Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht  -  Jaarverslag 2015

Onze samenwerking met Duitsland kent een lange geschiedenis. Vanaf 1995 zijn beide landen stevig geïntegreerd in een Duits-Nederlands Legerkorps. Bij een aantal eenheden die daar onder vallen, wordt ook op de werkvloer intensief samengewerkt. Onlangs is daar nog de opname van 11 Luchtmobiele Brigade in de Division Schnelle Kräfte (DSK) aan toegevoegd en beschikt 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte weer over leopard-tanks dankzij een nauwe samenwerking met 1 Panzerdivision. Voor mij was deze intensieve samenwerking aanleiding voor een nadere kennismaking met mijn Duitse evenknie en heb ik in november een bezoek gebracht aan de Wehrbeauftragte van de Duitse Bondsdag. 

De Wehrbeauftragte is afkomstig uit de defensiecommissie van de Bondsdag (de Verteidigungsausschuss) en wordt gekozen voor een periode van vijf jaar. Hij acteert als voorpost van het parlement waar het de Bundeswehr betreft. Naar aanleiding van meldingen uit of over de strijdkrachten kan hij een onderzoek instellen. In tegenstelling tot de situatie in Nederland is hij geen militair, noch maakt hij deel uit van de Bundeswehr of het Verteidi¬gungs¬ministerium. Ondanks deze verschillen vertonen taken en verantwoordelijkheden van de Duitse Wehrbeauftragte grote overeenkomst met die van de Nederlandse Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. 

De ontmoeting met de Wehrbeauftragte verliep in een open en plezierige sfeer. Wij hebben afgesproken gezamenlijk werkbezoeken te zullen afleggen aan eenheden waar Duitse en Nederlandse militairen samenwerken, temeer omdat mij tijdens eerdere werkbezoeken gebleken is dat verschillen in nationale regelgeving een efficiënte werkwijze in de weg kunnen staan. Verder toonde mijn Duitse gesprekspartner grote belangstelling voor het Nederlandse veteranenbeleid. Hij gaf aan dat ook de leden van de Verteidigungsausschuss geïnteresseerd zouden zijn om daar meer over te vernemen. Ik heb voorgesteld om een presentatie over dit onderwerp te organiseren, bijvoorbeeld in de Nederlandse ambassade in Berlijn. Deze bijeenkomst zou eventueel een vervolg kunnen krijgen bij veteraneninstellingen in Nederland, zoals het Veteraneninstituut. In datzelfde kader heeft in december één van mijn stafofficieren deelgenomen aan een gesprek op het Veteraneninstituut met beleidsmakers van het Bundesministerium der Verteidigung. 

Ook de langlopende Belgisch-Nederlandse samenwerking tussen de beide marines (BENESAM) wordt gezien als een uitstekend voorbeeld van verregaande integratie, waarbij opleidingen, gereedstellingsprocessen, materieels- en onderhoudsprocessen steeds meer op dezelfde leest worden geschoeid. De personele gevolgen voor het uitvoeren van regulier en benoemd onderhoud aan de mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn grotendeels geadresseerd door het opzetten van een vaste onderhoudsploeg. De doelmatigheid van bilaterale samenwerking hoeft niet altijd de belangrijkste drijfveer te zijn, maar het blijft wel zaak om de personele- en materiële gevolgen hiervan niet uit het oog te verliezen. Ook met mijn Belgische evenknie heb ik inmiddels een eerste ontmoeting gehad, de mogelijkheden voor een gezamenlijk werkbezoek in de toekomst sluit ik ook hier niet uit.