Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee
Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega
draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt
een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens zijn
werk nodig heeft. Aflevering 1: de Algemeen Militair Verpleegkundige
(AMV’er).
‘Ik help graag mensen’
De ‘mobiele’ uitrusting van een AMV’er bestaat uit een rugtas van ongeveer 10
kg. Daarin zitten zo’n 50 verschillende hulpstukken om eerste zorg mee te kunnen
verlenen. We lichten er 6 uit.
Levensbedreigende bloedingen van armen of benen kun je stoppen met een tourniquet. Ledematen hoeven daarna niet altijd geamputeerd te worden. Wanneer dat wel noodzakelijk is, gebeurt dat door een specialist in het ziekenhuis en niet in het veld.
Ambu Resuscitator Mark III
Met deze beademingsballon kun je mensen met ademhalingsproblemen (bij) beademen. Het apparaat gebruikt hiervoor omgevingslucht, maar je kunt de ballon ook aansluiten op een zuurstoffles. Deze zit niet in de rugzak van een AMV’er, maar behoort wel tot de standaarduitrusting van een ziekenauto.
Decompressienaald
Door bijvoorbeeld een schot- of steekwond in de borst, kan er luchtdruk ontstaan op de organen in de borstholte. Lucht stroomt via de wond het lichaam in, maar kan niet meer naar buiten. De decompressienaald laat een ‘pijpje’ in de borst achter waardoor de lucht weer kan ontsnappen.
Traumaschaar
Alle persoonlijke uitrustingsstukken kun je met deze schaar doorknippen. Kleding, schoenen en zelfs een scherfvest.
Boor Intra-ossaal
Met deze botboor kun je een infuus via het bot aanbrengen. Het is 1 van de laatste redmiddelen als dit via de aderen niet lukt. Bijvoorbeeld als deze zich dichtknijpen wanneer iemand in shock is. De botboor wordt alleen gebruikt in platte beenderen zoals bij de schouder of in het scheenbeen. De boor is de opvolger van de ‘bone gun’ en wordt momenteel geïmplementeerd. Op de foto staat het trainingsmodel.
Ampullencassette
In deze ampullencassette zitten diverse medicatie en pijnstillers, onder meer te gebruiken tegen misselijkheid, psychoses en allergieën. Ze kunnen ingebracht worden via infuus of naaldinjectie. De kleine flesje zitten met klittenband vast in het doosje.
“Actie, afwisseling en mensen helpen. Dat doe ik graag. In de geneeskundige
keten ben ik vaak de eerste hulpverlener. Ik behandel collega’s zelf of verwijs
ze door naar een arts. Dat doe ik tijdens een uitzending, maar ook ‘aangeklikt’
tijdens oefeningen in binnen- en buitenland. Niet iedereen stapt makkelijk op
een AMV’er af. Dat is niet stoer, vinden sommigen. Daarom wacht ik af, maar houd
intussen mijn collega’s wel in de gaten. Ik probeer altijd te integreren in de
eenheid. Als ze me eenmaal kennen, vragen ze makkelijker om hulp. Het gaat vaak
om ‘kleine’ dingen, zoals een verzwikte enkel, hoofdpijn of een vuiltje in het
oog. Voor mij meestal een kleine moeite het probleem te verlichten of te
verhelpen.”