Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto 11 Infanteriebataljon GGJ, archief Mediacentrum Defensie
‘Tijgers’ tanken ervaring
Een avondklok, afstand houden en ‘clusteren’. Compagniescommandant kapitein Maarten van der Ven (33) vertelt hoe de Compagnie in de West (CidW), zijn Charlie ‘Tijger’-compagnie van 11 Infanteriebataljon Garderegiment Grenadiers & Jagers, optreedt in het Caribisch gebied tijdens deze coronacrisis.
Het is een bijzondere tijd?
“Zeker. Toen in februari het coronavirus de kop op stak, hebben we het hele opwerktraject omgegooid. Er kwamen steeds meer vragen. Wat moeten we in deze situatie specifiek in de West gaan doen en wat voor voorbereiding hebben we daarvoor nodig? Daaruit bleek dat we vooral bijstand konden verlenen aan de Kustwacht. Daar hebben we ons op gefocust, met inachtneming van de maatregelen. We hebben de club toentertijd opgedeeld in clusters van 6 man. Als een huishouden, zeg maar. Mochten er besmettingen zijn, konden we de verspreiding snel stoppen.
Na een quarantaine van 2 weken in Oirschot zijn we eind juni deze kant op gegaan. Vlak voor vertrek is iedereen getest. 2 man waren positief. Daarom hebben we 2 clusters, 12 man in totaal, moeten achterlaten. Ze vlogen later alsnog in, maar dat was een behoorlijke domper.”
4 maanden in de West
De landmacht is sinds 2009 met de Compagnie in de West (CidW) in het Caribisch gebied gestationeerd. De militairen vallen onder de Commandant Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) en zijn gehuisvest op Marinebasis Parera op Curaçao. De CidW roteert elke 4 maanden. De Charlie ‘Tijger’-compagnie van 11 Infbat arriveerde eind juni met 120 man. Daaronder ook een Advanced Search Team en een team van de Explosieven Opruimingsdienst. In november worden zij afgelost door de Bravo ‘Stier’-cie van hetzelfde bataljon.
Wat was de situatie op het eiland na de uitbraak?
“Het was onrustig op straat. De grenzen waren dicht, toeristen bleven weg. Het leidde tot economisch slechte tijden voor de inwoners, met weinig uitzicht op verbetering.
Onze focus lag op het afsluiten van het eiland. De voornaamste dreiging kwam van ongedocumenteerde migranten die mogelijk het virus meenamen en verspreidden over de eilanden. Maritieme grensbewaking werd onze hoofdtaak.
De afgelopen maanden is het een stuk rustiger geworden. Het toerisme komt weer op gang. Het aantal besmettingen is hier onder controle. Wel zijn er strenge maatregelen. Zo is er een avondklok. Om 22.00 uur sluit de horeca, tussen 23.00 en 05.00 mag niemand op straat zijn. Iedereen houdt zich prima aan die maatregelen.”
Bescherming en ondersteuning
CZMCARIB beschermt de belangen van ons grondgebied op de 6 Nederlandse eilanden. De CidW concentreert zich vooral op Curaçao en Bonaire, maar staat gereed om deze focus te verleggen naar de overige 4 indien de situatie daar om vraagt. Daarnaast zijn de militairen aanwezig voor het bevorderen van de rechtsorde en de stabiliteit en ondersteunen ze civiele autoriteiten waar nodig.
Hoe ga je met die maatregelen om in jullie optreden?
“Hier in de West treden onze pelotons als volledige clusters op. Een club van 27 man, daar kun je niet nog meer in gaan knippen: dan ben je niet meer effectief. Het is de basisbouwsteen in ons optreden.
Ons voordeel is wel dat we met z’n allen op de kazerne verblijven. We hebben weinig contacten met externen. Ja, de jongens zijn in het weekend vrij, maar door de avondklok blijft het contact beperkt. Op de kazerne zelf gelden natuurlijk ook maatregelen. In de eetzaal maximaal 4 man aan een tafel. Daarnaast kun je beperkt gebruik maken van de sportfaciliteiten, doordat er een maximaal aantal personen de zaal in mag. Verder houden we voldoende afstand van elkaar."
