Tekst LTZ2OC (SD) Nina de Lange
Steeds meer ogen gericht op West-Afrika
Een klein zeilschip verschijnt aan de horizon op de Atlantische Oceaan, tussen West-Afrika en Zuid-Amerika. Naarmate het vaartuig dichterbij komt, blijkt het te gaan om een luxe zeiljacht. De bemanning van het jacht zwaait vriendelijk naar het passerende marineschip om vervolgens snel weer uit het zicht te verdwijnen.
Niks bijzonders aan dit tafereel zou je denken, maar de waakzame officier van de wacht van Zr.Ms. Groningen heeft gezien dat het zeiljacht geen vlag voert. De commandant besluit om het Maritime Analysis and Operations Centre – Narcotics (MAOC-N) in te lichten.
Wennen
Het speelt zich begin mei af aan boord van de Groningen op weg naar het Caribische gebied. Het Oceangoing Patrol Vessel wordt daar voor vier maanden ingezet als stationsschip en zal ook anti-drugsoperaties uitvoeren. Al op haar heenreis via West-Afrika kon de Groningen en haar 72-koppige bemanning alvast wennen aan de strijd tegen drugstransporten over zee.
Schepen als ogen en oren tegen drugs
Schakel
Gedurende drie weken, van Den Helder tot aan de Caribische Zee, werkt het Nederlandse marineschip nauw samen met het MAOC-N. Dit is een Europees initiatief, gevestigd in Lissabon, die de samenwerking van 7 landen drugsvangsten coördineert en faciliteert. Het MAOC-N gebruikt de marines van de deelnemende landen om drugs te onderscheppen op de drie belangrijkste drugsroutes van Zuid-Amerika naar West-Afrika en Europa. De organisatie is een schakel in het proces van informatie verzamelen tot aan de inzet van marineschepen. Deze schepen zijn op dat moment de ‘oren en ogen’ voor de MAOC-N.
Vervoersknooppunten
Gedurende het afgelopen decennium ontopten de West-Afrikaanse kusten en havens zich ongewild tot zogeheten ‘hubs’ voor de trans-Atlantische drugstransporten. Dit zijn vervoersknooppunten in belangrijke drugsroutes. Door de verscherpte controles en succesvolle onderscheppingen op de directe routes naar Europa, ontstond deze verschuiving in routes. Het gevolg hiervan is dat veel smokkelaars uitwijken naar het zuiden en zo via onder andere het Zuid-Afrikaanse Kaap Verdie bij hun eindbestemming komen. Het blijft een kat-en-muis-spel. De smokkelaars verzinnen steeds nieuwe manieren om de drugs te vervoeren, zoals privé zeiljachten, helikopters, kleine Cessna-vliegtuigjes en zelfs mini-onderzeeboten die, aangehaakt aan containerschepen, onder water hun bestemming proberen te bereiken.