Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto historische beelden: archief NIMH | onthulling monument: Valerie Kuypers
Vrijwillig paraat
Het Korps Nationale Reserve (Natres) is met zijn officiële 100-jarige bestaan inmiddels helemaal ingeburgerd bij de landmacht. Van de 4.500 landmachtreservisten horen er 3.000 bij dit korps. De natres-militairen zijn de ‘parttime’ bewakers en beveiligers van ons land. Ze zijn dat vooral bij crisissituaties of grote evenementen. “Dit flexibele bestand militairen is bijzonder waardevol voor Defensie”, vindt commandant Korps Natres kolonel Gerard van der Thiel.
Meer voor minder
“Allemaal mensen met een ‘groen’ hart”, karakteriseert Van der Thiel de 3.000 Natres-militairen. Ze zijn uit allerlei vakgebieden afkomstig en kennen diverse werkniveau’s. Behalve uitvoeren, kunnen deze reservisten ook opdrachten plannen en aansturen. Zowel in eenheidsverband als individueel of onder leiding van een andere eenheid. Van der Thiel: “Defensie betaalt deze militairen alleen als ze trainen of worden ingezet. De investering is dus beperkt tot het op peil houden van hun militaire basisvaardigheden. Qua kosten is het hele korps te vergelijken met een infanteriebataljon van zo’n 600 personen.” Eigenlijk biedt het Korps Natres dus meer mankracht voor minder geld. En ze zijn nog flexibel inzetbaar ook: wanneer de nood het hoogst is, kan tot massale inzet worden opgeschaald.
Specialisten
Naast Natres-militairen kent de landmacht ook reservisten met een specialisme, zoals chirurgen, rechters en experts in cyber security. De reservisten van het 1 Civiel en Militair Interactie Commando behoren tot deze groep. “Ideaal dat we deze mensen zo nu en dan van het bedrijfsleven kunnen lenen”, zegt de commandant. “Ze zijn namelijk heel duur. Bovendien profiteren we nu van de werkervaring die ze in het bedrijfsleven continu opdoen. En als we ze nodig hebben, grijpen we zelden mis. We hebben namelijk meerdere reservisten van elk specialisme in ons bestand. Daarnaast worden de mensen graag ingezet. Ze hebben een sterk moreel plichtsbesef, waardoor ze vaker ja dan nee zeggen.”
Studenten en ex-militairen
Kolonel Van der Thiel is zelf al 15 jaar reservist. In die tijd zag hij het reservistenbestand sterk verjongen. “Bij het Korps Natres ging de gemiddelde leeftijd van 45 naar 35 jaar. Waar voorheen oud-dienstplichtigen zich aansloten bij het korps, zijn het nu vooral studenten en militairen die op hun 35e de dienst moeten verlaten wegens een aflopend contract. Met dat gegeven in het achterhoofd denken we momenteel na over de toekomst van de reservist. Hoe kan die functie nog verder worden uitgediept? Maar ook: hoe blijven we voorzien van nieuwe aanwas?” De minister denkt defensiebreed over hetzelfde na.
Toekomst
Voor behoud en instroom heeft de kolonel alvast 3 ideeën. De eerste is om militairen bij hun aanstelling een contract te laten tekenen, waarin is geregeld dat ze na dienstverlating minimaal nog 5 jaar reservist blijven. Een tweede optie is om militairen die de dienst gaan verlaten te faciliteren bij het vinden van een baan in het bedrijfsleven waarbij ze tevens reservist kunnen blijven. Dit kan met name in beroepsgroepen die zowel militair als civiel voorkomen. Een derde manier is het opbouwen van een bestand voor onder meer de reservistengroep (ex-)studenten. “Deze Natres-militairen stoppen vaak wanneer ze aan een gezin, carrière of beide beginnen”, weet Van der Thiel. “Maar door met hen in contact te blijven en ze te blijven boeien, keert een deel van hen later ook weer terug als reservist. Vaak als specialist met de nodige werkervaring. En in de periode dat ze ‘uitpluggen’, kunnen wij nieuwe studenten de kans geven om als reservist aan de slag te gaan. Zo wordt de reservistenvijver steeds groter en daarmee ook het draagvlak voor de landmacht in de samenleving.”