07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 04

La Courtine: een dorp vol herinneringen

Tekst Evert Brouwer
Foto SGT Sjoerd Hilckmann en NIMH

Landmacht terug op roemrucht oefenterrein

“Toen we de poort verlieten, hoorde ik dat liedje voor het eerst”, bekent sergeant Teun van Sliedregt. Hij doelt op het toen humoristische ‘Brief uit La Courtine’ van Rijk de Gooijer, een ‘hit’ uit 1963. Met zijn collega’s van de C-compagnie 17 Pantserinfanteriebataljon zit de sergeant voor het Frans-Nederlands museum, waar wordt teruggeblikt op 5 jaar Nederlandse aanwezigheid begin jaren ’60.

Binnen herhaalt de videorecorder een uitzending van Andere Tijden uit 2001 over het befaamde oefenterrein. Er zijn honderden herinneringen te bezichtigen. Waaronder een YA328, bijnaam ‘de Dikke Daf’. Jaarlijks bezoekt nog een handjevol voormalig dienstplichtigen het onderkomen van Thierry Achard en Bernard Roubieux. De laatste was destijds nog een dreumes. “Maar ik weet het nog goed; bij Hotel Le Petit Breuil kreeg ik altijd chocolade van de Nederlanders als ze het dorp inreden.”

Thierry Achard met Nederlandse militairen bij het museum.

Van 1959 tot 1964 worden zo’n 100.000 meest dienstplichtige militairen in Frankrijk voorbereid op een mogelijk treffen met het Warschaupact. De Noord-Duitse laagvlakte was in die jaren bedoeld voor de inzet van het nieuwe West-Duitse leger, Nederland moest maar even uitwijken. Het werd dus La Courtine. Per trein gingen honderden Centuriontanks en pantservoertuigen richting het Plateau van Millevanches. De troepen zelf reisden in colonne over de Route National in 3 dagen van Nederland naar La Courtine. Een reisje langs het geheugen.

Bedankje Legerkoerier. De voorloper van de Landmacht.

Altijd een uitsmijter

Ze is inmiddels ‘de tachtig even gepasseerd’ maar van die beroemde periode dat duizenden Nederlandse militairen haar dorp bevolkten, weet ze nog veel. Monique Lemmut stapt uit haar Citroën C1 op weg naar bakker C. Aguilar in La Courtine. Tegenover de oude hoofdpoort van het oefenterrein. Als ze hoort dat er weer Nederlanders in het gebied zijn, knalt de struise spraakwaterval er na al die jaren moeiteloos ‘Spiegulaai miet brot’ uit. “Een uitsmijter, dat wilden ze hebben in de bistro waar ik destijds werkte. Die zaak is jaren geleden gesloten, maar in die tijd was La Courtine in de zomer een Nederlandse provincie. Nee, ik heb er geen Nederlandse man aan overgehouden”, zegt ze lachend. “Het zijn mooie herinneringen.”

Mevrouw Lemmut voor de poort.

Laatste wens

Tom Diepstraten uit het Brabantse Made bracht in 1962 en 1963 in totaal 7 maanden in het gebied door. Hij zat bij de Berging Zwaar Transport (Nieuw Milligen) en reed de oude Britse Centuriontanks van het station naar de tankbaan. Diepstraten en zijn gezin keerden in 2004 terug naar La Courtine, zo vermeldt het gastenboek van het plaatselijk hotel. “Tom wist toen al dat hij stervende was; het was zijn laatste wens”, zegt zijn vrouw Lia. “Hij heeft daar een geweldige tijd gehad. Tom heeft nog een actie opgezet voor het museum door petjes te laten bedrukken. Zo diep zat het bij hem. Met mijn dochters ga ik waarschijnlijk deze zomer terug om te kijken hoe het nu is. De plaatsen opzoeken waar hij is geweest. Zie het maar als een soort bedevaart.”

Station van La Courtine met Centuriontanks op de wagons.

Rob de Nijs

Ook Jan Helleman (71) bracht 3 maanden door in La Courtine. “Het was echt een prachtige tijd. Er waren meer kroegen dan huizen in het dorp. Al weet ik niet of we daarvan veel gebruik hebben gemaakt. We zaten vooral in het veld voor oefeningen.” Soldaat-1 Helleman was mortierschutter op de 80 millimeter, gelegerd in Steenwijk. “We reden vanuit het noorden naar Oirschot. Vervolgens in open jeeps 900 kilometer naar La Courtine. Onze munitiekisten stopten we vol met eten, zodat we niets tekort kwamen. O ja, en er waren regelmatig optredens van Nederlandse artiesten. Ik ben toen naar Rob de Nijs en The Lords geweest. Mooie tijd!”

Met dank aan Okke Groot (NIMH) en Manon van Kester