08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03-04 | 2015

F-16 test dual mode 500-pounder in Scandinavië

Verbeterde GBU-49M snel naar Midden-Oosten

Vrijwel geen enkele Noor op het schiereiland van Bodø vermoedt dat de Nederlandse Koninklijke Luchtmacht 500-pounders op de Vidsel-range in Zweden dropt. Ook niet als 3 Nederlandse ‘Fighting Falcons’, zojuist de Noordpoolcirkel overgestoken, op slechts 200 meter hoogte door hun zilte Saltfjord scheren.

Een van die kisten is de J-066, beter bekend als de Orange Jumper. Het oude beestje is hét testvliegtuig van de luchtmacht, en ‘opgevoerd’ met nieuwe software, kilometers kabels en camera’s. Ditmaal maakt het proefkonijn deel uit van een trio kisten dat meer dan een dozijn GBU-49M’s afwerpt. M staat in dit geval voor movement. En dat is nu precies waar het in week 12 voor de vliegers van zowel Leeuwarden als Volkel om draait. “Recente missies leren ons dat we een beter wapen tegen bewegende doelen nodig hebben”, aldus majoor Ralf. “Soms strijden we tegen snelle pick-ups met een .50 achterop”, vervolgt het Hoofd Kantoor Testvliegen. “Als onze bom daar een paar meter naast valt, is het volgens de definitie raak, maar niet genoeg om het doel uit te schakelen. En waait het hard, blaast de wind een GBU-49 letterlijk van het doel af. Een vlieger weet tijdens een missie nauwelijks hoe de windkracht op de grond is en kan daar dus amper voor corrigeren. Daarom updaten we nu van lot3 naar lot5, ook wel de GBU-49M genoemd.”

De Orange Jumper, net voor hij – letterlijk – het contact met de aarde verliest.

Het belangrijkste is dat de luchtmacht er een verbeterde dual mode mee in handen krijgt die niet alleen statische maar ook bewegende doelen kan uitschakelen. Naast GPS werkt dit wapen namelijk met laser. Daarmee kun je een bewegend doel blijven volgen. De mogelijkheid om deze 500 pounds bom – letterlijk – bij te sturen is dus aanzienlijk vergroot. Dat hoeft trouwens niet per se door een vlieger gedaan te worden, maar kan een Forward Air Controller op de grond evengoed doen.

x
Hoofd Kantoor Testvliegen, majoor Ralf, bekijkt een van de bommen die hij boven Zweden zal droppen. Grondpersoneel heeft de projectielen even daarvoor met grote precisie opgehangen.

Oefening baart kunst

In het Midden-Oosten staat het Nederlandse F-16-detachement te springen om de verbeterde variant van de GBU-49, weet sergeant Jonnie. De munitiespecialist acteert op vliegbasis Bodø als toezichthouder van 3 assembleurs. “Het wapen bestaat uit meerdere delen”, laat de onderofficier zien, terwijl zijn hand op een bomlichaam rust. Kop, lichaam en staart, inclusief vinnen. Net een uit de kluiten gewassen karper, maar dan met dodelijke lading. “Afhankelijk van het missiedoel produceer ik een Formule 1-wagen of een rallyauto”, aldus Jonnie op het Noorse munitiecomplex. “In principe heb ik 1 uur per bom. Maar oefening baart kunst; in het Midden-Oosten maken we er 6 in 2,5 uur.” Volgens de munitiespecialist is het wel zaak om altijd uiterst geconcentreerd te blijven. “Veiligheid staat voorop!” stelt hij. “Als iemand moe wordt, stoppen we meteen.”

Munitiespecialist sergeant Jonnie: “Afhankelijk van het missiedoel produceer ik een Formule 1-wagen of een rallyauto. In het Midden-Oosten staat het Nederlandse F-16 detachement te springen om de verbeterde variant van de GBU-49.”

Geïnteresseerde Amerikanen

Een paar uur later worden Jonnie’s eindproducten onder de F-16’s bevestigd. 2 afgevaardigden van de Amerikaanse fabrikant Raytheon Company kijken ondertussen geïnteresseerd toe. Zij ontwikkelen deze bom tenslotte, uiteraard in goed overleg met de luchtmacht. Nederland is volgens hen de eerste grote klant en daarom leveren ze alle mogelijke steun en training voor zowel grondploeg als vliegers. Het enorme defensie- en technologiebedrijf heeft veel vertrouwen in de proef. Zelf voerden ze natuurlijk ook meerdere testen uit. De resultaten daarvan waren prima en deze week verwachten ze niets anders. Maar erg benieuwd hoe de bommen in Zweden vallen, zijn ze wel.