Onze mannen slapen op 2-persoonskamers. Als iemand klachten heeft blijven beide personen op de kamer in isolatie. 24 uur klachtenvrij? Dan mag je weer naar buiten. We hebben in de afgelopen maanden een aantal tests gedaan: allemaal negatief. Gelukkig maar, want als wij eruit liggen heb je weinig ‘boots on the ground’ meer in op Curaçao. Daarom zitten we er echt bovenop.”
In hoeverre kun je nog oefenen, buiten de inzet?
“Dat gaat goed, al is afstand houden tijdens oefeningen en inzet bijna niet mogelijk. Zouden we de afstandsmaatregelen in acht nemen, dan zijn we een halve dag bezig om de mensen te vervoeren van A naar B. Het is omgaan met de risico’s zodat we elk moment benutten om te trainen.”
De Tijgers leveren bijstand, maar werken uiteraard ook aan de skills en drills. Recent gingen ze aan de slag met 81mm mortieren op het oefenterrein Wacawa. Check de clip!
We proberen hier de trainingsmogelijkheden die we in Nederland niet hebben maximaal te benutten. Zo zijn er grote gebieden waar je kunt oefenen. Trainen in de hitte is de grootste uitdaging. Vooral de jonge mannen zijn gewend aan de Nederlandse bossen waar je met 3 liter water gemakkelijk de hei op kan. Dat is hier wel anders. Bovendien biedt het eiland alle kans om met hoogtes te werken. Klimmen en klauteren hebben we bijvoorbeeld tijdens de eindoefening ‘Tigerfeet’ volop gedaan.”
Jullie tijd in de West zit er bijna op...(interview dateert van 27 oktober, red.)
“2 november vliegen we terug. Het einde van een mooie periode. De sfeer is ondanks alles heel goed gebleven. Dat komt denk ik voornamelijk omdat we ons werk konden blijven doen. We hebben veel jonge kerels die hier volop nieuwe ervaringen hebben opgedaan. Ik hoor terug dat de balans tussen inzet, opleiden en trainen goed was.
Wel lopen we op trainingsgebied iets achter. We hoopten hier niveau 2 en 3 af te vinken, maar dat is door onder meer de bijstand niet gelukt. We gaan eind dit jaar nog naar het SOB. We hadden ingezet op 2 weken, het wordt er 1. Je merkt: we lopen door de situatie omtrent corona telkens kleine stapjes achter op waar we willen zijn.
Komend jaar certificeren we voor niveau 4 in de Verenigde Staten, waar echt alles moet kloppen. Daarom gaan we nu volop doorstappen naar het volgende niveau, maar ik ben erg tevreden met de voortgang die de club tot nu toe heeft laten zien.”
Search en ceremonie
Het takenpakket van de CidW reikte verder dan de maritieme grensbewakingstaak, zegt Maarten. “Onze periode wordt ook gemarkeerd door een grote search-actie naar een vermist persoon in augustus. Een 72-jarige inwoner ging wandelen in onbegaanbaar gebied. Hij stuurde zijn familie een bericht dat hij niet meer wist waar hij was. Daarna werd het stil. Van zondagnacht tot woensdagnacht gingen wij op zoek en vonden we het stoffelijk overschot. De zoektocht naar een ‘echt’ persoon is fysiek, maar vooral mentaal zeer inspannend. De familie was nauw betrokken bij de zoektocht. Je zag hun emotie. Dat raakt. Al was hij al overleden toen we hem vonden, we hebben toch ons steentje kunnen bijdragen.”
Een andere heftige gebeurtenis was de crash van de NH90 in juli waarbij 2 Nederlandse militairen omkwamen. “Als onderdeel van CZMCarib hebben we actief ondersteund bij de afwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan de ceremonie. Sommige mannen binnen onze compagnie hadden, helaas, ervaring in dit ceremonieel. Doordat we allemaal onze schouders daaronder hebben gezet, konden we helpen de gebeurtenis op een eervolle manier af te ronden.”