03

Dit artikel hoort bij: Landmacht 09

Cavalerist in hart en nieren

‘Uit pure liefde ben ik weer terug’

Het OTK-peloton Tankoptreden is voor het leeuwendeel gevuld met personeel dat de zware cavalerie niet kan loslaten. Mannen die carrière maakten bij de toenmalige 11 en 42 Tankbataljons en voor wie de Leopard 2 A6 minstens zo vertrouwd aanvoelt als hun eigen auto. 4 jaar nadat de gevechtstank uit de bewapening verdween, vormen huzaren van toen nu de kern van de toekomstige Duits/Nederlandse Panzerkompanie. Maar wie zijn zij precies? 3 portretjes van kerels die precies weten wat ze willen: dienen bij de cavalerie en niets anders.

Tekst: André Twigt /  Foto’s: Evert-Jan Daniels

Korporaal-1 Steven van Meurs, lader

“We konden in 2011 niet geloven dat de tank werd wegbezuinigd. Zo’n belangrijk wapensysteem. Het verlies voelde aan als een klap in je gezicht. Ik werd monteur wielvoertuigen bij 43 Herstelcompagnie. Op zich een leuke baan, maar in mijn hart bleef ik huzaar. Uit pure liefde voor de tank ben ik nu weer terug. Of ik nu in Duitsland of Nederland gelegerd ben, maakt me niet uit. Wekelijks 8 uur heen en weer naar huis rijden? Interesseert me niks. Dit is mijn plek. Als lader ben je sowieso verantwoordelijk voor alles op en aan het kanon. Maar een goede lader is daarbij een alleskunner. Iemand die weet hoe een Leopard technisch in elkaar steekt. Dit is het mooiste werk van de wereld.” 

Korporaal-1 Robbert Storm, bestuurder

“Onder pantser zit je met z’n vieren dicht op elkaars lip. Het familiegevoel is daardoor hecht. Hechter dan bij de infanterie. De sfeer binnen de cavalerie is minder formeel. Natuurlijk zijn er rangen en standen, maar eenmaal onderluiks moet je als bemanning de klus klaren. Een tank kan nog zo goed zijn, het wordt pas een wapen wanneer je je vak verstaat en weet wat samenwerken is. Het OTK-peloton bestaat voor het overgrote deel uit oude rotten in het vak. Die leggen een mooi fundament voor de toekomstige Nederlandse 'Kompanie' (geen eskadron, red). Ik zit nergens beter dan hier.”

Huzaar-1 Maik van der Stay, schutter

“Samen met mijn vriendin kocht ik pas geleden een huis. Maar dat hield me niet tegen een weekendrelatie aan te gaan. Ik zei tegen haar: “Mijn laatste jaren bij de landmacht zijn voor mij en daarmee ging ze akkoord. De tank, de cavalerie. Hier wil ik zijn. Het familiale, de bekende gezichten. In mijn vorige functie als IED-specialist bij 41 Pantsergeniecompagnie heb ik veel geleerd. Maar het gevoel voor de cavalerie bleef. Ook vanwege de mooie en rijke tradities. Neem het ere-escorte. Dat vind je bij geen enkel wapen of dienstvak. Wat een goede schutter maakt? Perfectionistisch zijn, heel nauwkeurig willen werken. De rekenaar waarmee je werkt, gaat tot cijfers achter de komma. Je wilt zo’n granaat perfect op het doel hebben.”