Met geknal en geschreeuw laten commando’s zien hoe de bestorming van
het strand van Vlissingen op 1 november 1944 verliep. Er is vuur, er is
weerstand net als toen. Maar met een losse flodders ratelende mitrailleur en
massa’s toekijkende dagjesmensen de Slag om de Schelde uitbeelden, blijft
behelpen. Tijd om deze onderbelichte episode uit de Tweede Wereldoorlog én uit
de geschiedenis van het Korps Commandotroepen in het kader van 200 jaar KL nader
onder de aandacht te brengen.
De Slag om de Schelde wordt op de stranden van Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren
groots aangepakt. Er vinden in West-Kapelle en Sloedam kransleggingen en
herdenkingen plaats. Vlissingen staat helemaal in de spotlight. Naast tal van
toespraken en het amfibische optreden wordt daarna het landingsstrand van toen
officieel omgedoopt tot Uncle Beach. Een verwijzing naar de naam die de
geallieerden die locatie gaven. Ander hoogtepunt is de stoet historische
militaire voertuigen die in de middag naar het centrum van de stad oprukt.
Hieraan werkt ook de landmacht mee. In zijn rede gaat Commandant
Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif in op het belang om de
bezetter uit het zuiden van Zeeland te verdrijven. Pas toen konden zeeschepen
ongehinderd Antwerpen bereiken. “Door de havens te gebruiken voor de doorvoer
voor militair materieel, raakte de bevrijding van Europa en de vernietiging van
nazi-Duitsland in een stroomversnelling.”
Hoofdzaak
De generaal vertelt dat de Slag om de Schelde in de geschiedenisboeken weinig
aandacht krijgt. Dat terwijl de bevrijding van het gebied rondom de
Westerschelde ruim 10.000 Duitse en geallieerde militairen het leven kostte. De
burgerij leed eveneens. Niet alleen onder de constante bombardementen. Ook
doordat veel gebieden onder water waren gezet. “Mogelijk was de slag niet sexy
genoeg”, oppert De Kruif. D-day was nog maar net achter de rug. Operatie Market
Garden lag iedereen ook nog vers in het geheugen. Komt bij dat de bevrijding van
het gebied rondom de Schelde geen hoofdzaak was. Focus lag ten slotte op
Antwerpen. Het duurde nog 3 maanden voordat de eerste schepen hier veilig
aankwamen.
Vanwege de inzet van groene baretten bij Vlissingen en West-Kapelle staan beide plaatsnamen met de toevoeging ‘1944’ op het vaandel van het Korps Commandotroepen.
Snipers
Om de vaarweg naar Antwerpen te kunnen gebruiken, moest eerst de Scheldemond
worden ontdaan van vijand. En zo staken in de vroege ochtend van een koude,
regenachtige 1 november 1944 een mix van Canadese, Engelse, Franse en
Nederlandse militairen vanuit Breskens de Westerschelde over. Op de
landingsstranden wachtte een fanatieke vijand ‘onze’ jongens op. Bij het
zuiveren van de stad Vlissingen ontstonden bloederige huis-aan-huis-gevechten.
“Vanuit de hoge kranen van de scheepswerven namen snipers de militairen
onder vuur”, doet kapitein b.d. Jelle Schepers uit de doeken. In zijn rede
belicht de oud-commando (verbonden aan de Commando Stichting, red.) de rol van
de 11 commando’s die bij de landing nabij Vlissingen betrokken waren. “Sergeant
Bill de Liefde zijn opdracht bestond eruit met een groen licht de
landingsplaatsen te markeren. Staande op glibberige basaltblokken zwaaide hij -
met groot gevaar voor eigen leven - in het schijnsel van lichtspoormunitie - met
zijn zaklamp. Een beeld om nooit te vergeten.” Vanwege de heldhaftige inzet van
groene baretten bij Vlissingen en West-Kapelle staan beide plaatsnamen met de
toevoeging ‘1944’ op het vaandel van het Korps Commandotroepen vermeld.
Hard gevochten
De Kruif ging in zijn toespraak niet alleen in op het belang van de Slag om
de Schelde. Ook memoreerde hij het belang van herdenken. “Er is hier hard
gevochten en dat is niet voor niets geweest. Het is hier ten slotte een
paradijs. Vrede en vrijheid zijn onbetaalbaar. Die boodschap verdient het
doorgegeven te worden.”