Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht  -  Jaarverslag 2015

Besluitvorming bij Defensie is een complex proces. Het is aan commandanten en directeuren om keuzes te maken en die te motiveren. De communicatie erover blijft soms achterwege. Bij de Defensiestaf viel op dat het personeel behoefte heeft aan een structurele terugkoppeling uit de beraden. Het Materieel-Logistiek Commando van de landmacht geeft aan vanuit de herstelcompagnieën regelmatig de vraag te krijgen wat de beweegredenen zijn achter het uitbesteden van onderhoud. Daar waar de kostenbesparing niet direct te zien is, kunnen zij dit niet uitleggen. Zij zouden graag inzicht krijgen in de business case zodat zij deze beter kunnen communiceren. Bij het Landelijk Tactisch Commando van de Koninklijke Marechaussee wordt volop gewerkt aan de omschakeling naar informatie gestuurd optreden, aangeduid met ‘IGO’. Het opnieuw instellen van een IGO-nieuwsbrief zal naar verwachting bijdragen aan een breed gedragen begrip en daarmee het succes van IGO. 

____________________

Het besluit om de Militaire Luchtvaartautoriteit uiteindelijk samen te voegen met de Inspectie Leefomgeving en Transport op Amsterdam-Sloterdijk is door het personeel niet goed begrepen. Ik heb geadviseerd om de communicatie over de gevolgen van de geplande verhuizing voor zowel het personeel als de bijzondere positie van de Militaire Luchtvaartautoriteit binnen Defensie de nodige aandacht te geven. 

Op het gebied van ICT is veel in beweging. Het is goed om te constateren dat bij de Defensie Materieelorganisatie de samenwerking tussen de afdeling Operations en het Joint IV-Commando aanzienlijk is verbeterd. Dit is tevens merkbaar in de ondersteuning van de ICT-gebruikers. Voor de individuele werknemer zal het binnenkort beschikbare dedicated communicatieteam een welkome aanvulling zijn. 

Al twintig jaar leidt de Duits-Nederlandse samenwerking binnen 1(GE/NL) Corps in Münster tot prima resultaten. Ook elders in Duitsland heb ik tijdens mijn bezoek aan Ulm en Ramstein geconstateerd dat men een goede balans heeft gevonden tussen werken en leven in het buitenland. Men heeft het goed naar de zin, sommigen ervaren het zelfs als ‘wonen in een ansichtkaart’. Toch waren er ook een paar kritische geluiden te horen. Alhoewel de voorlichting sterk is verbeterd en ook partners worden betrokken, mist de ondersteuning volgens velen de menselijke maat. Men verdwaalt vaak in de selfservice of loopt vast in (te) bureaucratische procedures. Andere veelgehoorde opmerkingen betroffen het functietoewijzingsbeleid in het buitenland, zoals het wel of niet verlengen op functie of een overplaatsing ‘buitenland-buitenland’. Sommigen ervaren een willekeur bij de toepassing van dit beleid. Tot slot vinden velen dat er meer zou kunnen (en moeten) worden gedaan met de kennis en ervaring die men in het buitenland heeft opgedaan. 

Op meerdere plaatsen trof ik medewerkers met onduidelijkheden over hun loopbaan. Bij de Defensie Materieelorganisatie heeft men moeite met het ontbreken van loopbaanbeleid voor burgermedewerkers. Hierdoor is er geen loopbaanperspectief voor deze categorie en voelt men zich belemmerd in de persoonlijke ontwikkeling.