11

Dit artikel hoort bij: Landmacht 09

Mijn Uitrusting: de JTAC

Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 5: de Joint Terminal Attack Controller en de Laser Operator.

 ‘De gevarenzone is vaak heel dichtbij’

De Joint Terminal Attack Controller (JTAC), voorheen Forward Air Controller, en Laser Operator (LO) functioneren als één  geheel en vormen samen met de chauffeur van de Fennek de Tactical Air Control Party (TACP). Namens de grondcommandant wijzen zij het te bombarderen doel aan voor de gevechtsvlieger. Communicatiemiddelen, laser- en meetapparatuur zijn daarbij onmisbaar. De 6 meest essentiële items van de 2 specialisten lichten we uit.

Laser Target Designator LF28A

Met een ‘onzichtbare’ laser wijst de Laser Operator doelen voor vliegers aan. De straal is alleen met speciale apparatuur waarneembaar en zie je niet met infrarood- of nachtzichtapparatuur. De straal weerkaatst altijd op het doel, waardoor die in meerdere stralen uiteen splijt. De lasergeleide bom spoort de laserstralen op en volgt die naar het doel. Voorwaarde om de laser te gebruiken is een heldere lucht, zodat de laser niet weerkaatst tegen stof of mist. Tot zo’n 60 kilometer kan de straal oogletsel veroorzaken. Om je hiertegen te wapenen, kun je een veiligheidsbril dragen.

Infrarood pointer Izlid 1000P

De straal van deze laseraanwijzer kun je alleen ’s nachts zien met nachtzichtapparatuur. Hij heeft een lager bereik dan de Laser Target Designator, maar een groot voordeel is dat de infrarood pointer gemakkelijk en snel in gebruik is door het handzame ‘zaklampmodel’. De Laser Operator draagt hem dan ook altijd ‘op de man’. Tot zo’n 1.200 meter kan de straal oogletsel veroorzaken. De LO en JTAC’er dragen daarom altijd een veiligheidsbril en kijken voor gebruik of er geen eigen troepen in de buurt zijn.

Leica vector 21B verrekijker

Met de Leica vector 21B verrekijker meet de Laser Operator de afstand tot het doel en de hoek (windrichting) waar het doel zich bevindt. Met de uitkomst van deze metingen berekent de Digital Advances GPS Receiver (DAGR) de coördinaten van het doel. De JTAC’er geeft de coördinaten vervolgens aan de vlieger door.

GETAC laptop

Deze spatwaterdichte en stootvaste laptop met touchscreen voorziet de JTAC’er van de nodige omgevingsbeelden om de exacte locatie van het doel te kunnen bepalen. De database met recente luchtfoto’s en kaarten van missiegebieden stelt hem in staat coördinaten te produceren van waar het doel zich precies bevindt. Met een softwareprogramma kan de JTAC’er live meekijken met de camera- en sensorsystemen van jachtvliegtuigen. Hij kan zo met de vlieger afstemmen of ze hetzelfde doel voor ogen hebben

AN/PRC 117 Radio

Met ‘de 117’ kan de JTAC’er zowel met vliegers communiceren als via de satelliet met bijvoorbeeld het operatiecentrum van de luchtmacht voor de aanvraag van luchtsteun. Om via de satelliet te communiceren moet hij de radio aansluiten op een satellietantenne (zie hiervoor ook aflevering 3: de communicatiespecialist van het Korps Commandotroepen). Deze radio heeft meer bereik dan ‘de 152’. Dat bereik wordt nog hoger als de JTAC’er hem inbouwt op de Fennek.

AN/PRC 152 Radio

De JTAC’er draagt ‘de 152’ altijd bij zich. Hiermee communiceert hij met de vlieger. Om afluisteren te voorkomen, kan hij de radio vooraf inladen met crypto. Dit zijn codes die de boodschap versleutelen. Alleen de radioapparatuur van de JTAC’er en vlieger bezitten de codes om de boodschap goed te kunnen uitluisteren. De radio heeft een bereik van zo’n 30 kilometer mits er geen bergen of slecht weer tussen de ontvangers zit.

Eerste luitenant Bas (26)
Joint Terminal Attack Controller

“Als Jurgen en ik in actie komen, moeten we een paar minuten enorm multitasken. Gelijk handelen, niet te lang nadenken. Zodra we van de grondcommandant de opdracht ‘luchtsteun aanvragen’ krijgen, wordt het hectisch. Vaak liggen onze troepen onder vuur, waardoor ze niet kunnen manoeuvreren. Kort geef ik de vlieger een situatieschets: waar bevinden onze eigen troepen zich, waar is de vijand en welk doel willen we vernietigen. Soms krijgen we steun van meerdere toestellen, die we allemaal naar een ander doel begeleiden. Daarbij bepaal ik wie waar vliegt en op welke hoogte. Ze moeten namelijk wel buiten het bereik van luchtafweergeschut blijven. Ondertussen maak ik met Jurgen in rap tempo een plan van aanpak. Gebruiken we een laserstraal om het doel aan te wijzen of geven we alleen coördinaten door? Het meten van coördinaten is vrij snel gedaan, maar met laseren moet Jurgen z’n kop letterlijk een poosje boven het maaiveld uitsteken. Dat is niet altijd zonder risico. Regelmatig zitten we vlakbij de gevarenzone, maar net op veilige afstand van de bom. Via de radio sturen op zicht is overigens ook een optie. Een goede samenwerking tussen mij en de Laser Operator is erg belangrijk, daarom vormen Jurgen en ik een vast koppel. We hebben vaak aan één woord genoeg. Ik ben eindverantwoordelijk, maar hij denkt altijd met me mee en houdt mij een spiegel voor. We klaren de klus echt samen. Dat is zo gaaf.”

Sergeant-1 Jurgen (29)
Laser Operator

“Ik monitor continu het gevecht op de grond. Onderling hebben we de afspraak dat ik radiocontact onderhoud met de grondcommandant, zodat Bas zich volledig kan focussen op het contact met de vliegers. In het heetst van de strijd kunnen we beiden behoorlijk druk zijn over de radio. Soms trekken we elkaar aan de mouw: ik heb deze info en wat heb jij? Behalve het gevecht in de gaten houden, is mijn belangrijkste taak natuurlijk het aanstralen van doelen. Met mijn verrekijker en DAGR (zie kader, red.) meet ik allereerst de coördinaten van het doel, zodat Bas die aan de vlieger kan doorgeven. Afhankelijk van hoeveel dekking we hebben, hoe de vijand gepositioneerd is en of er obstakels zijn, straal ik de doelen aan. Ik moet vrij zicht hebben totdat de lasergeleide bom is gedropt. Een enkele grasspriet is dus al teveel. Luchtsteun wordt vaak pas aangevraagd als de nood het hoogst is. Dat weet ik uit eigen ervaring als groepscommandant in Afghanistan. Goede ondersteuning krijgen van een TACP is dan ontzettend fijn. Tijdens die uitzending dacht ik: Laser Operator, dát zou een mooie vervolgfunctie zijn.”

Meer weten over de vuursteunspecialisten van de landmacht? Bekijk dan de artikelen die vorig jaar in de Landmacht en Defensiekrant verschenen.