Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03-04 | 2015
‘A night at the museum’
Vijf vragen aan organisator ‘Nacht van de militaire muziek’
“Ik zweef nog helemaal”, blikt Ron Geurts, pr-man van het Impresariaat Militaire Muziek Krijgsmacht, terug. De door hem georganiseerde ‘Nacht van de militaire muziek’ deed zaterdagavond 14 maart het Nationaal Militair Museum op zijn grondvesten schudden. Het uitverkochte muziekfestival trok ruim 1700 bezoekers.
Wat kregen bezoekers voorgeschoteld?
“We hebben ons laten inspireren op het North Sea Jazz Festival. Veel van podium naar podium wandelen, eventueel met een drankje in de hand. Als je een nummer mooi vindt, luister je gewoon. Zo niet, dan wandel je naar een ander podium. Bezoekers hadden de keuze uit 8 podia waar 200 musici van alle krijgsmachtdelen in 30 ensembles optraden. Elk podium had een thema. Marsmuziek, big band, klassiek, klein kunst, brass, jamsessie, dansmuziek. Voor ieder wat wils.”
Hoe is dat idee ontstaan?
“Het idee is geïnspireerd door ‘On the Air Night’, een muziekfestival dat de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht enkele jaren geleden in Amersfoort hield. Die avond speelden op 3 podia 12 ensembles klassieke en populaire nummers. Deze creatieve aanpak sloeg ‘behoorlijk aan’. Het was de alles is anders show. De mensen klommen van enthousiasme bijna op de banken. Dit kunstje wilden we herhalen maar dan in het groot. Een XL-variant van On the Air Night dus.”
En dat is gelukt?
“Het was in één woord geweldig. De sfeer was er, net als de beleving. We hadden de plafondlichten uitgedaan, zodat er een intieme setting ontstond. Onder de vleugel van de Dornier lagen bijvoorbeeld camouflagezitzakken. Je kon er de muzikanten bijna aanraken. Of op een ander podium, bij de F-16, stond publiek beneden en op het balkon. Dat gaf een bijna kerkelijk effect, nog versterkt door de goede akoestiek.”
Wat maakte het zo’n succes?
“Het enthousiaste publiek natuurlijk, maar ook zeker de kruisbestuivingen tussen de musici.
Veel muzikanten namen voor het festival zelf het initiatief om in andere samenstellingen te spelen. Zo ontstonden uit de luchtmachtkapel een big band en een klarinet-ensemble. Dat zelfde orkest heeft overigens ook een nieuwe chef-dirigent, majoor Jasper Staps. Hij is bedreven in het arrangeerwerk en zelf vaak gast-saxofonist bij Guus Meeuwis. Zo geeft hij als jonge professional de militaire muziek een nieuwe boost. Het publiek wist het in ieder geval te waarderen. Vaak begonnen bands te spelen voor een mannetje of 50, om even later een publiek van 500 man te hebben.”
Volgend jaar weer?
“Ja, vrijwel zeker. Niet in de laatste plaats om de geweldige samenwerking met het museum. Het is een unieke locatie: centraal gelegen, vele ruimtes en een tastbare link met het militaire bedrijf. Het was natuurlijk de eerste keer dat hier zo’n groot muziekfestival georganiseerd werd, maar in goed overleg was van alles mogelijk. Ik vond het persoonlijk ook mooi dat de militaire muziek, een toch wat onderbelicht thema in het museum, op deze manier volop in de kijker werd gespeeld. Volgend jaar gaan we voor de 2000 bezoekers.”
Tekst: eerste luitenant Wouter Helders
Foto's: Phil Nijhuis