landmacht 03-10-2020

Dit artikel hoort bij: Specials 02

Direct achter het gevecht

Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto SGT Jan Dijkstra, Heidie Mulder-Stoffer

Zebra Sword triggert B&TCo

Rijen containers, tientallen voertuigen en massa’s tenten. Welkom op Vliegbasis de Peel, het kloppende hart van het Bevoorrading en Transport Commando (B&TCo) tijdens oefening Zebra Sword.

Kapitein Joshua voor de Forward Command Post op vliegbasis De Peel.

Rondom de vliegstrip wemelt het van de militairen. Hun taak: qua bevoorrading alles in goede banen leiden, vertelt kapitein Joshua (35) in de Forward Command Post. “Onze primaire taak is het logistiek ondersteunen van de deelnemende eenheden, inclusief onszelf. Dat begint met de behoeftes vertalen in aanvragen bij de depots. Onze transportdetachementen voeren daarna de strategische verplaatsingen van goederen uit richting het voorraadcentrum, soms samen met civiele partners.” Dat centrum heeft capaciteit om goederen te transporteren naar de gebruikende eenheid, clustercapaciteit (voor de in-, op- en uitslag van goederen) en dienstencapaciteit. “Denk bij die laatste aan de Mobiele Satellietkeuken, badwas en waterzuivering. Wij zijn kortom verantwoordelijk voor de gehele operationele logistieke keten. Van voedsel, water en munitie tot en met de douchefaciliteiten. Daarom zitten we momenteel met 300 personen in de oefening.”

“Zodra de goederen hier binnenkomen, zorgen we ervoor dat de benodigdheden hun weg vinden van het depot naar het punt van de strategische verplaatsing.”

ZEBRA SWORD

Militairen van 3 brigades en het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL) doen van 26 oktober tot 13 november mee aan Zebra Sword. Een grootschalige oefening op verschillende militaire terreinen van Weert tot aan de Marnewaard. Het scenario is een groot gevechtsconflict. Aan het begin van de oefening deden er 1.500 militairen mee, dit aantal werd gedurende Zebra Sword teruggeschroefd naar 750. Dit vanwege de inzet in den lande vanwege het coronavirus.   

Alles omgooien

Dat klinkt als een geoliede machine. Toch waren er uitdagingen, zeker in de aanloop. “Initieel zou de oefening in Duitsland plaatsvinden. Door COVID-19 is Zebra Sword naar Nederland verplaatst. Meestal lopen de logistieke voorbereidingen al zo’n 8 weken voor de oefening.  Nu hadden we 3 weken voorbereidingstijd. De benodigde capaciteit en wensen van de te steunen eenheden waren daardoor niet altijd goed inzichtelijk. Het was wat behelpen in de opstart, maar nu staan we er.” 

B&TCo ondersteunt de eenheden in het veld zoals 44 Pantserinfanteriebataljon tijdens het gevecht.

Omgehangen naar de dixi

Met Zebra Sword zet het OOCL een stap naar het nieuwe optreden. Europa kampt met agressie van Russische zijde, digitaal wordt Nederland dagelijks aangevallen en hybride oorlogsvoering lijkt de nieuwe norm. Aan de Nederlandse krijgsmacht om zich voor te bereiden op het gevecht van de toekomst. Het is waarom de landmacht zich in toenemende mate concentreert op de eerste hoofdtaak: het verdedigen van eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten. 

Die verdediging vereist een andere manier van optreden, vertelt kapitein Joshua. “In plaats van opereren vanaf een ‘vast’ kamp in het gevecht wordt nu van ons verwacht dat wij achter de gevechtseenheden meebewegen in het grootschalig optreden. Dat vraagt om een andere mindset. Opeens moeten de militairen hier omgehangen naar de dixi: dat zijn ze niet per se gewend. Iedereen is vaktechnisch sterk, maar dichter op het gevecht zitten en meebewegen in het gevecht zijn zaken die we in de afgelopen jaren zijn verleerd. Tijdens Zebra Sword maken we ons deze vaardigheden weer eigen.”

Groeien

2027 geldt volgens de kapitein als een stip op de horizon. Dan moet het OOCL fully operational capable zijn om op te trekken in het conflict achter een brigade zoals bijvoorbeeld 43 Mechbrig“Daar zijn we nog niet. Ook hier geldt het aloude adagium: kruipen, lopen en dan pas rennen. Alles wat we hier meemaken zijn lessen voor de toekomst. We bouwen kennis op die we moeten vastleggen en meenemen naar de volgende oefening.” 

3 B&T’ers over ‘hun’ Zebra Sword 

SLD-1 Lisa Verhoef (22), 110 Transportcompagnie

“Of de eenheden waar dan ook in het land nou water, diesel of munitie aanvragen: wij brengen het erheen. We werken 24/7 in een team van 60 man. Met meerdere ritten op een dag leg je dagelijks zo 500 kilometer af. Mooie ervaring, want we sturen naar plaatsen waar we niet vaak komen. En je leert nieuwe mensen kennen bij het afleveren. Voordeel: de klant is vaak erg blij om ons te zien, we komen immers iets brengen dat zij nodig hebben. 

Het is hollen en stilstaan. Morgen richten we een aanvulcentrum in vlak achter de eenheden die in het gebied zitten. We staan hen bij met munitie, brandstof en andere dingen die ze nodig hebben. Dan zitten we echt dicht op het gevechtsscenario.”

SLD-2 Thijmen Kornet (27), 230 Clustercompagnie (op datum publicatie SLD-1)

Alles van de klasse 3 inname, opslag en uitname regelen wij met een groep van 7 man. Komt er een aanvraag binnen voor 1.000 liter kerosine? Dan zorgen wij dat de brandstof die kant op gaat. Daarbij werken we nauw samen met transport. Ons werk is meer dan een beetje ‘aftanken’. Het is ook aan ons om het vervoer van gevaarlijke stoffen scherp in de gaten te houden. Je wilt voorkomen dat stoffen die heftig op elkaar reageren samen vervoerd worden. Alles moet volgens de regels verlopen. 

Zebra Sword is de grootste oefening die we in 2020 hebben. Ik vind het heel belangrijk dat we doortrainen, ook tijdens coronatijd. We moeten inzetbaar blijven. Er wordt hoe dan ook met veel enthousiasme gewerkt, maar deze oefening is wel anders dan andere. Het sociale is een belangrijk aspect van Defensie. Toch is ‘even’ een bakkie doen aan de overkant er door corona niet meer bij.”

MATR-1 LDV Jeroen van Willigen (27), 240 Dienstencompagnie

“Vandaag op het menu: Griekse salade, salade met komkommer en tomaat en tonijnsalade. Iedere dag maken mijn collega en ik salades voor 200 man, als aanvulling op de Chef Martin-maaltijden uit de Mobiele Satellietkeukens. Geportioneerd voor iedere militair.  

De reacties op de verse happen zijn positief. Mensen zien het echt als een toevoeging. Bij de marine zijn we overigens niet anders gewend dan vers eten. Mooi dat de landmacht hier ook weer naartoe gaat. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat als je 3 weken in het veld zit het fijn is verse voeding te krijgen. 

Momenteel is het voor ons vrij ontspannen werken. Op Kamp Hohne in Bergen zijn we gewend elke dag het dubbele te bereiden. Wat dat aangaat is deze oefening volledig onze dagelijkse praktijk: als kok ben je altijd bezig met het operationele.”