12

Dit artikel hoort bij: Landmacht 09

Erkenning voor heldendaden

Tekst Patrick Regan
Foto Bart Nijs Fotografie, NIMH archiefbeeld

Commando’s geëerd met heldenmedaille

2 commando’s, korporaal-1 Wim en adjudant b.d. Willem Scheringa, ontvingen vrijdag 9 oktober op de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal de Carnegie medaille. De Stichting Carnegie Heldenfonds eert mensen die ‘met gevaar voor eigen leven het leven van anderen hebben gered of dat hebben geprobeerd’. Voor het eerst vielen commando’s die eer te beurt.

Het is zomer 2014. Korporaal-1 Wim is met zijn vriendin op een 4-weekse reis door Vietnam. Ondanks het stormachtige weer gaat een boottocht die 3 dagen moet duren gewoon door. Het gezelschap is nog maar net de haven uit als de storm verergert en het noodlot toeslaat. De boot met 12 opvarenden kapseist. Vrijwel iedereen ontsnapt en zwemt richting land. Een Amerikaanse dame valt echter het stuurhuis in.

De commandant van het Korps Commandotroepen feliciteert de helden.
Omdat de particuliere medaille door Defensie wordt erkend, mag hij op het uniform gedragen worden.

‘Iedere commando zou zo reageren’

Heel erg mis

Op dat moment komt de commando in hem naar boven. “Rustig blijven en prioriteiten stellen. Mijn vrouw zie ik wegzwemmen, zij is veilig. Bij de echtgenoot van de Amerikaanse breekt paniek uit. Daar gaat iets heel erg mis. De vrouw zit opgesloten terwijl de ruimte zich vult met water. Ik trap de ruit in en ga de stuurhut in. Vervolgens trek ik haar naar buiten.

Eenmaal aan land gekomen wacht ik bij het stel tot er hulp komt. Uiteindelijk komt alles goed. We hebben nog steeds contact. Ze is me ontzettend dankbaar.”

“Ik denk dat iedere commando zo zou reageren. Zo zitten wij nu eenmaal in elkaar. Dat ik er een medaille voor krijg, vond ik in eerste instantie licht overdreven. Nu ik iets meer weet van het Carnegie Heldenfonds, vind ik het een hele eer en zal ik hem met trots dragen.”

IJskoude zwemtocht

Het gezin Oostdijk ligt rustig te slapen als in de nacht van 1 februari 1953 de dijken breken. De watersnoodramp is een feit. Vluchten kan niet meer, de familie gaat het dak op. De toen 21-jarige sergeant Willem Scheringa is als één van de eersten ter plaatse.

“Het was nog halfdonker toen we aankwamen in Nieuw-Vossemeer. In de verte zagen we een man, een vrouw en 2 kinderen in lakens gewikkeld op een dak zitten. Mijn commandant zei: ‘Willem, jij bent een goede zwemmer. Pak een touw en zwem naar dat huis.’ Het was ontzettend koud, er dreven zelfs sneeuwvlokjes in het water. Toen kwam ik ook nog eens met mijn benen vast te zitten in prikkeldraad. Maar het lukte me de familie te bereiken en ze te redden.”

“Tijdens de commando-opleiding leer je tot het uiterste te gaan en alles te geven om de taak te volbrengen”, vertelt Scheringa. Tot het uiterste ging de commando die dag zeker. Zo herinneren ook de zusjes Janny en Corry Oostdijk het zich. Zij waren 1 en 2 jaar toen de commando hen van het dak redde.

Tijdens de watersnoodramp waren Janny (links) en Corry Oostdijk nog peuters.

‘Zonder Willem hadden we misschien niet meer geleefd’

“De littekens van het prikkeldraad staan nog steeds in zijn benen. Nadat hij ons redde, is hij zelf onderkoeld in het ziekenhuis beland. Toch is hij de volgende dag teruggekomen om mensen te helpen. We zijn hem echt ontzettend dankbaar. Nu hij die onderscheiding krijgt, realiseren we ons maar weer eens: je bent er en hebt een gezin. Zonder Willem hadden wij hier waarschijnlijk niet meer gestaan.”