Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht  -  Jaarverslag 2015

Dit verslag is gebaseerd op mijn vier hoofdtaken: adviseur van de minister, bemiddelaar voor het personeel, Inspecteur der Veteranen en Inspecteur der Reservisten. Het is een samenvatting van indrukken en observaties die ik verzamelde tijdens mijn 47 werkbezoeken aan defensieonderdelen. Het kunnen ook trends zijn die duidelijk werden tijdens de ruim 400 bemiddelingen die mijn staf in het afgelopen jaar afrondde. En voor wat betreft onze veteranen kijk ik met veel plezier terug op de ruim 127 momenten waarop ik in hun midden was. De thema’ s leiderschap, werkdruk, communicatie, leren van elkaar, assortimentsgewijs werken, de materiële ondergrens en internationale samenwerking vormen de rode draad van mijn bevindingen. 

Daarmee heb ik meteen iets gezegd over mijn werkwijze. Om de minister zo goed mogelijk van advies te dienen, trek ik er twee keer per week op uit om een eenheid te bezoeken. Dat kan een marineschip zijn, een bataljon van de landmacht, een helikoptersquadron of een van de vele onderdelen van het Commando Dienstencentra. Bij de Defensie Materieelorganisatie spreek ik oudere collega’s die zich ongerust maken over de reorganisatie van hun afdeling en op het Binnenhof ga ik het gesprek aan met jonge collega’s van de Koninklijke Marechaussee die in het hart van de democratie over onze veiligheid waken. Ondanks een kleinere omvang blijft de diversiteit van onze krijgsmacht enorm. 

De meest oorspronkelijke taak van de IGK is het gevraagd én ongevraagd adviseren van de Minister over alle vraagstukken die de krijgsmacht raken. Een van de belangrijkste werkwijzen daarbij is het afleggen van werkbezoeken. Het instituut streeft ernaar in een cyclus van drie jaar alle eenheden, directies en missies in binnen- en buitenland te bezoeken. Daarbij is ruimte om in te spelen op actuele ontwikkelingen die gevolgen hebben op de werkvloer. Een ad hoc bezoek in oktober 2015 aan de nieuwe High Risk Beveiligingseenheid van de Koninklijke Marechaussee, die de beveiliging rondom Joodse scholen en instellingen overnam van de Nationale Politie, is hiervan een sprekend voorbeeld. 

Soms is het vanwege de situatie ter plaatse niet mogelijk dat ik een bezoek breng aan een missiegebied. Dat was bijvoorbeeld het geval met de militairen van de Koninklijke Marechaussee die deel uitmaakten van de VN-missie UNMISS in Zuid-Soedan. Ik heb de rollen toen omgedraaid en de ‘werkvloer’ bij mij op De Zwaluwenberg uitgenodigd. Dat is goed bevallen, zo kon ik in een halve dag met personeel van twee rotaties spreken. Toch kan het een echt werkbezoek nooit helemaal vervangen. Het is immers belangrijk om de omstandigheden ter plaatse te ervaren en ook om iets van de sfeer op de werkvloer te beleven en ter plekke het gesprek aan te gaan.