Tekst Kapitein Saminna van den Bulk
Foto Phil Nijhuis, archief Mediacentrum Defensie
Wat doet het CEAG?
De pandemie houdt de wereld in zijn greep, maar het werk van Defensie gaat ‘gewoon’ door. Aan het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) de taak om met richtlijnen te komen waarmee medewerkers beschermd kunnen worden bij het uitvoeren van vitale processen. In eigen land, maar ook in missiegebied.
Terug naar januari 2020. De stilte voor de storm. Waar voor velen de uitbraak van corona nog een ver-van-mijn-bed-show leek, was het CEAG al druk bezig met de repatriëring van Nederlandse burgers uit Wuhan, de Chinese stad die bekend kwam te staan als de brandhaard van het virus.
“Het is zeker een bijzondere situatie”, concludeert luitenant-kolonel Rudy Ernst, hoofd van de afdeling advisering. “Natuurlijk hebben we dit soort scenario’s rondom de uitbraak van een virus wel besproken, maar een pandemie als deze komt altijd onverwacht. En daarom ben je eigenlijk nooit helemaal voorbereid. Daarom hebben wij ons de afgelopen tijd ingezet om richtlijnen, adviezen en veelgestelde vragen te maken voor heel Defensie.”
Wat doet het CEAG?
Het CEAG maakt onderdeel uit van de Defensie Gezondheidsorganisatie en draagt, naast haar taak als onafhankelijke arbodienst van Defensie, bij aan beleid over arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid. Of het nu gaat om chroom 6, burnpits, asbest, infecties, de uitbraak van virussen of de mogelijke effecten van schietgassen, preventieve gezondheidszorg, keuringen, bedrijfsgezondheidszorg: het CEAG onderzoekt, analyseert en adviseert. Doel is om arbeidsomstandigheden van de medewerkers in de praktijk zo gezond en veilig mogelijk te maken.
1. Hoe pakt het CEAG de pandemie aan?
Met gezwinde spoed zetten zij een COVID-kernteam op dat al snel werd overspoeld met vragen, vertelt majoor Sanne van Roon. “Hoe bescherm je een crew als je mensen repatrieert? Wat doe je als de passagiers echt ziek zijn? Maar dat was slechts het begin. Pas toen het eerste COVID-geval opdook in Nederland, ging het los in onze mailbox.”
Niet verwonderlijk, want iedereen in het land vroeg zich af wat te doen tegen de uitbraak van het virus. Hoe vecht je tegen een onzichtbare en relatief onbekende vijand? Voor militairen geldt hier een bijzondere opdracht: ze moeten inzetbaar zijn én blijven. Juist om de samenleving te kunnen helpen in de strijd tegen corona.
“Als CEAG kijken wij of, en zo ja hoe we de maatregelen van de Rijksoverheid moeten vertalen naar het Defensie werkgebied”, vertelt overste Ernst. “Het is aan de commandanten om, met onze richtlijnen in de hand, een operationele risico-afweging te maken.”
De situatie is niet altijd zwart-wit. Neem bijvoorbeeld het onderwerp mondkapjes. Waarom niet hetzelfde doen als in het openbaar vervoer? “De reden voor een speciale richtlijn is de bijzondere taak van defensie die maakt dat we ‘last man’ of ‘woman standing’ moeten kunnen zijn.” Ander onderwerp: de avondklok. “Wij kijken: “Geldt dit ook op kazernes? Betekent dit dat mensen vanaf 21.00 op hun kamer moeten blijven?
2. Hoe om te gaan met (inter)nationale inzet?
Alle krijgsmachtsoperaties stilleggen is geen optie. Denk bijvoorbeeld aan de oefening Zebra Sword, die in oktober en november 2020 in het hele land plaatsvond. Er moet getraind worden om klaar te zijn voor de inzet van snelle reactiemachten van de NAVO en de EU.
