt geraakt waarop andere reageren. Bij COVID-19 is dat de zorg. Er was dus geen structuur die landelijke patiëntenzorg coördineert of inzichtelijk maakte. In het begin was in Brabant alles gericht op coronabestrijding, maar in de rest van het land was er nog voldoende ruimte om andere zorg te bieden maar daar hadden we geen overzicht van. Want wat COVID-19 zo anders maakt dan andere crises, is dat nu álle 25 veiligheidsregio’s betrokken zijn.”

Verlinden: “Je ziet in deze crisis vragen opkomen die eerder nog nooit waren voorgekomen. Daardoor hebben we hier niet 1 wiel maar er wel 100 moeten uitvinden.”

Kuddes

Van de 60 tot 70 medewerkers zijn er 12 (voormalig) militair: logistiekelingen, medische planners, juristen, communicatiespecialisten, een operationeel planner, inkoper en een veterinair specialist. Zij helpen in een civiele organisatie en doen dus geen militair werk, al heeft het daar misschien wel raakvlakken mee.

Zoals bij veterinair specialist majoor Joris Wijnker, normaliter reservist en brigadedierenarts bij het Operationeel Ondersteuningscommando Landmacht in Apeldoorn. Door een recente oefening deed hij ervaring op met de verspreiding van virussen. “Bij het LOT-C ontbrak het aan denkkracht op dierniveau. Wij kijken bijvoorbeeld naar virusverspreiding binnen kuddes, daar waar ‘mensenartsen’ naar individuen kijken. Maar, in feite vormen mensen ook ‘kuddes’.”

Dagelijks overleg tussen de aanwezige specialisten. Want, daar waar mogelijk, werken ook de leden van het LOT-C vanuit huis.

Stemmen

Jurist majoor Arwout Huygen van Dyck was 1 van de eerste militairen  bij het LOT-C. “Wij beantwoorden vragen van collega-juristen in de veiligheidsregio’s. Zoals: in mei zijn er presidentsverkiezingen in Polen. Kunnen en mogen de Polen in Nederland stemmen en zo ja, hoe? Dat zoeken wij dan uit. Ook kregen we vragen over het eventueel vervoeren van stoffelijke overschotten door Defensie, zoals dat in Italië gebeurde. Gelukkig kwam het niet zo ver. Ik wist niet echt wat ik kon verwachten, maar het werk is veel interessanter dan ik dacht. Het zijn zaken waarmee je binnen Defensie niet in aanraking komt.”

Coenraadts (r) met zijn collega planner majoor Wouter Eidhof vindt het prima: “Als defensiemedewerker wil je wat voor de maatschappij doen. Nou, dat doen we hier wel.”

Diesel

Het LOT-C kijkt ook naar het beheersen van de gevolgen, die ontstaan door de genomen maatregelen. “Dat betekent dat je zaken tegenkomt waaraan je in eerste instantie totaal niet denkt”, zegt planner majoor Erwin Coenraadts van de Staf CLAS. Zo houdt het LOT-C contact met partijen uit de vitale infrastructuur. “Neem een product als diesel”, vervolgt Coenraadts. “Dat is een bijproduct van kerosine. Maar de tanks daarmee lopen in de Europoort haast over omdat er bijna niet commercieel gevlogen wordt. Geen nieuwe kerosine maken dus, maar dat betekent ook geen nieuwe diesel, wat gevolgen kan hebben voor het wegvervoer.”

Van der Louw (l.) en Schulte: “We proberen met een stip op de horizon perspectief te bieden waar we naartoe kunnen werken. Maar die stip verschuift wel continu.”

Snelkookpan

Behalve acties in het heden, kijken bij de sectie Langetermijnplanning van het LOT-C 2 man gericht naar de toekomst. “Langetermijnplanning deed ik de afgelopen jaren op 2 internationale hoofdkwartieren”, zegt luitenant-kolonel Richard Schulte van het Landwarfare Centre. “We kijken naar de zomer van 2021 en 2022. In een snelkookpan proberen we hier in 1 maand een plan op papier te hebben.” “Hoe kunnen we overgaan naar het ‘nieuwe normaal’ en hoe ziet dat er dan uit, bekeken vanuit de veiligheidsketen”, besluit zijn collega generaal-majoor b.d. Hans van der Louw. “De pijnlijke boodschap is dat we hier nog wel even bezig zijn.”