Links: De sergeanten 1 Derjan Vos (links), Just de Jong en Watze Hepkema (rechts) rijden een bom naar de J-642. Rechts: De Jong werkt uiterst geconcentreerd zodat de GBU-49M op precies de goede wijze wordt vastgezet aan de Fighting Falcon.

Launching customer

Waarom de vliegers 16 wapens testen, in plaats van een handjevol? “Voor de certificering hoeven we maar 2 treffers te boeken”, vertelt Ralf. “Maar dan valideer je alleen maar dat het qua technische specificaties werkt. Statistisch zegt het heel weinig. We willen een database opbouwen en daarom droppen we zovéél bommen. Des temeer omdat wij de launching customer zijn. En deze wapens komen niet uit de oorlogsvoorraad, maar zijn aangekocht voor operationele testen. We willen precies weten hoe deze bom werkt zodat onze collega’s er in het Midden-Oosten het maximale uit kunnen halen.”

Het steppen is begonnen. Over een half uur is de kist airborne.

Duimen omhoog

De afterburner produceert een hoop herrie als de Orange Jumper het Noorse luchtruim kiest. Eindelijk is het dan zover. Samen met 2 maatjes vliegt de J-066 in een kwartier naar de Vidsel-range in Noord-Zweden. In 3 waves gooien de Fighting Falcons 16 bommen op meerdere (bewegende) doelen. Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), dé Nederlandse onafhankelijke kennisonderneming op het gebied van lucht- en ruimtevaart, is ter plekke om de score te berekenen (zie kader). De duimen gaan omhoog. Het F-16 detachement in het Midden-Oosten kan opgelucht ademhalen. Als het meezit, heeft het er binnen enkele weken een effectief wapen bij.

Na een succesvolle eerste wave keren de Nederlandse F-16’s terug naar vliegbasis Bodø.

Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) speelt vaak een grote rol als de luchtmacht bommen test. Ook in Scandinavië zat het weer op de eerste rij. Een van de onderzoekers legt uit op welke manier het NLR de essentiële data vergaart om een rapport van bevindingen te kunnen maken.

“Ruim voordat de vliegers hun bommen gooiden, inspecteerden wij met 2 medewerkers de doelen op de Vidsel-range. Daarnaast maakten we foto’s en bepaalden we de beste posities voor onze camera’s. Die voorbereiding kostte ons een dag. Achteraf gaven wij de vliegers feedback en hadden we overleg over de volgorde van de drops.
Dergelijke testen hebben we eerder uitgevoerd, maar nooit met zoveel bommen. Dat was nu zeker iets om rekening mee te houden, aangezien doelen na meerdere voltreffers aan het einde van hun Latijn zijn. Wat we op de range doen, is geen hogere wiskunde, maar vergt wel een goede planning. Tot een uur voordat de F-16’s de bommen droppen, mogen wij op de site zijn. Tegen de tijd dat wij een veilig heenkomen zoeken, staat de complete opstelling en draaien alle camera’s.
De bommen zijn heel goed gevallen. Het resultaat op het bewegende doel is zelfs uitmuntend. 1 bom is recht door het dak van het voertuig gevallen en er door de deur aan de bestuurderskant weer uit gegaan. Zelfs voor de Vidsel-range was dit de allereerste keer dat vliegers een dergelijk resultaat boekten. Ik vraag me af of ze die wagen opnieuw in kunnen zetten…
Het werk van het NLR begint eigenlijk nu pas. Vorige week was natuurlijk spectaculair, nu is het tijd om analyses te maken aan de hand van ónze beelden, die van de Vidsel-range en de F-16’s. Op basis van wat we nu hebben gezien, kun je in elk geval de conclusie trekken dat de GBU-49M operationeel kan worden ingezet.”

Foto's: Nederlands Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

Tekst: Kapitein Jaap Wolting
Headerfoto: Nederlands Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
Foto's: Sergeant 1 Eva Klijn