Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03-04 | 2015
‘We zullen ze niet vergeten’
Eervol afscheid van omgekomen Apache-vliegers
17 maart 2015. Tijdens een schietoefening boven de Malinese woestijn crasht een Apache. De vlieger en gezagvoerder komen om. Gevolg: het verlies van twee jonge vliegers, verslagenheid bij het squadron en verdriet bij het thuisfront.
Kapitein René Zeetsen en eerste luitenant Ernst Mollinger worden gemist. Collega’s van het helikopterdetachement in Gao moesten omgaan met de schok en ontsteltenis, maar namen vrijwel direct de taak op zich om een waardig afscheid te verzorgen. Dat kwam er met een eervolle dienst en afscheidsceremonie in Gao. In Eindhoven werden de omgekomen mannen met militair ceremonieel binnengehaald.
Het ongeval raakte veel mensen, binnen en buiten de krijgsmacht. Ruim 11.000 personen tekenden het condoleanceregister. De mannen zijn op 26 maart in besloten kring gecremeerd. Het rouwen en verwerken is pas net begonnen.
Klussen als eerbetoon
“We hadden een hechte band – professioneel en privé’, blikt kapitein Paul, vluchtcommandant van het detachement in Mali terug. “Dat krijg je met deze kleine clubjes. Je leeft op elkaars lip en kent elkaar door en door. We gingen zelfs met z’n allen op vakantie.” In de vrije tijd die de mannen in het missiegebied hadden, werd veel als groep ondernomen. Gamen, filmkijken, kaarten en samen eten. Bovendien waren de twee omgekomen vliegers handig. Ze klusten tafels en terrassen in elkaar op het kamp. “We willen hun laatste bouwprojecten afmaken en een soort herinneringsplaque maken”, zegt Paul, “als eerbetoon.”
Voor hem en de andere leden van het helikopterdetachement staat één ding als een paal boven water. “We zullen ze niet vergeten. We heffen vaak het glas op ze en nemen foto’s van ze mee naar bijeenkomsten. We vertellen elkaar onderling veel mooie anekdotes. Die zijn er genoeg. Het waren professionele en fijne collega’s, echte sfeermakers. We hebben veel plezier samen gehad.”
Speciaal voor de ramp ceremony vliegen sergeant-majoor John Bessems – trompettist van de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht – en doedelzakspeler adjudant Ronald Collenteur naar Mali. Na de speech van de dominee speelde Bessems de ‘Last Post’. Collenteur loopt daarna voor de twee draagploegen uit.” Hij speelt de hymnes ‘Amazing Grace’ en de Schotse doedelzaktraditionals ‘The Dark Island’ en ‘Highland Cathedral’. “Alleen en doedelzak spelend voor een militaire rouwstoet uitlopend, is – voor zover ik weet, voor Nederland uniek”, zegt de werkvoorbereider mechanische systemen Chinook van het 980 Vliegtuig- en Helikopteronderhoud Squadron. “De reis en het optreden was onwerkelijk en is als een film aan me voorbijgetrokken. De enorme erehaag van saluerende collega’s is me het meest is bijgebleven. Het was al met al een onvergetelijke ervaring en ik ben er erg trots op dat ik dit heb mogen doen.”
Emotionele achtbaan
Onder de mannen heerst verslagenheid. “Veel praten geeft steun aan elkaar”, ervaart luitenant-kolonel Peter Grijspaardt. De detachementscommandant in Gao, zelf ook Apache-vlieger, kent de groep. “Deze jongens waren voortrekkers, ondernemers met een vrolijke inborst. Ook persoonlijk voel ik het verlies. Je zit in een emotionele achtbaan. Het knaagt aan je. Tegelijkertijd wil je ook een zo waardig mogelijk afscheid neerzetten. Voor de mannen zelf, voor de dierbaren en de collega’s.”
Dubbel gevoel
Dat alle Apaches aan de grond staan tot de oorzaak van het ongeluk bekend is, zorgt voor een dubbel gevoel. Grijspaardt: “Het is zuur dat de vliegers de laatste weken van hun uitzending waarschijnlijk niet meer mogen vliegen.” Commandant 301 Squadron op thuisbasis Gilze-Rijen luitenant-kolonel Pier Schipmölder, beaamt dit gevoel. “We zijn doeners. Als squadron focusten we ons op hoe we een mooi en waardig afscheid voor de mannen konden organiseren. Daarmee krijg je ze niet terug, maar het helpt wel bij de verwerking. Nu dat achter de rug is, moeten we langzaam weer terug naar de realiteit van alle dag. Dat is dubbel. Enerzijds het zware verlies, anderzijds staat het werk nu ook letterlijk stil.”
Want ook dat is de harde realiteit. Het werk gaat gewoon door. Langzaam gaat iedereen over tot de orde van de dag. Toch erkent iedereen het belang van de ceremonies. “Er was een doedelzakspeler, een erehaag van militairen en een laatste groet”, aldus Grijspaardt. “Dat was voor ons belangrijk, maar zeker voor de omgekomen mannen en hun thuisfront. Ook voor hen willen we er als detachement en als squadron zijn.” Schipmölder voegt tot slot toe: “Hoe Defensie in de volle breedte heeft meegewerkt en meegeleefd, vind ik erg indrukwekkend.”
Tekst: eerste luitenant Wouter Helders