Van Roon: “Ja, preventie is een werkgeversverantwoordelijkheid. Maar het voortzettingsvermogen is ook belangrijk. Elke ondercommandant maakt hierin met de medisch adviseur en de veiligheidskundige een risico-afweging. Die heeft immers de kennis van de situatie, de belangen en de beheersmaatregelen die ze ter plekke kunnen treffen.”
Daarnaast draaien de missies in Afghanistan, Irak en Litouwen ‘gewoon’ door. Het internationale aspect maakt het ingewikkeld, erkent Van Roon. Richtlijnen formuleren is en blijft gecompliceerd: de situatie verandert van moment tot moment. Het CEAG adviseert de Directie Operaties ook gedurende de COVID19-crisis in relatie tot missies en inzet. “Uitgangspunt is het risico op besmetting zo klein mogelijk te maken. Zo is er de quarantaine voor eenheden voor ze op uitzending of missie gaan. Ter plekke gelden de regels van land, regio en inzet, aangevuld met de eigen regelgeving.”
Waterdicht is het niet, vervolgt Van Roon. Dat bleek bij mariniers voor hun oefening in Noorwegen dit jaar. Alle deelnemers verbleven in quarantaine; bij vertrek bleken er toch militairen besmet. “100 procent zekerheid heb je met testen nooit. De test is een momentopname en kan vals-negatief zijn.”
3. Een blik op de toekomst; hoe nu verder?
Hoewel eenieder zich zo goed mogelijk aan de regels probeert te houden, wordt dit wel steeds moeilijker, merken de experts. Het valt in een militaire context soms lastig uit te leggen.
Het ene moment zit je nog in de aura van je buddy tijdens een oefening, maar vervolgens mag je in de eetzaal niet naast elkaar zitten. Van Roon: “Wat het daarnaast bemoeilijkt, is dat militairen over het algemeen jong en gezond zijn. Raken ze toch besmet, dan worden ze over het algemeen niet erg ziek. Maar je weet niet of en wanneer je besmettelijk bent. Dus al heb je geen klachten, houd afstand. Als afstand houden echt niet kan, doe dat zo kort mogelijk en draag een mondmasker als dat nodig is. Zo bescherm je de mensen om je heen, ook kwetsbare mensen, tegen besmetting en ziekte.”
Het CEAG benadrukt: houd vol! “In het begin dacht iedereen nog: deze situatie duurt hoogstens een paar weken, misschien een paar maanden. Juist nu is het belangrijk consequent te zijn in de maatregelen, alleen dan komen we uit deze situatie. Dus: blijf thuis met klachten, was je handen, houd afstand, nies in je elleboog”, aldus Ernst. ”En voor wat betreft vaccinaties volgt Defensie het vaccinatieprogramma van het ministerie van Volksgezondheid.”
4. Wat leert het CEAG van de crisis?
“Zo’n wereldwijde crisis is, behalve veel schakelen, ook echt een leerschool”, zegt luitenant-kolonel Ernst.
“Aan het begin van de crisis kregen we veel eerstelijns vragen. Iedereen klopte voor vragen bij ons aan. Dat proces is nu veel meer gestroomlijnd. We zitten om tafel met verschillende partijen: we hebben een helder beeld van het ‘wie doet wat en waarom’ in het kader van COVID.”
Keerzijde van de crisis is wel dat er zaken blijven liggen. “In ons team zitten experts die onderzoek doen naar onder meer belangrijke onderwerpen als veiligheid en gezondheid en bijdragen aan instructies. Dat soort dossiers blijft nu liggen of loopt vertraging op. Ook na de crisis zullen de naweeën daarvan te merken zijn. We zitten strak in de bemensing – voor sommige expertises hebben we maar één persoon en andere specialismes zijn moeilijk te verkrijgen. Excessen kun je daarom niet altijd zomaar heel snel opvangen. In een acute situatie als deze zie je daar de gevolgen van.” En toch, concludeert Ernst: “Onze mensen gaan loyaal door. Dat is een groot goed, iets om trots op te zijn.”