Tekst KAP Marlous de Ridder
Foto Rob Gieling
Als er iets complex is, is het de inzet van grond- en luchtgebonden vuursteun. Of het nu om een granaat of bom gaat. Goede coördinatie is van levensbelang om het doel veilig en nauwkeurig te raken. Het zijn de Fire Support Teams (FST) in het veld die als sensor fungeren. Welke cruciale rol spelen zij? En vooral; hoe is een FST georganiseerd?
De Fire Support Teams werden vorig jaar defensiebreed (ook het Korps Mariniers reorganiseerde haar vuursteunketen, red.) ingevoerd. Hiermee verdubbelde het aantal Joint Terminal Attack Controllers (JTAC’ers), beter bekend als Forward Air Controllers en werken vuursteunspecialisten niet langer als afzonderlijke clubjes (zie infographic). De FST’s bij de gemechaniseerde eenheden kregen daarnaast een extra Fennek in hun bewapening en werden ingebed bij de infanteriecompagnieën.
Korte lijnen
“De inzet in Afghanistan is de voornaamste reden dat het FST geplaatst is op compagniesniveau”, vertelt kapitein Joost van den Nieuwenhuizen, Chief Joint Fire Support (CJFS) bij 17 Pantserinfanteriebataljon. “Daar werd duidelijk dat de lijnen zo kort mogelijk moeten zijn.” Volgens Van den Nieuwenhuizen zorgt het wegvallen van de tanks en straks de CV90 bij 13 Gemechaniseerde Brigade ervoor dat een geoliede vuursteunketen steeds belangrijker wordt. Goed getrainde FST’s dragen daar aan bij.
Nieuw optreden
Het samenbrengen van de Forward Observers en de Tactical Air Control Party binnen één FST vergt natuurlijk een andere training. “Ineens hadden we 2 specialisten die samen tot een vuursteunplan moeten komen. Hoe ga je dat team trainen?” Van den Nieuwenhuizen besluit met opperwachtmeester Patrick Pol vanuit hun ervaring zelf de training te gaan verzorgen. De bevindingen leggen ze voor aan het VuursteunCommando (VustCo) in ’t Harde en aan de School Grond-Lucht Samenwerking in Schaarsbergen. Wat volgt, is een nieuwe niveau III meting. Met het behalen van deze test moet een FST aantonen dat het de technische en tactische handelingen op dat niveau beheerst. Daarnaast krijgt het team de operationele gereedheidsstatus en is dus in principe uitzendbaar.
Generieke test
De Alfa-compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon doorloopt begin juli als het eerste FST binnen de KL de meting. Het team wordt getest op 2 zaken: het zowel veilig als beslissend inzetten van vuursteun en de deconflictie van middelen. Tegelijk met artillerie-en mortiervuur vliegt er immers van alles door de lucht (F16’s, helikopters, UAV’s, red.). Is het geïntegreerde vuursteunplan dus in de praktijk uitvoerbaar?
Laser Operator wachtmeester-1 Gert Terwint tuurt in de verte. Naast hem ligt de JTAC verstopt onder een camouflagenet, hij onderhoudt het radiocontact met de vlieger en vraagt in een gevecht de close air support aan. Het tweetal vult elkaar goed aan. Met een speciaal laserapparaat straalt Terwint het doel aan, zodat de vlieger precies weet waar de bom moet vallen. “Ik ben feitelijk de back-up van de JTAC”, legt Terwint uit. “Waarnemers kijken in de diepte en de vlieger recht naar beneden. Dat levert verschillende uitgangspunten op. Mijn laser is een belangrijk middel om collateral damage te voorkomen.” Het Forward Observer Team stuurt op dat moment alle gegevens digitaal door zodat de doelen snel worden uitgeschakeld.
Roep om materieel
Het Fire Support Team van de Alfa-compagnie bewijst op het Artillerie Schietkamp over de juiste kennis en kunde te beschikken. Ondanks dat het team nog kort bij elkaar is, weten ze een gedegen vuursteunplan te presenteren. Van den Nieuwenhuizen: “Onze teams hebben een zeer positieve en creatieve instelling. Ondanks dat zij niet in een gespreid bedje kwamen.” De kapitein doelt op het gebrek aan radiosystemen en optische middelen. Volgens hem moeten die randvoorwaarden beter worden ingevuld, wil het FST-concept kans van slagen hebben. “Het afgelopen jaar moesten we intern veel materieel delen om toch te kunnen trainen. Niet ideaal. Radiosystemen die het begeven kunnen we simpelweg niet hebben in onze tak van sport. De A-cie is de enige eenheid die qua materieel en personeel een gevuld FST heeft. Even voor de goede orde: een brigade heeft 9 FST’s. Binnen ons bataljon hebben we nu een ‘oefenset’ gemaakt waarmee ieder FST kan gaan trainen. De meting wordt nog geëvalueerd, maar goede kans dat dit generiek wordt voor de certificering van de Fire Support Teams bij de andere landmachteenheden. En daar zijn we bij het 17e natuurlijk best trots op.”