Tekst Evert Brouwer
Foto Erik Bijker, Beernt Sietsma en collectie NIMH
In maart 1994 reed chauffeur George Pfrommer met Dutchbat I het gehavende Srebrenica binnen. In zijn Mercedes-Benz schalde de muziek van R.E.M. 20 jaar later draait de bus van Defensie de Oranjekazerne op voor de reünie van Dutchbat I en II, terwijl ‘Losing my religion’ van R.E.M. uit de luidsprekers komt. Bizar toeval op een dag dat wonden moeten helen.
Ruim 600 oud-Dutchbatters kwamen op de reünie af. Onder hen onder anderen de oud-commandanten brigadegeneraal b.d. Peer Everts (commandant Dutchbat II), kolonel b.d. Chris Vermeulen (Dutchbat I) en verschillende oud-compagniescommandanten. “We hebben bewust gekozen om deze bijeenkomst alleen voor 11 en 12 Infanteriebataljon te houden, omdat het gelijk valt met de jaardag van het Garderegiment Grenadiers en Jagers”, legt majoor Erik Boels van 11 Luchtmobiele Brigade uit.
Naar vermogen
Chris Vermeulen verwoordt het treffend. “Dutchbat I, II en III hebben alle 3 een heel verschillende periode gehad. Maar wij hebben geen van allen freedom of movement gekend zoals de Serviërs hadden beloofd. We hebben met toewijding en naar vermogen onze opdrachten voorbereid en uitgevoerd. Voor de bevolking hebben we het maximale gedaan, zeker medisch, ondanks het falen van verschillende betrokken instanties.”
Vermeulen roemt de kameraadschap die onder de uitgezonden militairen is ontstaan.”Dat was een positief punt: iedereen, van soldaat tot commandant, onderging daar hetzelfde lot. Voor het gros betekent die periode een goede levenservaring. Sommigen zijn echter fysiek of geestelijk beschadigd. We kunnen niet anders dan hun hulp bieden.”
Verwerking
Veteraan Gert Wildvank (Dutchbat II) heeft gemerkt dat internet dezer dagen een grote rol speelt bij de verwerking van de problemen die hij ervaart. De soldaat vierde destijds zijn 20ste verjaardag met nog 70 door de Serviërs gegijzelde verlofgangers. Hij is net als inmiddels 538 ‘vrienden van Dutchbat Eenentwee’ zeer actief op Facebook en bij de motorclub van de Bosniëgangers . “De nazorg van Defensie had denk ik wel beter gekund, maar dat ligt ook aan mezelf. Na de dienst heb ik alles, maar dan ook alles weggedaan, dus ook die herinneringen. Dat was achteraf niet de juiste weg. Pas nadat ik uit dienst ben gegaan, kreeg ik last.”
Het is dus meer dan een (persoonlijk) weerzien met oude bekenden van de Charliecompagnie 11 Infanteriebataljon. Oud-compagniescommandant Lucas van Gool schreef een emotionele blog vóór zijn komst naar Schaarsbergen. ‘Second’ Rob Remie is er, ondanks het overlijden van zijn vader de avond ervoor. “Ik moest erbij zijn, dat had mijn vader ook gewild”, zegt hij. GNK’er Pieter van der Roest, André Oude Nijhuis, Amor Vastbinder, Erik Bijker. Namen die je 20 jaar niet hebt gehoord. Net als de tussenstations op weg naar Srebrenica: Split, Tuzla, Lukavac, het checkpoint bij Zvornik. 1250 man die over 200 kilometer geitenpad en langs 3 fronten naar de enclave gingen.
Kolonel Ludy de Vos, oud-commandant C-compagnie 12 Infanteriebataljon (Dutchbat II), vindt reünies zoals voor Dutchbat I en II van groot belang. “Je ziet dat er behoefte aan is. Je brengt de mensen bij elkaar, laat ze ervaringen delen. Via de sociale media werkt het als een olievlek, waardoor je ook oud-militairen bereikt die er om wat voor reden dan ook niet bij willen zijn. We zijn na Srebrenica onze maagdelijkheid in het omgaan met veteranen kwijtgeraakt.”